Tags
Boechout, Familie, Lezen, Nostalgie, Ons Volkske, Strips, Suske en Wiske, Verzamelen, Willy Vandersteen
‘Alex’, ‘Blake en Mortimer‘, ‘Chick Bill‘, ‘Rick Ringers‘, ‘Meester Mus‘, ‘Corentin‘ … als je weet wie deze mensen zijn dan hou je van strips. Het zijn namelijk namen van fictieve stripfiguren. En als je ‘Tieter’, ‘Job’, ‘Mie Pladijs’ en ‘Polliet, Vlooike, Pontitius en Pilatus’ kent dan ben je hoogst waarschijnlijk Vlaming van minstens 60+. Het zijn namelijk de hoofdpersonages uit ‘De Vrolijke Bengels‘ van Willy Vandersteen. Korte verhaaltjes, één-pagina-strips. Elke week een nieuw verhaaltje. Al deze strips stonden in het tijdschrift ‘Ons Volkske’.
Honderd procent jeugdsentiment. Ik leg het uit. Terug naar 1946 – tien jaar voor mijn geboorte. Mijn grootouders (ouders van mijn moeder) hadden een abonnement op De Standaard. Wekelijks met ‘Ons Volkske‘ als jeugdbijlage. Mijn oma was een bewaarder, zoals zovelen in die naoorlogse jaren. Ook dit stripweekblad werd bewaard. Ik neem aan dat mijn moeder en haar zus (zes jaar jonger) dit tijdschrift lazen zoals onze kinderen de Donald Duck lazen. Naast strips stond er ook een proza-vervolgverhaal in, gedichten, kort verhalen, ingezonden brieven, enzovoort. Ik maak een tijd-sprong. Zolang ik me kan heugen hebben wij zo’n vijfentwintig verzamelalbums van ‘Ons Volkske’ in huis. Mijn vader heeft al die losse nummers laten inbinden door een bevriende relatie. Wij mochten er in bladeren en kijken en we begonnen de strips te lezen. Eerst de één-pagina-verhaaltjes en later (toen we wat groter werden) lazen we ook de volledige verhalen. Niet wekelijks een aflevering maar dankzij de bundels meteen het hele verhaal. Met ‘Alex’ en ‘Blake en Mortimer’ als meest favoriete series. Op een goede derde plaats gevolgd door de ‘Blauwe reeks‘ van Suske en Wiske.
Deze reeks stond jarenlang op de achterzijde van ‘Ons Volkske’. Geweldige verhalen, zoveel beter dan de gangbare rode albums.
“In 1948 werd Willy Vandersteen door Hergé, de bedenker van Kuifje, gevraagd om ‘Suske en Wiske’ ook in het weekblad Kuifje te publiceren. De Nederlandstalige editie van het blad verkocht namelijk niet zo goed als de Franstalige, en daarom wilde Hergé de populairste Vlaamse striptekenaar aannemen. Vandersteen moest zijn tekenstijl wel grondig aanpassen en wat realistischer plots bedenken. Deze verhalen werden na publicatie in het stripblad uitgegeven in de zogeheten Blauwe reeks. Hergé verlangde van Vandersteen dat de verhalen minder volks waren dan de verhalen die in de Vlaamse kranten De Standaard en Het Nieuwsblad verschenen. Als gevolg hiervan waren tante Sodonie, Jerom en professor Barabas niet in de verhalen aanwezig. Suske en Wiske zijn in deze verhalen wat volwassener en is Lambik een stuk intelligenter en over het algemeen de held en hoofdpersoon.” (Wikipedia)
Ik denk dat ik die albums honderden keren in handen heb gehad. Alle strips tientallen keren gelezen en bekeken. Er lag altijd een stapel naast mijn bed. Het was dagelijks afspreken met mijn broer welke albums hij op zijn kamer had en welke ik. En heel vaak ruilen. En in het geheim ’s avonds en ’s nachts Ons Volkske lezen met een zaklamp. De mooiste herinnering heb ik aan de dagen dat ik niet meer echt ziek was – na drie dagen koorts door griep of de mazelen. En dat ik nog niet naar school moest. In bed blijven en uren en uren lezen en bladeren in Ons Volkske.
En als ik dit stukje niet in Mozambique zat te schrijven dan liep ik nu naar mijn boekenkast en ging ik weer een avontuur van Alex en Enak lezen. Maar ze staan in Nederland – alle vijfentwintig albums, keurig op volgorde. Wachtend op nieuwe lezers. Nou ja … dat weet ik niet want mijn kinderen hebben ze hoofdzakelijk links laten liggen. Zij groeiden op met televisie en gewone boeken. Wij lagen dubbel met domme agent Tieter en de nog dommere boef Job.
Leuk stukje Koen. In mijn jonge jsren was ik een fan van Quick en Flupke daarna kwamen de bekende reeksen in mijn boekenkast. Ik vrees dat over 20 jaar de jeugd niet meer weet wat een stripboek is.
Via Facebook zie ik bijna dagelijks dat jij een grote stripliefhebber bent. Of is het ook ‘beroepsmatige’ interesse? Ik ben later zelf ook strips gaan verzamelen. Maar na een tijdje verwaterde mijn interesse – ook door minder financiële middelen. Maar nooit iets weggegooid. Tijdschriften als Eppo, Wordt Vervolgd, PEP, …
Zeker weten. Ik word omringd door boekenkasten met strips. Heerlijk. Maar ik ben slechts een stripverslaafde liefhebber. De laatste jaren worden de prijzen voor een eerste druk etc steeds hoger. Dus ik bied niet meer op vooral Franse veilingen. Het is te gek wat ze nu bieden maar voor de echte fan kun je toch voor een paar euro s je slag slaan. Je moet wel goed zoeken.
Waar is de tijd?
We schelen niet zo veel qua leeftijd (ik ben van °58) – ik zou het tof vinden nog eens in dergelijke albums te kunnen bladeren…
Soms ben ik blij met de woorden: “Wie wat bewaart heeft wat.” (Al overdrijf ik soms met bewaren.)In dit geval niet alleen de bewaarde herinneringen maar ook de bundels.
Ik had vroeger een album : “De Grappen van Lambik” , heb ik later nooit meer ergens teruggezien…. \
1 van de grappen was dat Lambik een 3-traps raket had, waarvan de verschillende trappen met diverse soorten bier waren gevuld… de afloop laat zich raden: Lambik stapt hevig beschonken uit de raket ,die geen centimeter van z’n plaats was gekomen.
Of Sidonie had als nieuwe stiel : schilderen, op een rol papier aan de lopende meter.. zij verbaasde zich erover dat het zo goed verkocht… bleek dat Lambiek er fritten aan het verkopen was “in gekleurde zakskes ” …….
Pingback: Strips | Koen Schyvens