Als ik niet een beetje opschiet met deze vragen dan haalt Liesbeth (Apenstaartje) me nog voor het eind van het jaar in en zij begon pas dit jaar. ‘Beter tien antwoorden gepubliceerd dan vijfentwintig enkel in mijn hoofd.’
666. Wat was het keerpunt in je leven?
Natuurlijk is het eerste dat ik denk: het overlijden van Ine. Maar of dat ook een keerpunt was? Ik twijfel. Ik was nog steeds dezelfde man met dezelfde activiteiten, dezelfde idealen, dezelfde opvattingen, dezelfde normen en waarden. Weliswaar alleen maar niet ‘gebroken’. Volgens mij is het ja-zeggen tegen Isabel – en om een leven te beginnen samen met haar in Afrika – een groter keerpunt. In de zin van verandering.
667. Geloof je dat mensen de toekomst kunnen voorspellen?
Nee, niet echt of toch zeker niet iets op wat langere termijn. Ik kan nu voorspellen dat er geen nieuwe regering in Nederland zal zijn voor Prinsjesdag. Maar dat is natuurlijk geen voorspelling, dat is een verwachting.
668. Wat doe je op de automatische piloot?
Ik heb een tamelijk vaste volgorde van wat ik doe als ik ’s morgens (door de week) rond 5.15u opsta. Dat zou je een beetje ‘op de automatische piloot’ kunnen noemen. Ook wandelen, auto-rijden of fietsen doe ik min of meer op diezelfde automatische piloot. Die activiteiten gaan vanzelf, daar hoef je niet over na te denken. Als ik op mijn werkkamer zit staat er meestal klassieke muziek op. Classic.nl, klassiek shuffelen op iTunes of iet dergelijks en dan luister ik ‘op de automatische piloot’. Of moet ik zeggen: ik hoor het wel maar luister niet?
669. Op welke plaatsen zat je het liefst in de klas?
Had ik een voorkeur? Ik herinner me dat niet. Ik zat meestal op de tweede of derde rij en het liefst aan de raamkant, niet aan de gangkant.
670. Vermijd je sommige muziek omdat je er verdrietig van wordt?
Nee maar natuurlijk word ik wel eens verdrietig van muziek. Een herinnering, een associatie en sorry … daar komt ze weer … Ine. Zij duikt dan weer op wat soms verdrietig is maar niet vervelend.
671. Ben je een prater of een doener?
Een prater. Ik moet mezelf net iets te vaak een figuurlijke schop onder mijn kont geven om iets te gaan doen dat zich niet afspeelt in mijn werkkamer.
672. Welk van je vijf zintuigen is het best ontwikkeld?
Ruiken en proeven. Erg gewoon, niet bijzonder ontwikkeld. Voelen, de tastzin … ik mag graag iets aanraken. Van het lekkere velletje van Isabel tot een verrimpelde passievrucht die ik vanochtend in de tuin opraapte. Horen – dat is het minst goed ontwikkeld bij me. Niet in de zien van ‘doof’ maar in de zin van nuances. En de schrik dat ik eerder doof dan blind zal zijn is genetisch aanwezig. Zien – ik doe nog bijna alles zonder bril. Ver weg kijken … ik heb nog steeds een scherpe blik. Ik zie bijvoorbeeld veel meer beter) dan Isabel. Bij veel (voldoende) daglicht lees ik (bijna) alles zonder bril. ’s Avonds is het wel prettig dat ik een brilletje heb om te lezen. Niet om tv te kijken maar om bijvoorbeeld het onderscheid tussen een 6 en een 8 te zien of de priegellettertjes op een verpakking (bereidingswijze) te kunnen lezen.
Twee kapotte brilletjes (beiden ooit nog van Ine geweest). Of hoorde deze foto bij mijn kapot-stukje van gisteren?
673. Wanneer heb je moeite jezelf recht in de ogen te kijken?
Als ik in de keuken Spaanse pepertjes heb gesneden en dan in mijn ogen wrijf. Oei, ai … dan in de spiegel kijken – recht of krom – dat lukt me nauwelijks. Oooo, was deze vraag figuurlijk bedoeld? Zeg dat dan meteen.
674. Wie kan jou het beste troosten?
Ik denk iemand in Heemstede. Dat is soms (te) ver weg. Maar moet ik vaak getroost worden? Ik denk het niet maar misschien houd ik me wel eens te stoer. Gisteravond tijdens NEDERLAND – OEKRAÏNE (EK-voetbal) zei ik tegen Isabel “Eigenlijk zou ik nu met Jean Jacques en Rob zitten WhatsAppen. Wat mis ik die momenten.” Maar die jongens zijn vorig jaar ook gaan hemelen … dus ja … snik. Moet ik dan getroost worden? Een beetje misschien. Even zuchten en dan weer verder (kijken).
675. Wat was je grootste blunder?
Tja, wat zou dat zijn? Het feit dat ik daar niet één twee drie antwoord op kan geven betekent vast dat er geen grote blunders te herinneren zijn. Kleine blunders natuurlijk wel. Iets op het vuur zetten in de keuken en pas als ik iets verbrands ruik actie ondernemen. Een kleine blunder herinner ik me. Ik had een vriendinnetje, we hadden net verkering en ik kwam voor de eerste keer officieel bij haar ouders thuis. Ik had bloemen voor haar moeder gekocht. Ik was nerveus. Vriendinnetje Kr deed de deur open. Ik gaf haar een voorzichtige zoen en liep achter haar naar de woonkamer. Daar zag ik haar moeder, ik gaf de bloemen. Ik deed een paar passen achteruit en vroeg: “En je vader? Is hij nog niet thuis?” Achter me zei iemand luid en duidelijk “Als je nog drie stappen achteruit zet trap je op mijn voeten jongeman.”
In de serie: 1000 VRAGEN AAN MEZELF
Nou dat inhalen zie ik nog niet zo snel gebeuren 😃. Je ligt mee dan 300 vragen voor. Die 10 op maandag is voor mij een gewoonte geworden. Ik doe het bijna op de automatische piloot. Als ik eens niets te doen heb, maak er wat vooruit. Bovendien ben ik gelijk met Mel begonnen. Het voelt dan als falen als ik niet plaats.
Mooie antwoorden: 666, is een prachtig keerpunt, mooi en eerlijk beschreven. 670, 671, 672, 674 zeggen veel over jou. Ik leer je door die antwoorden een beetje beter kennen
673: humor, geweldig! 😜
Jouw maandag-antwoorden motiveren me wel om door te gaan (om Shaffy een beetje te citeren) 🙂
Ja ik denk dat inderdaad je nieuwe huwelijk eerder keerpunt was dan de dood van Ine, Het is nogal wat om in een ander werelddeel een nieuw leven op te bouwen met een nieuwe partner.
Bij jouw niet zo heel grote blunder zie ik je in gedachte als door een west gestoken op springen. 😉
Vooral heel wat keren ‘pardon, pardon, pardon’ zeggen en voelen dat ik rood tot achter mijn oren werd.
De verkering ging een week (of twee) later uit want haar broer kreeg een heel zwaar auto-ongeluk en lag weken of maanden in een ziekenhuis in Belgisch Limburg en daar wilden het meisje en haar ouders zich volledig op focussen. Ik kon daar helemaal in komen. Ik heb haar daarna (jaren later) nog een keer in een jeugdclub gezien. Ik denk niet dat zij mij zag.
Ik heb alsnog met je te doen. 😉
Een lijstje vragen waar je grote liefde Ine regelmatig komt meekijken. Ze zal steeds deel uitmaken van je leven, wat ik heel mooi en ontroerend vind.
Bijna 26 jaar lief en leed delen wis je natuurlijk never of nooit uit.
Je doet me nadenken over het “veranderen” na het overlijden van iemand die je heel erg na staat. Ik heb altijd het gevoel dat ik veranderd ben na het overlijden van mijn zus. Maar zoals jij ook zegt: niet in de zin van, andere idealen, normen of waarden, activiteiten, die dingen. Maar mijn kijk op het leven is toch wel veranderd. Ik heb het gevoel dat er een voor- en na-Anne is. En dat ik misschien toch wel veranderd ben in hoe ik in het leven sta. Rustiger, maar wel veel meer met het gevoel dat het NU om doen is. Niet in de toekomst.
Hm. Moeilijk om te verwoorden. Ik denk er nog wat verder over na. Interessant denkvoer. Dank.
De term ‘voor en na’ herken ik heel goed. Niet zozeer omdat ik veranderd ben maar in verband met de (gedeelde) ervaringen en de daarbij horende verhalen.
Fijn blog. Misschien ga ik dit ook eens oppakken, ik heb ergens zo’n boekje liggen… (geen idee of dat dezelfde vragen zijn, maar maakt niet uit). Misschien komt de schrijf-flow dan ook weer een beetje terug, want die is ver te zoeken op dit moment. Je inspireert, dus 🙂
Dank voor het compliment dat mijn logje je mogelijk inspireert. Deze 1000 vragen zaten als boekje bij het (dames)tijdschrift Flow. Niet alle vragen zijn even ‘boeiend’ maar wat geeft het? Het zijn er tenslotte duizend.
668 doet me nadenken. Misschien leef ik toch net iets teveel op automatische piloot temidden de drukte waardoor de tijd veel te snel vooruit vliegt? Bewust leven is een kunst en vertraagt.
“Bewust leven is een kunst en vertraagt.” … dat vind ik nu weer iets om over na te denken 🙂