Tags
Boechout, Bok, Gym, Gymnastiek, Lager onderwijs, Nostalgie, Plint, Radslag, Sint-Gabriël, Spingplank, Sportraam, Turnen, Zweedse bank
Ik was als kind geen stijve hark maar ook geen held in de turnzaal / gymlokaal. Het lager onderwijs volgde ik zes jaar in het Sint-Gabriëlinstituut. Op minder dan vijf minuten wandelen vanaf mijn ouderlijk huis in Boechout (provincie Antwerpen). De school had een eigen, moderne turnzaal. We hadden een aparte turnmeester. Ik ben zijn naam vergeten. Ik weet ook niet meer vanaf welk leerjaar we les van hem kregen. Wel herinner ik me nog de zak met mijn turnsloefen, witte kousen, een blauwe short en een wit shirt met daarop het schoolschildje genaaid. ‘Stinkie-stankie zweetgeur’. Ik spreek dus over 1962 – 1968. We moesten ons omkleden in een soort voorgeborchte (er zaten enkel jongens op die school) en daarna moesten we in de zaal aan de linkerkant (onder ramen) op de Zweedse banken gaan zitten.
Tijdens het eerste deel van de les stonden we verspreid over de turnzaal met ons gezicht naar de meester. Op afstand van elkaar zodat we elkaar niet konden (aan)raken. Er volgden dan tien minuten springen, huppelen, met armen en benen zwaaien enzovoort. Een warming up zullen we maar zeggen. Daarna moesten we op lengte-volgorde gaan staan en liepen we als een lange slang op allerlei soorten manieren door de ruimte. Volgende onderdeel: iets op de turnmatten. Het duurde altijd lang voor alles op zijn plaats was gelegd. Meestal als een lange rode loper als bij een modeshow. In dezelfde lengte-volgorde (ik zat ergens iets over halverwege in zo’n rij) moesten we dan koprollen maken. Eerst een paar keer vooruit, daarna ook achteruit over de kop. Dat was mijn eerste moeilijkheid. Ik kon het wel maar meer dan een zesje kreeg ik niet van de niet-bestaande jury. Ook mijn radslag verdiende geen hoge score.
En dan werd het tijd voor de turntoestellen. Ken je ze nog? Ze werden opgesteld bijna op het eind van de turnzaal. Voor zo’n toestel werd een houten springplank neergezet. Een trampoline kan ik me niet herinneren. Achter zo’n toestel lagen nog één of twee matten. Al dat neerzetten was ook onze (de leerlingen) taak.
En weer stormden we daarna opnieuw in lengte-volgorde af op zo’n obstakel. Met de benen wijd over de bok of de plint en daarna met de benen opgetrokken tussen je armen. Dat laatste was best moeilijk. De turnmeester stond altijd naast zo’n toestel en hielp je er desnoods eroverheen. Ik vond dat hij te hard in mijn arm kneep, net onder mijn oksel maar als hij me dan ook een beetje de hoogte in tilde was ik toch blij. Soms stonden de toestellen in de lengte, soms in de breedte. Soms was er nog een onduidelijke oefening met een dik touw. Touwtrekken in ploegen. Touwtje springen …
Het laatste deel van de les was in- en bij de sportramen. Naar boven klimmen, je omdraaien en je benen gestrekt optillen, hangend aan de hoogste sport. Kortom: buikspieroefeningen. Soms werden de sportramen open gedraaid en moest je eroverheen klimmen. Ladder op, ladder af, en bovenlangs. Een soort kinder-stormbaan. En ook de Zweedse banken werden soms omgedraaid en werden dan gebruikt als evenwicht-balkjes. Ik denk dat zo’n les 45 minuten duurde. Douchen was geen onderdeel van de les omdat er simpelweg geen douches waren. Stinkie-stankie voor de tweede keer.
Laat ik wat ouderwetse foto’s toevoegen:







Van boven naar onder en van links naar rechts: de springplank, een mat met lussen om ze weer op te hangen, de bok, sportramen, matten, Zweedse bank en de plint. (*)
We gingen ook zwemmen. Met de bus naar Antwerpen naar het Koningin Astridbad. Maar dat is een verhaal voor de volgende keer. Net zoals vertellen over de rest van mijn turncarrière. Om een erg overdreven term te gebruiken.

Koningin Astridbad in de Nerviërsstraat (Berchem – Antwerpen) in de ’60 er jaren (van de vorige eeuw)
(*) Ik gebruik met opzet de Vlaamse woorden die ik me herinner. In Nederland zijn woorden als kast, sportrekken en apenkooi meer gangbare begrippen.

ik herinner mij de toestellen
maar voorgeborchte moest ik opzoeken , en neem aan dat je ” voorportaal ” bedoeld
Ja …het is een voorportaal maar het gebruik van het woord ‘voorgeborchte’ was heel bewust. Katholieke achtergrond !!! Dat is de ‘plaats’ waar ongedoopte baby’s – die overleden tijdens de geboorte – werden ‘gehuisvest’. Niet in de hel als ongedoopte, niet in het vagevuur, maar ook niet niet in de hemel want ze waren net NIET gedoopt. Dichtbij de ‘hemel’, dat wel.
Figuurlijk … de kleedruimte voor de turnzaal was een ondefinieerbare ruimte voor de turnzaal (= hemel)
ja ik kreeg bij het zoeken op google al die definities van ” voorgeborchte ” te zien
maar als atheïst pik ik dan het voorportaal er uit 🙂
De bok en de plint vond ik het vreselijkste aan de turnles. En de turnjuf van het hoger middelbaar die speciaal moeilijk deed tegen meisjes (meisjesschool uiteraard) die niet goed durfden. Bah! Geen goede herinneringen aan.
Heel begrijpelijk. Ik ben een soort ‘neutraal’ over die activiteiten. Niet positief, niet negatief. De aard van het beestje … ???
Ik ben nooit erg sportief en lenig geweest en vond de turnlessen een ware foltering. Dus ook geen goede herinneringen aan die lessen.
De meeste lessen vond ik ‘k#t’.
Ik vond de turnlessen megasaai. Ik volgde namelijk buitenschoolse turnlessen en daar ging het iets spannender aan toe: radslag zonder handen, flikflak. Enfin, het soort sprongen dat ik nog dagelijks uitvoer 😉
kan geen like geven , dus maar zo 👍
FILMPJES … aub
Goed geschreven stukje! Doet me terugdenken aan de horror die wij vroeger meemaakten tijdens die turnlessen in het college, en later de gemeenteschool. Zelf was ik allesbehalve een crack in al die oefeningen. Het mooiste moment was dat waar de ‘meester’ op z’n fluitje blies en de les was afgelopen.
Het ‘fluitje’ … hoe kon ik het vergeten?
Leuk blog. Ik turnde in dezelfde tijd en had gymlessen op de lagere school. Ik oefende graag op de toestellen en was er redelijk goed in. De teamsporten waren minder mijn ding. Je verhaal is herkenbaar, maar volgens mij waren we in NL wat moderner en minder strak gestructureerd. Die 1,5 meter herinner ik me niet bijv.
Mooie gebouwen, leuke foto’s
Op de middelbare school werd het anders … (dat is iets voor morgen)
Daar liep ik een aantal trauma’s op….bah😔
Maar je plezier in fietsen en wandelen is gebleven !!!
Ja, die toestellen ken ik ook nog wel. Ik had er helemaal niks mee, behalve wanneer ze voor apenkooi werden gebruikt. Want ik hield wel van spel bij de gymlessen.
Op de middelbare school was de focus meer op sport dan op gym.
Dat op lengte zetten van de kinderen gebeurde bij ons ook, daardoor stond ik altijd vooraan, de kleinste van de klas. Kan me niet herinneren hoe goed of slecht is was ten opzichte van de rest. Vanaf de vierde klas zat ik op een buitenschool, bedoelt voor ziekelijke kinderen, daar werd dus héél weinig gedaan aan turnen. Voor de vaak astmatische mocht het niet te belastend zijn. Maar ik herken natuurlijk alle turntoestellen wel.
Was zo’n buitenschool een internaat of ging je wel elke dag naar huis?
je ging wel gewoon naar huis, maar kwam vroeg naar school, kreeg daar een bord pap (tweede ontbijt)kreeg om 11 uur melk met fruit, en om half warm eten waarna er in buitenhallen een uur gerust moest worden. Om half vier nog brood eten en dan naar huis. De klaslokalen waren buiten tussen schuttingen waar ook in de winter les werd gegeven( als het droog was) met een cape en voetenzak aan. Thuis werd je verondersteld nog te eten en vroeg naar bed te gaan, daar was steekproefgewijs controle op.
Een bijzondere school. Ik weet niet of die in België ook bestonden. Een soort net-niet-sanatorium. Of heb ik het mis?
Het was voor kinderen die “het niet zo lekker deden” , veel met Astma, of restverschijnselen van polio waar net een epidemie van geweest o wacht, ik schreef er ooit een uitgebreid logje over.
Je haalt wat jeugdtrauma’s bij je lezers op met dit verhaal zeg… Bij mij gaan er nu allerlei ‘luikjes’ in mijn hoofd open met losse herinneringen bij elk van de toestellen die je beschrijft en laat zien. Samenhangend? Nee. Dus ik weet op dit moment echt niet of ik gym nu leuk vond, of verschrikkelijk, vroeger. Apekooien vond ik zeker leuk, maar het netjes op een bepaalde manier ‘moeten’ doen van een oefening over de bok, of de kast… nee, volgens mij vond ik dat verschrikkelijk. Leuk blog, leuk onderwerp 😱 (PS: wij hadden geen voorgeborchte maar WEL douches, phieuw) (dat zou dan weer een heel andersoortig blog opleveren… )
Ik weet dat mijn lagere school heel wat jaren later een nieuwe sportzaal bouwde op de plaats waar wij onze fietsen moesten stallen. Daar waren vast wel douches – denk ik.
Ja, dat apekooien ken ik nog wel. Ik was er geen fan van, maar ik was toen ik klein was absoluut niet sportief. Dat is wel heel erg veranderd vanaf mijn 19e, maar gym vond ik echt niet leuk vroeger. En dat vroeger bij mij was van ongeveer 1966 tot 1974. Die toestellen komen mij allemaal heel erg bekend voor! Geen trauma’s maar wel zoiets van: oh ja…. 🙂
Wat gebeurde er op je 19de?
Toen ben ik gaan sporten. Eerst jazzballet op hoog niveau en later hardlopen en fitness.
Heel wat nostalgie die mij bekend voorkomt!
Wat ik niet vermeldde: vanaf begin april begon het oefenen voor het schoolfeest op Hemelvaartsdag. Een grote ‘turnshow’ op de grote speelplaats voor ouders en grootouders.
Bij het zien van de foto’s van die turntoestellen, lijkt het wel alsof ik in een tijdscapsule stap, helemaal terug naar de jaren ’70. De turnlessen heb ik doorgaans als aangenaam ervaren, behalve wanneer we tot voetballen werden aangespoord. Dat spel haatte ik hartgrondig.
Sport tijdens de turnlessen begon bij ons pas in het middelbaar.
Bij ons reeds in het zesde leerjaar, helaas.
Die turntoestellen… schitterend! Ik was geen held tijdens de turnles… eerlijk: ik deed dat niet graag.
Wie wel?