• AVG / GDPR
  • Blogs en Links
    • Archief
    • Blogs
    • Links
  • Fictie
    • Boris
    • De legende van Sint Juttemis
    • De witte stier
    • Een eindelooze achtervolging
    • Mijn korte fictie stukjes
  • Koen kijkt
    • Koen kijkt films
    • Koen kijkt series (alleen)
    • Koen kijkt series (met Isabel)
  • Koen leest
    • Favoriet
    • Onlangs gelezen
    • Op de boekenplank
  • Koen op reis
    • Afrika
      • Botswana
      • Egypte
      • Ethiopië
      • Kenia
      • Mali
      • Marokko
      • Mauritius
      • Mozambique
      • Namibië
      • Oeganda
      • Swaziland
      • Tanzania
      • Zimbabwe
      • Zuid Afrika
    • Azië
      • China
      • Indonesië
      • Mongolië
      • Rusland
      • Thailand
    • Eilanden
    • Europa
      • Albanië
      • Andorra
      • België
      • Bosnië en Herzegovina
      • Denemarken
      • Duitsland
      • Estland
      • Frankrijk
      • Gibraltar
      • Griekenland
      • Groot Brittannië
        • Engeland
        • Noord Ierland
        • Schotland
        • Wales
      • Hongarije
      • Ierland
      • Italië
      • Kosovo
      • Kroatië
      • Letland
      • Lichtenstein
      • Litouwen
      • Luxemburg
      • Macedonië
      • Monaco
      • Montenegro
      • Nederland
      • Noorwegen
      • Oostenrijk
      • Polen
      • Portugal
      • Roemenië
      • Rusland
      • Servië
      • Slovenië
      • Spanje
      • Tsjechië
      • Turkije
      • Vatikaanstad
      • Zweden
      • Zwitserland
    • Latijns Amerika
      • Brazilië
    • Midden Oosten
      • Israel
      • Libanon
      • Syrië
      • Turkije
    • Noord Amerika
      • Verenigde Staten
  • Koen schildert
  • Koen verzamelt
    • Koffie
    • Opmerkelijk
    • Plastic stoelen
    • Postkantoren
    • Toilet signs
    • Vuurtorens
  • Kort
    • 2011
    • 2012
    • 2013
    • 2014
    • 2015
    • 2016
    • 2017
    • 2018
  • Kunst en Cultuur
    • Beeldend
    • Muziek
    • Theater
  • Over Koen
  • Werk
    • Maatwerk
    • Mister Him
    • Nu
      • Gemeente Goes
      • Het Middelburgs Theater
    • Vroeger
      • A 58
      • Gemeente Goes
      • Goese Operette Vereniging (GOV)
      • Het Hondje van de Ruyter
      • Het Roosendaals Toneel
      • Het Zunderts Toneel
      • Openluchtspelgroep Oosterhout
      • Stichting Babel
      • Theater Reflex
      • Theater Rob Heiligers
      • Umoja cfc

Koen Schyvens

~ Mister Him – Dag In, Dag Uit

Koen Schyvens

Categorie Archief: Koekjestrommel

Tante Doortje

16 dinsdag mrt 2021

Posted by Koen in Familie, Foto, Koekjestrommel, Nostalgie, Reizen

≈ 11 reacties

Tags

Antwerpen, Bezoek, Boechout, Boerentoren, Camping Tante Doortje, Dennedune, Fotograaf, Groenplaats, Hoorn, Logeren, Nostalgie, Onze Lieve Vrouwe kathedraal, Politiefotograaf, Tante Doortje, Terschelling

De mevrouw die ik als kind Tante Doortje noemde, was geen echte tante van me maar de vrouw die een camping uitbaatte op Hoorn (Terschelling) – recht tegenover ‘Stilma’ (later een Spar-winkel). De camping vlakbij de watertoren – aan de rand van het bos van Hoorn.

Tante Doortje – respectievelijk de weduwe Doeksen en Camping Tante Doortje. Ik heb waarschijnlijk honderden keren ‘Bij Tante Doortje’ geantwoord op de vraag waar wij kampeerden tijdens onze vakanties. De eerste keer was in de zomer 1967. Bijna zes weken stond onze bruine bungalowtent op het kleine veldje. Het begin van een heel lange traditie. Zes weken werden twee maanden. Ik heb er al veel vaker over geschreven. De camping heet nu ‘Camping Dennedune’. In opzet nog bijna hetzelfde als vijftig jaar geleden. Alleen is het nu de kleinzoon van Tante Doortje die de camping runt.

In dit logje wil ik het niet over de camping hebben maar over het bezoek van Tante Doortje bij ons thuis in Boechout (België). Dat was volgens mij een grote belevenis voor alle betrokkenen. Wij gingen elk jaar naar haar. Nu kwam zij naar ons. Volgens mij was het best bijzonder dat zij naar ‘de wal’ ging. En dan ook nog helemaal naar het buitenland. Een hele onderneming. Op bezoek bij ‘Schyvens’, bij de Belgen van het kleine veldje. Ik denk niet dat zij veel andere, vaste kampeergasten heeft opgezocht in bijvoorbeeld Krommenie, Groningen, Sneek, Franeker of Amersfoort. Zij kwam niet alleen maar met het gezin van haar dochter (dochter, schoonzoon en drie kleinzonen). De jongens waren van onze leeftijd. We kenden ze van onze vakanties.

Tante Doortje en haar familie op bezoek in Boechout (België)

Op de achterste rij van links naar rechts: Tante Doortje (weduwe Doeksens), mijn moeder (Lutgart) en mijn vader (Frans). Op de voorste rij van links naar rechts: de twee jongste kleinzonen. Ik denk dat Richard de jongste is. De naam van zijn broer ben ik vergeten. Dan sta ik in het rijtje met een zware boekentas. Mijn jongere broer Bart heeft onze kat ‘Poesie’ in zijn armen. Naast hem Henk en dan zijn moeder – Annie, dochter van Tante Doortje. De foto’s zijn gemaakt door meneer van der Veen, schoonzoon van Tante Doortje, politiefotograaf van de gemeentepolitie Leeuwarden. Ik heb hem jaren later nog een keer ontmoet in Ljouwert – hij was toen in functie als politieagent. Net geen bekeuring, wel een waarschuwing. Hij herkende me direct en was verbaasd dat ik in zijn stad studeerde.

Ik herinner me dat het bezoek van Tante Doortje in de tweede helft van oktober was. Ik denk 1968 of 1969. Herfstvakantie in Nederland (*) maar wij moesten nog naar school tot Allerheiligen. Tante Doortje, haar dochter en schoonzoon logeerden in een nabijgelegen hotel. De jongens sliepen bij ons. Wij aten altijd samen. Overdag werden er uitstappen gemaakt. Naar Lier (begijnhof, Zimmertoren, een wandeling langs de Nete) en naar Antwerpen (het Steen, de Grote Markt, de kathedraal, de Groenplaats). Mijn vader speelde (een beetje) voor gids.

Tante Doortje op de Groenplaats (Antwerpen) tussen de duiven.

Op de achtergrond de kathedraal van Antwerpen.

Tante Doortje op bezoek in België

Of deze derde foto in Antwerpen of in Lier is gemaakt weet ik niet. Als ik Henk zo naar boven zie kijken dan kijkt hij waarschijnlijk naar de Onze Lieve Vrouwe kathedraal of naar de Boerentoren. Allebei in Antwerpen.

Deze drie foto’s vond ik vorig jaar in een kartonnen doos die jarenlang bij mijn moeder in een kast stond. Prachtige foto’s van een ‘wereldberoemde vrouw’ op Hoorn (Terschelling). Een begrip. Hoeveel badgasten zouden er bij haar gekampeerd hebben? Op het kleine veld of op het grote veld. In het bakkershuisje, in de grote schuur of in de appartementen achter haar woonhuis. Vele honderden of duizenden. Ik denk dat mijn ouders tot 1986 een deel van hun zomervakantie doorbrachten bij Tante Doortje.

(*) Wij kregen elk jaar in de Nederlandse herfstvakantie bezoek. Tante Doortje en haar familie. Tante Joke en Ome Geert en hun jongens (uit Groningen). Meneer en mevrouw Nauta (uit Amersfoort). Waarom ik dat nog zo goed weet? Omdat ik altijd verjaarde tijdens die bezoeken. En wat ik ook nog weet: al deze gasten aten nooit dubbele boterhammen (hún boterhammen zijn veel dikker gesneden) en ze aten een zacht gekookt ei zonder brood. Gewoon als een lekkernij. Raar vond ik dat … raar.

Oma

15 vrijdag jan 2021

Posted by Koen in Familie, Koekjestrommel, Nostalgie

≈ 13 reacties

Tags

Delafontaine, Dentergem, Doopsel, Familie, Familiegeschiedenis, Grote Oorlog, Ieper, Last Post, Menenpoort, Oma, Plechtige communie, West-Vlaanderen, Westhoek

Gelukkig is het geen ernstige afwijking maar ik onthoud (onthield) gemakkelijk data. Een verjaardag. Een sterfdag. Van dat soort zaken. Ik had de verjaardagskalender – die naar goed Nederlands gebruik ook in ons toilet hing – meestal niet nodig. Sinds ik lid ben van Facebook herinneren zij mij aan verjaardagen. Eigenlijk vind ik dat jammer want nu is mijn gave – ik overdrijf, dat begrijp je – niets meer waard.

Neem nu vandaag. Ik ben mogelijk de enige die zich herinnert dat mijn grootmoeder – mocht ze nog in leven zijn – vandaag verjaart. Ze zou in dat geval 124 geworden zijn. Een zinloze gedachte uiteraard. Maria Delafontaine. De moeder van mijn moeder. Mijn meter.

vlnr Nonkel Pater (Frans De Smedt), mijn vader (Frans Schyvens), een verpleegster, mijn oma (Maria Delafontaine) en mijn opa (Gerard De Smedt). En de boreling – drie dagen oud – ben ik.

Mijn oma werd geboren in Dentergem (West-Vlaanderen) op 15 januari 1897 en ze overleed op 4 juni 1987 in Mortsel (provincie Antwerpen). Ze werd 90 jaar – tot twee weken voor haar overlijden woonde ze zelfstandig in Boechout – recht tegenover mijn ouderlijk huis. Toen ze werd opgenomen in het ziekenhuis sprak ze de legendarische woorden: “Hier ligt de held geveld!” Wat ze het vervelends vond was dat ze nu voor het eerst in haar leven iemand ‘tot last’ was. Dát was absoluut niet haar ‘ding’ – om het populair te zeggen.

Ik was haar eerste kleinkind. Oma. Ik vertel nog heel vaak over haar – meestal in verband met eten. Ze heeft me niet leren koken in de zin van instructies geven maar ik keek hoe zij het deed en sloeg dat – onbewust – op in mijn geheugen. Stoofvlees. Kalfstong in madeirasaus. Asperges. Appelmoes. Rode kool. Fricandonneke. Vol au vent – die zij ‘koninginnenhapjes’ noemde. Tomatensoep. Pudding. Zwezerik. Bleekselderij en prei – altijd in een witte saus. Rabarber. De lijst is nog veel langer. Ik maak deze gerechten zeer regelmatig klaar en dan ruikt het in de keuken naar ‘Oma’. Isabel vindt al deze gerechten lekker – behalve de rode kool. “Veel de zoet!”

Mijn plechtige communie – mei 1968. Vlnr mijn grootvader en peter (Jules Schyvens), Koen met een plastron, mijn grootmoeder en meter (Maria Delafontaine) en rechts op de voorgrond haar oudste broer, Nonkel Gustaaf (Gustaaf Delafontaine)

Ik kan veel logjes vullen met verhalen over haar. Eentje vertel ik vandaag. Zij vertelde me dit verhaal toen ik zelf een jaar of 18 was. Een verhaal toen zij ongeveer dezelfde leeftijd had. Tijdens de Grote Oorlog (1914-1918). Zij woonde toen nog bij haar ouders in Dentergem. Haar vader was meubelmaker met een eigen zaak – gespecialiseerd in kerkmeubilair. Een familie met aanzien. Het jaartal weet ik niet precies. Laten we zeggen ergens op een mooie septemberdag 1915. Ze loopt met haar beste vriendin door het dorp – ik stel me haar flanerend voor – (dat vertelde ze me niet hoor). Ze passeren een braakliggend terrein, een verlaten appelboomgaard. Vervallen muurtjes eromheen. Ze klimmen over de muur en ze rapen en plukken een paar rijpe appels. En net als Eva uit de bijbel neemt ze een lekkere hap uit zo’n appel. Dat was buiten de veldwachter gerekend. Hij arresteerde de dames ter plekke wegens diefstal en huisvredebreuk. Betrapt op heterdaad door de champetter. Ze werden overgebracht naar het politiebureau. Stel je voor … midden in de oorlog, het front is nauwelijks vijftig kilometer verderop.

Natuurlijk werd haar vader ontboden op het politiebureau. Hij wilde de boete betalen maar zijn dochter – mijn oma dus – weigerde pertinent. Nee en nog eens nee. Ze was furieus. Dit is geen diefstal. Het hele dorp weet dat daar – bij die appelbomen – niemand woont. Het is van niemand. Iedereen klimt daar wel eens over de muur. Punt uit. Koppig als ze was besloot ze in de politiecel te blijven tot haar ‘schuld’ was afgelost. Zo gebeurde. Vader Delafontaine droop af zonder een boete te betalen. Zijn dochter kwam na een nachtje ‘op water brood’ weer thuis. Oma vertelde me dat een jarenlange, sluimerende vete tussen haar familie en de familie van de veldwachter een belangrijke rol speelde.

Je kunt je voorstellen dat ik als tiener met m’n oren stond te flapperen toen mijn grootmoeder vertelde dat ze ooit in de ‘gevangenis’ had gezeten. Ongelooflijk. De Grote Oorlog bracht ook verdriet. Haar lievelingsbroer – (nonkel) Rudolph – sneuvelde aan het front. Als ik in de Westhoek ben en de Last Post bij de Menenpoort hoor, gaan mijn gedachte automatisch uit naar mijn oma maar ook naar nonkel Rudolph. Een man die ik uiteraard nooit persoonlijk heb gekend.

Toen mijn grootmoeder overgrootmoeder werd, veranderde haar naam van ‘Oma’ naar ‘Oma Koekje’. Uitleg overbodig lijkt me. Er moest tenslotte onderscheid zijn tussen ‘Oma Rietje’ en ‘Oma Pino’ (meneer oma de mama).

Als ik dit logje nog eens herlees besef ik dat ik dit stukje ook op 2 november – Allerzielen – had kunnen schrijven want alle familieleden die ik opvoer zijn al lang gaan ‘hemelen’. Ik houd ze ‘levend‘ in mijn verhalen – zal ik maar zeggen.

In de serie: FAMILIE en KOEKJESTROMMEL

Mijn sportcarrière (1)

20 zondag sep 2020

Posted by Koen in Familie, Koekjestrommel, Nostalgie

≈ 6 reacties

Tags

Atletiek, Boechout, Buurjongens, Eksel, Familie, Gymnastiek, Jeugd, Marc Smet, Paul Thys, Pius X, Sfinks, Sgola, Sint-Gabriël, Sport, Tienkamp, Turnen, Wommelgem

Overdrijven is ook een vak. Dat bewijst de titel van dit stukje. Ik hou van sport maar de eerlijkheid gebied om te zeggen dat ik hou van sport kijken en over sport lezen. Natuurlijk heb ik een paar maal actief sport beoefend maar het zal hooguit een kort hoofdstuk worden in mijn niet bestaande memoires. Mogelijk enkel een voetnoot.

Zoals elk kind en jongere die naar school gaat krijg je lichamelijke opvoeding. Ik dus ook. Turnen of gymnastiek. Verschillende woorden voor hetzelfde. Ik vond als kind de turnles op school een uurtje om te overleven en om te proberen niet te hard op te vallen. Laat ik zeggen dat ik meestal een 6 scoorde. Op mijn rapport kreeg ik meestal een 7. Ik deed mee maar blonk nergens in uit. Ik beheerste de basisoefeningen maar aan het sportraam hangen en dan je benen horizontaal heffen. Zucht. Buikspieroefeningen. Ja, ik deed het tienmaal als dat moest maar dat is dan ook alles wat er over te zeggen is. Ik was van gemiddelde lengte dus ik stond altijd halverwege de lange rij (jongens) om over de bok of de plint te springen. Het ging, soms met een beetje hulp van de meester.

Koen in het tweede leerjaar bij meester Marcel Jansen (*)

De zwemles in het Astridbad in de Nerviërstraat in Antwerpen was van hetzelfde laken een pak. Ik deed alles – zonder protest – mee maar was geen hoogvlieger cq hard-zwemmer. Ik herinner me vooral de enorme chloorgeur en de galmende gangen. En de naar pis stinkende kleedhokjes. Later heb ik op vrijwillige basis mijn reddings-brevet gehaald. Ik heb zelfs een keer meegedaan aan provinciale schoolkampioenschappen zwemmen provincie Antwerpen. Een verhaal voor een andere keer.

Op de middelbare school begonnen de gymnastieklessen dikwijls met lopen. Rennen dus. Geen wedstrijd – toch niet officieel – maar het hardlopen volhouden zonder te wandelen. Op Sint-Gabriël was dat een rondje op de piste van Sgola, daarna een rondje door het park – langs de sfinksbeelden – langs het latere Sfinks-café – terug naar de piste en nog een extra laatste rondje. Ik schat de totale afstand op 1000 tot 1200 meter. Ik eindigde steeds in de tweede groep van de middenmoot.

Later op Pius X (op ’t Kiel in Antwerpen) maakten we kennis met meerdere sporten. Handbal, basketbal, volleybal, badminton, zaalvoetbal en mijn favoriet: honkbal of de softbal-variant. Veel leuker dan het saaie turnen. Onze gymleraar gaf ons ook yoga – zeer vooruitstrevend voor de zeventiger jaren. Ik vond het een verademing.

Als kind (en tiener) heb ik op twee sportclubs (verenigingen) gezeten. Op atletiek en op turnen. Dat laatste zal je vast verbazen gelet op wat ik hierboven schreef. Ik snap het met terugwerkende kracht ook nauwelijks. We mochten van mijn vader (ouders) niet op voetbal want dat is een ploegsport. Omdat we een chalet in Eksel (Vlaams Limburg) hadden waren we de meeste weekends daar te vinden. De redenering van mijn vader was: als je je engageert voor een teamsport dan moet je er ook zijn op de wedstrijddagen. En dat kon ik dus niet garanderen. Vandaar GEEN voetbal, WEL atletiek. Deze sport is veel individueler. De beperkte club-meetings werden ruim van te voren ingepland. Dat kon wel. Ik specialiseerde me – dat is wel een erg groot woord – in de korte loopnummers. 100, 200 en 400 meter. 60 of 100 meter horden en verspringen. Op clubkampioenschappen heb ik tweemaal de hele tienkamp meegedaan. 100 meter lopen, verspringen, kogelstoten, hoogspringen, 400 meter lopen, 110 meter horden, discuswerpen, polsstokhoogspringen, speerwerpen en de 1500 meter. Alleen met polsstokspringen haalde ik beide keren 0 punten. Ik eindigde steevast bij de laatste vijf. Eigenlijk was het een tweekamp met mijn beste vriend en buurjongen Marc. Dat was een wedstrijd in een wedstrijd – die hij meestal nipt won. Zijn broer Pierre haalde afwisselend goud, zilver of brons dankzij hoge scores bij hoogspringen. In onze atletiekclub (SGOLA) hadden we twee olympische atleten. Paul Thys en Marc Smet. Onze ‘helden’ waren ook deels onze trainers.

Nog even over mijn turnavontuur. Er woonden altijd een aantal jongens bij ons in huis. Een tijdje was dat Rudy uit Wommelgem. Zijn vader was reder en vaak van huis. Zijn zoon woonde in de week bij ons en ging in het weekend naar huis. Op dinsdagavond ging hij nog steeds op de fiets vanuit Boechout naar zijn turnkring in Wommelgem. Op ’t Laar – in de buurt van Fort 2. Algauw vonden de vaders dat ik hem moest vergezellen. Dat deed ik. Vooral het fietsen naar – en het terugfietsen naar huis vond ik fijn. We maakten er op de Borsbeeksesteenweg fietswedstrijdjes van. Daarmee haalde ik een behoorlijk resultaat. In de turnzaal was ik van dezelfde middelmaat die ik eerder beschreef.

In een volgend stukje vertel ik meer over mijn sportief leven. Hahaha.

(*) Bij de foto. Waarom deze foto? Ik ging in mijn fotoboeken op zoek naar een sportende Koen. Niet te vinden als ik alle vakantie-kiekjes niet als sportief beschouw. Op bovenstaande foto zit ik op de eerste rij – de tweede van links. In mijn (ons) turnuniform. Een wit shirt met het Sint-Gabriël-logo (schildje) op de borst en een blauwe short. Zo liepen we ook mee in de jaarlijkse processie in het dorp. Uiteraard met witte sokjes en witte turnpantoffels (turnsloefen). Mijn vriend Marc G staat op de tweede rij in het midden. Een andere goede vriend en buurjongen (Dirk v T) zit ook op de eerste rij – de vierde van rechts.

Toevallig meelezende mensen uit Boechout … wie herken je nog meer?

Terug naar school

01 dinsdag sep 2020

Posted by Koen in Familie, Koekjestrommel, Kunst en Cultuur, Nostalgie, Zielenroerselen

≈ 6 reacties

Tags

Begrafenis, Bernard De Pooter, Davidsfonds, Familie, Felix Eyskens, Onderwijzer, Opa, Overlijden, Schilder, Sint-Amands, Sint-Bavo

1 september. De traditionele dag dat kinderen weer naar school gaan in België. De zomervakantie begint elk jaar op 1 juli en op 1 september beginnen de scholen weer. Dat was zo toen ik naar school ging en gaat vandaag nog steeds zo. In België doen ze niet aan vakantiespreiding. Familievakanties worden ofwel rond 21 juli (nationale feestdag) of rondom 15 augustus (Onze Lieve Vrouw Hemelvaart) georganiseerd – meestal afhankelijk wanneer ouders vakantie hebben. Mijn ouders werkten in het onderwijs. 1 september was dus ook de dag dat zij weer volle bak aan de slag gingen.

Ik ga nu nog een generatie verder terug. Ook mijn grootvader – de vader van mijn moeder – was onderwijzer. Gerard Karel De Smedt. Hij was schoolhoofd (hoofdonderwijzer) van de gemeentelijke jongensschool in Sint-Amands aan de Schelde. Hij noemde zichzelf het liefst onderwijzer-kunstenaar. Zijn oudste broer (Nonkel Mon) was heel wat jaren burgemeester van Sint-Amands en een andere broer (Nonkel Pater) was ruim dertig jaar missionaris (Scheutist) in Chinees Mongolië.

Mijn opa stichtte het Davidsfonds in zijn geboortedorp en samen met zijn broer startten ze het kunstgilde ‘Het Vierkant’ in Puurs. Een groep schilders die les kregen van mensen als Felix Eyskens (Vlaams impressionist) en Bernard De Pooter. Hij sprak met grote waardering over hen.

Scheldezicht – © Gerard Desmedt

Hooitijd – © Gerard De Smedt

Landschap in Klein-Brabant – © Gerard Desmedt

Drie schilderijtjes van mijn opa met de originele (gipsen) lijsten. Hij heeft nooit kunnen vermoeden dat zijn werk ooit aan een Mozambikaanse muur zou hangen.

Mijn moeder, mijn oma, mijn tante Lief en mijn opa (1939)

Ik heb niet heel veel eigen herinneringen aan hem want hij overleed op 1 september 1964 in Boechout. Vandaag dus zesenvijftig jaar geleden. Ik was bijna acht jaar. Ik herinner me opa het best in zijn garage-atelier. Zittend op een krukje, gehuld in een stofjas, bril op zijn neus, schilderspalet in zijn linkerhand en een penseel in de aanslag. Hij sprak zacht en was zachtmoedig. Als ik bij hen mocht mee-eten kreeg ik een glaasje tafelbier. En ik herinner me dat hij zijn boterhammen altijd in de koffie sopte voordat hij ze opat. Ik herinner me het zachte geslurp en de geur. Waarschijnlijk had hij zijn gebit niet in maar dat besefte ik niet als kind. Wij woonden in dezelfde straat – schuin tegenover hen.

Ook herinner ik me die dagen van begin september 1964. Mijn grootouders woonden toen nog niet heel lang in Boechout. Zij verhuisden enkele jaren eerder vanuit Sint-Amands naar dezelfde straat in Boechout waar hun oudste dochter (mijn moeder) had gebouwd. Voor het eerst kwam ik in aanraking met de dood. Tegelijkertijd werd ik er ver weg van gehouden. Ik herinner me heel goed dat het huis van opa en oma helemaal was bekleed met zwarte doeken. Een soort donkere grot. Spannend en griezelig tegelijkertijd. Ik heb opa niet opgebaard gezien daar vonden ze mij te jong voor. En tijdens de begrafenis moest ik bij oma blijven. Waarom weet ik niet. Ik had mijn eerste communie anderhalf jaar eerder al gedaan. Mocht een weduwe niet mee naar de mis en het kerkhof? Ik kan het hen niet meer vragen. Ik herinner me wel dat de (zwarte) begrafenisstoet vertrok in de Welvaartstraat richting parochiekerk Sint-Bavo.

Drie jaar later toen de Bomma – de moeder van mijn vader – overleed, was ik wel overal bij betrokken, inclusief het groeten van mijn opgebaarde grootmoeder tot het meelopen in de begrafenisstoet.

Je zult het wel begrijpen … 1 september had bij ons thuis altijd een klein zwart randje ondanks de opwinding van de eerste schooldag.

Moederkesdag

15 zaterdag aug 2020

Posted by Koen in Familie, Koekjestrommel, Nostalgie

≈ 13 reacties

Tags

15 augustus, Feestdag, Feestdagen, Katholiek, Maria Hemelvaart, Naamdagen

15 augustus. Een datum die in mijn geheugen staat gegrift. Moederkesdag in (katholiek) Vlaanderen. Of beperkt dit fenomeen zich enkel tot groot Antwerpen? Ik denk het niet want mijn grootmoeder is West-Vlaams van geboorte (Dentergem). Het is vooral de herinnering aan mijn oma. Zij vond 15 augustus de belangrijkste dag van het jaar. Ik spreek over de moeder van mijn moeder. Mijn meter (bij mijn doopsel). Zoals de traditie het voorschreef in de vijftiger-jaren kreeg het eerst geboren kind als (doop)peter de vader van de vader en als (doop)meter de moeder van de moeder. Laat ik het illustreren met een foto.

Op bezoek bij de kleine Koen

Op de foto van links naar rechts – uiteraard kunnen jullie dat zelf wel invullen – mijn peter – Bompa Jules Schyvens. Ondergetekende op zijn tweede levensdag, mijn moeder natuurlijk en haar moeder: Maria De Smedt Delafonteyne (*), mijn meter. Wij noemden haar ‘Oma’ (en Opa) om onderscheid te maken met Bompa en Bomma. Later toen wij zelf kinderen kregen werd het ‘Oma Koekje‘. Mijn moeder werd ‘Oma Pino‘. Mijn grootmoeder werd 90 jaar en woonde (en was) tot twee weken voor haar overlijden zelfstandig.

15 augustus was een dubbele feestdag. Moederkesdag (Maria Hemelvaart) en háár naamdag. Mijn oma stamde uit de tijd dat verjaardagen niet belangrijk waren maar feestdagen wel. Bij haar verjaardag op 15 januari haalde ze haar schouders op maar 15 augustus was een ‘hoogdag’. Zo weet ik bijvoorbeeld dat mijn moeder haar feestdag op 16 juni is / was (de heilige Lutgardis). Mijn vader op 4 oktober (Sint Franciscus). Mijn eigen naamdag op 26 november (heilige Koenraad von Kontanz) en mijn broer op 24 augustus (heilige Batholomeus). ’t Is maar dat je het weet.

Naar hetzelfde gebruik zijn mijn tweede en derde voornaam: Maria Juliaan. Naar mijn meter en peter. Er wordt vaak om gelachen (gegniffeld) … een man met een meisjesnaam! In Nederland werden de andere voornamen vermannelijkt of vervrouwelijkt. Niet in mijn geval. Op al mijn officiële documenten staat dus: Koenraad Maria Juliaan. In Mozambique is Koenraad een veel te moeilijk woord om uit te spreken dus word ik bij instanties bijna altijd als Maria aangesproken. Hahaha. Dus vandaag is het ook een beetje mijn feestdag.

Ik maak vandaag kalfstong met madeirasaus klaar. En een videeke (kippasteitje) als voorgerecht. Dat zijn twee gerechten die ik associeer met moederkesdag en mijn grootmoeder. Een een Portoke als aperitief en orangettekes bij de koffie.

(*) Afstammeling van de Franse fabeldichter: Jean de la Fontaine

Iets van vroeger (#1)

05 woensdag aug 2020

Posted by Koen in Familie, Foto, Koekjestrommel, Nostalgie, Zielenroerselen

≈ 12 reacties

Tags

Boechout, Bureau, Dagboek, Familie, Herinneringen, Jeugd, Logboek, Nostalgie, Notenkraker, Tsjaikovski, Verhuizen, Vroeger

Wat zijn fijne onderwerpen om over te schrijven? Ik probeer de ‘dagboekstijl’ te vermijden. Zoals bijvoorbeeld: ‘Wakker om 5.17. Beetje gelezen. 6.08 opgestaan en thee gezet. Lunch voor Isabel gemaakt. Bakje yoghurt gegeten. 7.15 uitnodigingen Zoom-lessen per email verstuurd. …’ enzovoort. Totaal niet interessant – noch voor mezelf, noch voor lezers / volgers. Bloggen over corona doe ik af en toe maar dagelijks … ik moet er niet aan denken. Ik probeer mijn stukjes afwisselend te houden.

Op Facebook (of is het Twitter) zie ik met enige onregelmatigheid foto’s van alledaagse voorwerpen uit het verleden. Nog niet oud genoeg om in Bokrijk te worden geëxposeerd maar toch meestal verdwenen uit onze huizen. Het is algauw nostalgie troef en dat is vaak wel een fijn gevoel. Huishoudelijke spullen die vroeger heel gewoon waren. Ik heb het over de zestig- en zeventiger jaren van de vorige eeuw. Mijn kinder- en jeugdjaren. Misschien wordt dit het begin van een nieuwe serie. Ik heb de titel tenslotte een (#1) nummer meegegeven. Natuurlijk heb ik zelf geen eigen foto’s van bijvoorbeeld mijn eerste cassetterecorder, pick up of de bandopnemer van mijn vader. Ik zal dus af en toe een foto uit Pixabay of Pikrepo gebruiken. Die foto’s zijn rechtenvrij.

In 2008 besloot mijn moeder (toen 78 jaar) om te verhuizen naar een kleinere woning. Mijn ouderlijk huis ging in de verkoop. Het huis is door mijn ouders gebouwd (laten bouwen) in 1957 en 1958. Mijn moeder heeft er dus vijftig jaar gewoond. Ik ben kort vóór haar verhuizing nog een keer doorheen het huis gelopen waar ik van mijn tweede tot mijn tweeëntwintigste (met een kleine onderbreking) heb gewoond. Met mijn fototoestel. Ik heb er een fotoalbum van gemaakt wat datzelfde jaar mijn kerstcadeautje werd voor mijn moeder. Deze foto’s staan ook nu nog op een externe schijf. Ik kijk met een weemoedige glimlach naar die foto’s. Spullen en plekjes uit mijn jeugd. Bijvoorbeeld mijn eerste bureautje …

Mijn eerste bureautje

Vooral op ‘onze’ zolder vond ik een denkbeeldig (foto)boek vol herinneringen. En natuurlijk ook veel vergeten spullen. Aan dit bureautje heb ik heel veel tijd doorgebracht. Om mijn huiswerk te maken en om toneelstukjes te schrijven. Of scenario’s voor poppenkastvoorstellingen. Ook het logboek van de scouts en van onze BaLuDiKo-club werd hieraan bijgehouden. De stickers op de bureaulades zijn van na mijn tijd. Ik heb mijn schenen heel dikwijls gestoten (en opengehaald) aan de verbindingslat die te zien is zo’n 20 centimeter van de vloer. Auw auw auw. Het bureautje was af te sluiten met een rolluik. Ik herinner met het geluid en je moest er enige handigheid in hebben want anders kreeg je het niet dicht. Op de foto zie je onder het rolluikje nog net twee kleine laadjes voor potloden, slijpers, gummetjes en frutsels.

En er is meer te zien. Weet je wat of wie die houten pop is? Een notenkraker. Met een houten hendel aan de achterzijde open je de ‘mond’ van deze pop, je stopt een noot in zijn bekkie en ‘krak krak’ … nootjes gekraakt. Deze (magische) Notenkraker komt uit het beroemde, klassieke ballet van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski. Klik HIER voor een foto.

Ook de gekleurde plastic bakjes – rechts op de foto, achter een houten ladder – horen thuis in de verzameling ‘dingen van vroeger’. Ze waren in gebruik in de (bij)keuken. Drie bakjes op elkaar gestapeld voor uien, prei, selder, rabarber … afhankelijk van het seizoen. Een nostalgische wandeling door het huis van mijn jeugd …

In de serie: IETS VAN VROEGER. Er komt vast een vervolg.

Mijn Jeugd ABC Tag (4)

10 vrijdag jan 2020

Posted by Koen in Familie, Koekjestrommel, Nostalgie, Televisie

≈ 25 reacties

Tags

BRT, Frank Aendenboom, Jef Cassiers, Johan en de Alverman, Kapitein Zeppos, Koksijde, Larochette, Leer Leren, Lieveke, Meli-park, Spelen, Televisie

Het is al van eind augustus (vorig jaar) geleden dat ik iets schreef in deze rubriek. Daarom vandaag drie nieuwe letters – drie nieuwe verhaaltjes. Herinneringen uit mijn jeugd.

J. JOHAN EN DE ALVERMAN

Wij kregen relatief laat televisie. Ik weet niet wanneer maar ik denk begin 1964. De moord op J. F. Kennedy (november 1963) herinner ik me van de radio. Mijn vader was niet weg te slaan van de radio. En hij huilde. Mijn oudste tv-herinnering is Kapitein Zeppos. Een Vlaamse jeugdserie. Ik weet dat Senne Rouffaer de hoofdrol speelde en zijn vijand Pukkel heette. En natuurlijk dat hij rondreed in een amfibie-auto. Heel veel meer herinner ik me niet.

Johan en de Alverman (Bron: Pinterest)

Dat is heel anders met Johan en de Alverman. Ik ken nog veel personages bij naam. Johan, de Alverman, Don Christobal, Rosita, Ottorongo en Guy de Sénancourt. En natuurlijk de onvergetelijke, magische woorden ‘fafifoernik’. Een geliefde activiteit was het imiteren van wat we op tv hadden gezien. We speelden dus heel dikwijls Johan en de Alverman. Later ook Batman en Robin. Ook herinner ik me een familiedag – nu heet dat vast een fan-dag of een meet-en-greet – in Bokrijk. Het was een soort geleide speurtocht langs alle middeleeuwse huisjes en boerderijen. Johan (Frank Aendenboom) kon onze hulp goed gebruiken. We waren op zoek naar de Alverman (Jef Cassiers – die door oudere mensen nog steeds ‘Het Manneke’ werd genoemd). Ik denk dat we hem uiteindelijk vonden bij de watermolen. We hadden ook twee boeken (een rood en een blauw boek) van Johan en de Alverman. Met foto’s uit de serie maar ook het verhaal in woorden. Ik heb het vaak herlezen. Ik heb hele mooie herinneringen aan de Vlaamse (BRT) jeugdseries. Naast de twee hierboven al gememoreerde series denk ik aan: Axel Nort, Midas, De Kat, Keromar, Het Zwaard van Ardoewaen. Maar Johan en de Alverman blijft mijn nummer 1. Ik ben nog even op wikipedia gaan kijken en daar lees ik dat Kapitein Zeppos drie jaargangen had. Dat was ik vergeten.

K. KOKSIJDE

Een dagje naar de Meli (Adinkerke) 1962 (*)

Onze zomervakantie-bestemming in 1962 en 1963. Ik denk dat mijn ouders een appartement(je) huurden voor vier weken in Koksijde (aan de Belgische kust). Niet op de dijk maar in een zijstraat of een zijstraat van een zijstraat. Hooguit drie minuten lopen naar het strand. Bij het appartement hoorde ook een ‘cabinneke’ (strandhokje). Ik herinner me een jaarlijks ‘vakantie-werkboek’ met veel opdrachten. Verhaaltjes, kleurplaten, raadsels oplossen, een lijn trekken van 1 naar 2 naar 3 naar uiteindelijk 72 en dan had je een clown of een kasteel getekend. Ook mini-bordspelletjes maar ook rekensommetjes en taalspelletjes. Ik vond het leuke boeken. Een cadeautje op de dag dat we aankwamen in Koksijde. Natuurlijk herinner ik me ook de uitstappen naar de Meli of met de tram naar Nieuwpoort. Op familiebezoek bij Tante Maria in De Panne. Elke week mochten we een go-carretje huren op de dijk. Heel soms huurde mijn vader een groter model waarbij we alle vier moesten trappen. We speelden badminton (althans dat probeerden we) en ‘jokari‘. Wie kent dat nog? Mijn vader was de auteur van het boekje ‘Leer Leren’ en ‘Appredre a étudier’. Hij had daarvoor tweetalige reclame-flyertjes laten drukken. Op drukke dagen moesten wij een uurtje gaan flyeren door deze foldertjes onder de ruitenwissers van geparkeerde auto’s te stoppen. Kinderarbeid. Mijn eerste herinnering dat mensen ook een andere taal (kunnen) spreken was ook in Koksijde. In de winkel waar mijn vader brood, charcuterie en zijn krant kocht werd Frans gesproken en dat vond ik raar en mysterieus.

L. LIEVEKE

Lieveke (1972) Spoorloper

Mijn zus. Veertien jaar jonger dan de auteur van dit stukje. Officieel heet ze ‘Godelieve’ – naar haar meter, de jongere zus van mijn moeder. Haar hele jonge leven werd ze ‘Lieveke’ genoemd tot ze er ergens in haar tienerjaren genoeg van had. Toen werd haar naam afgekort tot ‘Lieve’ maar even later werd het ‘Lief’ – en dat is het gebleven tot op de dag van vandaag. ‘Ons Lief’. We hebben nauwelijks acht jaar onder hetzelfde dak gewoond en uiteraard zijn de bezigheden van een knul van 17 heel anders dan die van een kleuter van 3. We hebben dus nauwelijks gezamenlijke jeugdherinneringen. Ik ben opgegroeid met relatief jonge ouders, zij met oude ouders. Een mooie herinnering heb ik aan een lang weekend in Luxemburg. We maakten – zoals gebruikelijk in vakanties – grote wandelingen in de buurt. In dit geval: Larochette. Lieveke was een baby en lag (of zat ze al?) in haar ‘voiture’. Natuurlijk volgde mijn vader een vooraf uitgestippeld (natuur)pad. Hij had er niet echt over nagedacht dat hij nu routes moest bedenken waar je met een kinderwagen kunt wandelen. Dus er zat niets anders op dat Bart en Koen – de grote broers – de halve weg de kinderwagen moesten dragen. Kinderarbeid. Over rotspaadjes, over kleine riviertjes en door modderige achteraf-wegen. Ik weet dat er een super 8 filmpje van bestaat maar waar? Don’t ask me. Later ging ze met ons mee op vakantie naar Frankrijk en naar Corsica. Dit kleine meisje is van plan om dit jaar het getal 4 in een 5 te veranderen.

In de serie: JEUGD ABC

(*) Op de foto’s (1962) in de Meli zie je mijn ouders, mijn jongere broer en ik, een nichtje, ik denk Greet (of misschien toch Marleen) en Simonne, de dochter van onze kuisvrouw. De reus herinner ik me goed – je zag hem ademen, zijn buik ging op en neer. En volgens mij was er ook een ‘Rattenvanger van Hamelen’ stadje en nog een paar sprookjes. Een vogelpark met flamingo’s, pelikanen en papegaaien. En heel veel potjes honing.

Mijn jeugd ABC Tag (3)

31 zaterdag aug 2019

Posted by Koen in Boeken, Eten en Drinken, Familie, Koekjestrommel, Reizen, Televisie

≈ 16 reacties

Tags

Arendsoog, Bart Peeters, Boechout, Boeken, Bompa, Familie, Hove, Hugo Matthysen, Indiaan, Italië, Karl May, Klukkluk, Ottorongo, Pius X, Televisie, Texel, Vakantie, Vlaanderen, Winnetou, Witloof

Opnieuw drie herinneringen aan mijn jeugd.

G. GROENTEN

Welk kind heeft niet – van tijd tot tijd – ruziegemaakt met z’n (haar) ouders over het eten van ‘groenten’. Eigenlijk herinner ik me enkel de strijd om ‘witloof’. Ik schrijf het opzettelijk met twee o’s. Witloof en niet ‘witlof’. Uiteraard is dit dezelfde groente. In Vlaanderen schrijven we dat met twee o’s. In Nederland werd het lang ‘Brussels lof’ genoemd en nu is witlof de algemeen aanvaarde naam. Mijn moeder maakte witloof op drie verschillende manieren klaar. Rauw – in kleine stukjes gesneden. Mijn vader was er verzot op. Met mayonaise (uiteraard) en soms met een koud hard gekookt eitje. Deze variant mochten wij overslaan. Dan aten wij veldsla. Ook met mayonaise en een eitje. Witloof gestoofd in boter. De meest bittere variant. Grrrr. Met lange tanden … en ruzie … enzovoort. Witloof met hesp en kaassaus (uit de oven) was eetbaar. Zeker met veel extra kaassaus. En mijn moeder was zo aardig om een paar rolletjes witloof te vervangen door prei. De schat.

Verse groenten (foto: Pixabay)

Verder was ik een goede groente-eter met rode kool als favoriet. Gevolgd door pekes en erwtjes – gestoofd met een ajuintje. Opnieuw kies ik voor de Vlaamse schrijfwijze. Omdat we in die tijd veel meer seizoensgebonden groenten aten, kwamen de snijbonen na een tijdje mijn neus uit. Teveel dagen hetzelfde. En er werd wat afgeweckt in die tijd – dat is een understatement. Schorsenelen (schorseneren) en asperges hoorden (toen) ook niet tot mijn favoriete groeten.

En hoe anders is dat nu. Ik ben dol op witlof en asperges. Zou het kunnen dat de telers een minder bittere variant hebben ontwikkeld? Van broccoli, aubergine, courgette, kousenband of Chinese kool hadden we nog nooit gehoord.

H. HUGO MATTHYSEN

Middelbare school in Antwerpen. Afdeling ‘Mens Wetenschappen’. In mijn jeugd waren er bijna geen gemengde scholen in het katholiek onderwijs in Vlaanderen. Jongens en meisjes gingen naar verschillende scholen. Een aantal staatsscholen waren wel gemengd. In het vijfde en zesde middelbaar zat ik in de klas met één van de laatst overgebleven ‘internen’ van PIUS X. Den Hugo. Hij was ‘intern’, dat betekent dat hij door de week op school bleef slapen en dus een kamer had op school. Heel wat vrije lesuren hingen we dan ook stiekem rond in zijn kamer. We werden goede vrienden. Hij speelde gitaar en schreef grappige liedjes en toneelstukjes (Johny Wol). Snel na mijn achttiende verjaardag had ik een auto en begonnen we in het weekend uit te gaan. Hugo woonde destijds in Ekeren Kappelen maar trok meestal met ons op. Met ons bedoel ik: Peter (uit Hove) en ik (uit Boechout). Ik was vaak de chauffeur van dienst. Met plezier overigens. De meeste Vlaamse lezers weten vast wie ‘Hugo Matthysen’ is. Compagnon van Bart Peeters of ze kennen hem van zijn stukjes in Humo of als scenarioschrijver van Dag Sinterklaas, Kulderzipken, Het Leugenpaleis, enzovoort. Moet ik ook nog ‘Clement Peerens’ vermelden? De link met Bart Peeters is nu gauw gelegd want den Bart zat ook op onze middelbare school en woonde ook in Boechout. Kun je nog volgen? Een kleine wereld … De vriendschap met Hugo (en Bart) is verwaterd door de grote afstand. Ik verhuisde algauw naar Friesland, hij studeerde in Leuven en verhuisde later naar Hove. Ik kwam maar een keer of drie vier per jaar naar Vlaanderen en hij was druk met z’n carrière. Soms horen we iets van elkaar via anderen. En mocht den Hugo dit lezen. “Groetjes en laten we weer eens iets afspreken … en altijd welkom in Ossendrecht of in Mozambique.”

I. Indianen

Mijn moeder was een grote lezer. Mijn vader moedigde ook ons aan om boeken te lezen. Strips werden oogluikend toegestaan maar als leraar Nederlands had hij zijn bedenkingen. Wij leerden de Indianen kennen via boeken en films. Ik las alle verhalen van Karl May. Ik hield veel meer van Winnetou – het opperhoofd van de Apachen – dan van Old Shatterhand. Ook de Arendsoog-boeken werden verslonden. Via de televisie leerden we Ottorongo (Johan en de Alverman) en Klukkluk (Pipo de Clown) kennen. We verkleedden ons vaak als indiaan – met oorlogsstrepen – en we waren uren bezig om goede bogen te maken. En heel veel pijlen en een zelfgemaakte pijlenkoker. We galoppeerden op denkbeeldige paarden die we vastbonden aan heel wat denkbeeldige bomen op Texel en Terschelling.

Indianen op Texel

Mijn grootvader – Bompa Schyvens – maakte één grote reis in zijn leven. Naar Italië – ik denk naar Venetië. Geen onverdeeld succes. Sinds die ene reis sprak hij het woord ‘Italianen’ nooit meer uit. Hij gebruikte daarvoor het woord ‘Indianen’.

In de serie: MIJN JEUGD ABC #TAG

25 jaar

09 dinsdag okt 2018

Posted by Koen in Familie, Koekjestrommel, Nostalgie, Zielenroerselen

≈ 14 reacties

Tags

1958, 1993, Bart, België, Boechout, Familie, Jeugd, Klussen, Legerdienst, Overlijden, Poppenkast, Terschelling, Vissen, Vrienden, Wielrennen

9 oktober 1993. We slapen op een matras in mijn werkkamer. We hebben tijdelijk onze eigen slaapkamer ter beschikking gesteld aan een klasgenote van Catelijne. Zij heeft het even te moeilijk thuis. In samenspraak met Ome Leo – mentor en vertrouwenspersoon van het Gymnasium waar de dames naar school gaan – hebben we voor deze oplossing gekozen.

Waarom schrijf ik dit stukje hierboven? Omdat ik het me zo goed herinner want op diezelfde ochtend belt mijn vader. We zijn al wel wakker maar liggen nog in bed … matras dus. Het is nog vroeg en mijn vader is geen ‘beller’. Het trieste nieuws. Mijn broer is overleden. Niet helemaal onverwacht. 34 jaar is hij geworden. Hij was behoorlijk ziek. Kolere kl#te K. (Hotchkin of Non-Hotchkin) (*) En toch komt zo’n nieuws aan als een donderslag bij heldere hemel … nou ja … bewolkte hemel.  Zijn hart kon het niet meer bolwerken. Je zult begrijpen dat de dagen erna heel anders werden ingevuld dan we dachten. We helpen mijn schoonzusje zoveel we kunnen.

Ik schreef vorige week twee keer over vissen op Terschelling. En daar memoreerde ik al dat ik niet de visser van de familie was maar wel mijn broer. Ik was toen nog niet bezig dat het alweer vijfentwintig jaar geleden is dat hij is overleden. Misschien wel in het onderbewuste.

Koen heeft een broertje (23-11-1958)

Onze eerste foto samen. Een maand eerder blies ik twee kaarsjes uit. In de tien dagen dat mijn moeder met onze Bart in ’t ‘moederhuis‘ lag, verhuisden wij van de Frans Segersstraat naar de Welvaartstraat. Daar staat het huis van onze jeugd. Huize Tijl. Ik ben – op een korte tussentijd na – daar blijven wonen tot de zomer van 1979.

Onze Bart. Twee jaar jonger. Dat is tijdens je kinderjaren heel veel. Nou ja … op school dan toch. Thuis is dat anders. Wij deden heel veel samen. Ik moet wel bekennen dat ik bijna altijd de ‘baas’ was. We speelden Batman. Ik uiteraard de held en Bart was Robin. We bouwden kampen (hutten). Ik was de projectleider, mijn broer de uitvoerder. We richtten geheime genootschappen op. BaLuDiKo. Ik was de president, mijn broer de secretaris. De buurjongens waren ‘leden’. Ik vond bij de verhuizing onlangs ons logboek. In het reglement stond onder andere … “Koen is de baas. Als hij er niet is, is Bart de baas.” En nog veel meer uiteraard. Het document is door ons vieren ondertekend met een duimafdruk van bloed. Ik herinner me de ceremonie met naald en kaarsen op onze zolder.

Uiteraard bleef de rolverdeling niet zo. Toch was er altijd een verschil. Ik was eerder wat serieuzer en onze Bart de (onbezonnen) doener. Als vijfjarige knipte hij zijn eigen haar … coupe: diepe happen in het acajou-kleurige haar. Hij was handiger. Tekende graag en goed. We hebben ontzettend veel toneelstukjes en poppenkast-verhalen verzonnen. We typten de scenario’s op de oude typemachine van mijn moeder. Mijn broer maakte de decors. We richtten onze kelder in als Poppentheater KOBA. We vroegen 1 frank entree. We zijn er nooit rijk van geworden maar hadden een onbezorgde jeugd. We speelden met de coureurekes, deden de wielrenners na in onze buurt. We bouwden berglandschappen en speelden uren op de zolder met onze Märklin-treinen. We verzonnen gezelschapspelletjes. Lange zomervakanties – kampeervakanties – eerst in Koksijde, een jaar in Spanje, twee jaar op Texel en vanaf 1967 op Terschelling.

Later gingen we studeren. Ik in Antwerpen en Bart in Hoboken. We deden allebei een lerarenopleiding. Ik Nederlands/Geschiedenis en Bart werd technisch leraar Elektriciteit. Hij besteedde uren aan lesvoorbereidingen met prachtige maquettes. Later stapte hij over naar het bedrijfsleven. In huis moest hij zaken herstellen. Een loshangend deurtje van een kast, een rolluik. Kapotte lampen. Ik deed alsof ik twee linkerhanden had. Ik ‘profiteerde’ van zijn vakmanschap.

We waren allebei zeer actief in ‘De Kring – jeugdvereniging in Boechout. Hij was de gangmaker van jeugdatelier ‘Kakeldoe’ in Vremde. Speelde ‘Koning Tituto’ en werd ‘gehypnotiseerd’  in een van de eerste shows in het chiromeisjes-lokaal. Hij speelde de man in de ‘Ghenouchelicke clute van nu noch’. Ik regisseerde met Suus – de moeder van Bart Peeters – als theatercoach.

Ik werd afgekeurd voor legerdienst – dat ik ondertussen in Friesland woonde heeft zeker meegeholpen. Mijn broer vervulde zijn diensttijd in Duitsland en werd daar de animator / gangmaker van zijn legereenheid. Ik bezocht hem daar één keer samen met zijn verloofde. Later zijn vrouw. Ik was onder de indruk van zijn organisatie-talent. Zijn kameraden droegen hem op handen. Jarenlang heeft hij zich ingespannen voor de plaatselijke volleybalvereniging. Het clubblad, wedstrijdformulieren … ik hoorde het af en toe want ik was ondertussen ‘ver van huis’. Ik woonde in Friesland en had mijn eigen leven en gezin. Hij kocht het huis van onze grootouders en begon aan een heel grote verbouwing.

Hij was – zeker als kind – meer bij de hand dan ik. Ik herinner me Sinterklaas. In Vlaanderen wordt Sinterklaas gevierd met cadeautjes zolang er nog een kind in huis is dat gelooft. Onze Oma verraadde mij dat de facteur Sinterklaas is. Ik was een goedgelovige en erg ontgoocheld. Zowat hetzelfde jaar vertrouwde onze Bart mij toe dat hij wist dat Sinterklaas niet echt was. Maar hij zei dat hij er nog twee jaar in zou blijven geloven anders waren er geen cadeautjes meer – zeker omdat hij eind november jarig was. En hij heeft dat volgehouden.

Nog zo’n voorbeeld. Hij zei altijd ‘kelat’ in plaats van ‘chocolat’. Mijn vader – leraar Nederlands – was dat zo beu dat hij boos werd en mijn broer dwong om ‘chocolat’ te zeggen. Waarop Bart (4 of 5 jaar oud) met zijn mond vol zei: “Ik weet dat ik chocolat moet zeggen maar ik zeg … kelat.” Einde discussie.

Dit stukje is een beetje van de hak op de tak. Herinneringen komen boven. De fotoboeken staan thuis in de kast in Nederland. Hier in Mozambique moet ik het doen met flarden jeugdherinneringen. Onze jongere zus heeft heel andere herinneringen aan onze Bart en dat komt natuurlijk door het grote verschil in leeftijd. Respectievelijk twaalf en veertien jaar.

‘Typisch  Bart’ herken ik vooral in mijn eigen zoon. Jules lijkt fysiek op hem en ook veel van zijn interesses zijn hetzelfde. En hun grenzeloze inzet voor iets waar ze zich toe engageren. Volleybal / Brandweer.

Wat had ik hem graag Mozambique laten zien. En ons huis en tuin. En … zo gaat het in het leven. Niet eerlijk maar Ine zou zeggen … ‘karma’ … en daar laat ik het maar bij. Karma.

(*) Ik heb best een goed geheugen maar de medische en ziekenhuis details van zowel Bart als van Ine heb ik min of meer uitgewist. Controle Alt Delete.

Nonkel Pater stort neer

01 donderdag feb 2018

Posted by Koen in Azië, Familie, Foto, Koekjestrommel

≈ 14 reacties

Tags

1947, 1953, China, Frans De Smedt, Het Hondje van de Ruyter, Kunming, Melsbroek, Neeltje Jans, Nonkel Pater, Ongeluk, Scheut, Sint-Amands, Trans-Air, Vliegtuig, Water, Watersnoodramp

In zuid Nederland wordt vandaag uitvoerig stil gestaan bij de watersnoodramp van 1953. Vandaag 65 jaar geleden. In 1993 ging op Neeltje Jans het theaterstuk “Water” in première. Een stuk dat ik schreef en regisseerde in opdracht van “Het Hondje van de Ruyter”. Een zilveren jubileum, vijfentwintig jaar geleden maar dat wordt uiteraard niet gevierd.

Ik wil vandaag stilstaan bij een andere opmerkelijke gebeurtenis. Sommige noemen het: “Het mirakel van Kunming”. Over mijn Nonkel Pater – waarover ik al vaker heb geschreven. Pater Frans De Smedt – broer van mijn opa en pater van Scheut met missiepost in Chinees Mongolië. Eerste helft twintigste eeuw. Zet je schrap. “Riemen vast … ready for Take Off” Ik vertel …

Nonkel Pater was voor de tweede keer terug uit China na onder andere een Japans interneringskamp te hebben overleefd – tussen 1943 en 1945. Naar goed gebruik werd er opnieuw geld opgehaald in zijn geboortedorp Sint Amands (aan de Schelde, provincie Antwerpen) voor zijn missiepost en het werk van de Scheutisten in het algemeen.

Nonkel Pater – Frans De Smedt – middelste rij uiterst links

Dit keer ging hij niet per boot naar China zoals de twee voorafgaande keren maar met de ‘vlieger’. Het vliegtuig. Samen met negentien andere confraters.

Vliegveld Melsbroek – 13 december 1947

Op 13 december 1947 vertrok op Melsbroek een klein gecharterd Stirling vliegtuig naar China met 28 missionarissen aan boord waaronder 20 Scheutisten, 6 Zusters van de Jacht en 2 Franciscanen. Heel wat China-missionarissen van Scheut hadden tijdens de jaren van de oorlog hun afreis moeten uitstellen. Zij maakten nu van deze goedkope lijn gebruik om naar China te reizen. De pauselijke nuntius Mgr. Cento kwam persoonlijk het vliegtuig zegenen bij de afreis in Melsbroek.

De vlucht ging naar China met tussenlandingen in Parijs en Rome. Daarna, via landingen in het Midden Oosten, Pakistan, India en Saigon naar China. Onderweg besliste de commandant om in plaats van naar Saigon, naar Kunming (toen Yunnanfu genoemd) in Zuid-West China te vliegen. Daar lag een militair vliegveld, wel niet zo goed onderhouden, maar daar zou men kerosine kunnen bijtanken.

Nonkel Pater schreef later in zijn dagboek: “Normaal moest de reis over Saigon gaan maar de hulppiloot was een spion geweest voor de Duitsers tijdens de oorlog en stond daarvoor bekend bij de Fransen. Om niet in Franse handen te vallen, besliste de commandant om Saigon te vermijden en in de plaats naar Kunming te vliegen. Wij overnachtten bij de bisschop van de Missions Etrangères de Paris in Kunming. Op maandag 21 december zou het vliegtuig terug vertrekken.”

Op de foto … voor de familie thuis

Zijn vriend en confrater Ernest Stassen (bovenste rij – tweede van links) schreef: “We reisden met een camion naar het vliegveld. De bemanning zat reeds in het vliegtuig en de motoren draaiden om ze op te warmen. Elk van de vier motoren was nog eens goed nagezien. We vertrokken van een piste gelegen op een hoogte van 1940 meter midden in de bergen. Het vliegtuig steeg tot ongeveer 50 meter maar verloor dan hoogte. Aan de bewegende kleppen van de vleugels zag ik dat de piloot hopeloze pogingen deed om te stijgen, maar het vliegtuig daalde en crashte op een Chinees kerkhof. Eerst raakte de staart een grafheuvel en werd afgerukt. Meteen werd de bagage over heel het kerkhof uitgestrooid. Ik greep de zetel vóór mij en hield die vast met al mijn kracht. Het vliegtuig raakte opnieuw de grond, meerdere keren, wat telkens gepaard ging met grote schokken tot het eindelijk na een finale grote schok stilstond. Gelukkig schoot het niet in brand of kantelde het niet. Een stofwolk kwam langs alle kanten binnen. Ik was één van de weinigen die nog op zijn zetel zat. En vermits ik achteraan zat, was ik één van de eersten uit het vliegtuig.”

Stirling van Trans-Air neergestort in China

Eens buiten het vliegtuig zagen zij dat het vliegtuig in stukken uiteen lag. De kerosine liep uit de reservoirs op de verhitte motoren waar ze verdampte zonder dat ze vuur vatte. De eerste piloot was uit het vliegtuig geslingerd maar bleef ongedeerd. Hij hielp zoveel mogelijk de passagiers die elk op eigen houtje uit de wrakstukken van het vliegtuig sukkelden.Toen bleek dat wonder bij wonder alle passagiers haast ongedeerd waren gebleven. De tweede piloot echter, Mr. Jude, was zwaar gekwetst. Hij was door het plexiglas van de voorruit heen naar buiten geslingerd. Een pater gaf hem de absolutie.  Hij had een schedelbreuk en zou later overlijden in het plaatselijke ziekenhuis. Zijn echtgenote was één van de hostesses. Zij was ongedeerd maar zag haar man liggen – precies die man om wie de vlucht naar Saigon was omgeleid naar Kunming. Verder was er een passagier met een gebroken been. Anderen met gebroken armen, een gebroken voet en gekneusde ribben. Al bij al relatief weinig gewonden.

Kunming – december 1947

Het nieuws van het gecrashte vliegtuig werd uiteraard op het vliegveld bekend, het lag slechts op drie kilometer van het vliegveld. Maar op een haast ontoegankelijke weg midden in de rijstvelden. Toen de Sterling opsteeg, stonden Amerikaanse militairen met hun vliegtuig klaar om onmiddellijk daarna ook op te stijgen. Zij zagen het vliegtuig uit de lucht vallen en sprongen in een jeep om hulp te bieden maar ze geraakten slechts na een ruime omweg van vijftien kilometer tot bij het vliegtuig. Samen met de Chinese politie. Volgens de piloot verliep het opstijgen vrij normaal tot plots drie van de motoren uitvielen – om onbekende redenen. Het vliegtuig verloor onmiddellijk hoogte en snelheid. De piloot trachtte nog neer te komen in een rijstveld maar dat lukte niet. Hij had tijdens de oorlog met dit type Sterling gevlogen en kende het vliegtuig tot in alle details. De oorzaak van de crash bleef voor hem echter een raadsel.

Bij de neergestorte Sterling van Trans-Air

En dan begint het verhaal van Nonkel Pater dat hij graag vertelde aan ons – snotneuzen. Jaren later. Waarschijnlijk de realiteit aangevuld met de nodige details om zijn avontuur smeuïger te maken. Met enkele dennentakken en de overjassen van de reizigers stak men een paar brancards in elkaar om daarop de tweede piloot en enkele gewonden weg te brengen. Maar ze stonden daar midden in ’t veld en wisten niet waarheen. De bagage lag vernield en uitgezaaid over een groot oppervlak: kledij, ondergoed, boeken, geblutste kelken, kapotte schrijfmachines enzovoort. Iedereen ging op zoek naar wat hij van eigen bagage nog kon herkennen. Alles werd opnieuw bijeen gehaald en gepakt zoals het ging en men begon al te overleggen hoe men gekwetsten, passagiers en bagage kon wegbrengen. Nieuwsgierige Chinese boeren kwamen toegelopen maar alleen om toe te zien. Toen men hen vroeg om te helpen dragen, weigerden ze met een verveelde lach. Ze wisten wellicht niet hoe ze met die situatie moesten omgaan en hielden zich een tijdje afzijdig. Maar dat veranderde na een tijdje. Nonkel Pater vertelde over de Chinese bevolking die aankwam en het nodige meenam. Diefstal en roof. Maar een valieske van Pater De Smedt lieten ze achter nadat ze de inhoud zagen. Bijgeloof van de inlandse bevolking. Daar zaten zijn religieuze spullen in. Een stola, een kelk en zijn witte priester-collen. En dat was maar goed ook want mijn oma en haar schoonzus hadden heel toegewijd al zijn collen volgepropt met Amerikaanse dollars. En daarna ging het samen met de Amerikaanse reddingsploeg richting vliegveld en bisschoppelijke residentie waar ze werden verwelkomt met kip, perziken en whisky. 

Opnieuw poseren voor het vliegtuig. Voor de familie thuis.

Na enkele dagen oponthoud in Kunming vlogen de missionarissen uiteindelijk met een ander vliegtuig verder naar Shanghai en Beijing.

Je zult begrijpen dat ik dit verhaal met rode oortjes heb beluisterd. Niet één keer maar veel vaker. Verteld door de man die het heeft meegemaakt – mijn Nonkel Pater. Het overleven van een vliegtuigcrash.

Ik heb dit verhaal deels vanuit mijn eigen jeugdherinnering geschreven – zoals Nonkel Pater het ons vertelde – maar aangevuld met details die ik op internet vond. De belangrijkste bron daarbij is Stanny Van Grasdorff.

In de serie: KOEKJESTROMMEL

← Oudere berichten

Welkom

Een paar keer per week een stukje met een foto. Soms een link of een filmpje. Niet echt een dagboek; meer iets wat me opvalt, me bezig houdt, iets wat me blij of boos maakt. Vaak over mijn dagelijks leven met Isabel. In Nederland of in Mozambique. Tijdens het werk en/of op vakantie. En met grote regelmaat vertel ik iets over de boeken die ik lees.
Ik kijk uit naar je reactie.

Follow Koen Schyvens on WordPress.com

Ik luister nu

Ik lees nu

Wij kijken nu

Koen twittert (af en toe)

  • RT @paul_brandt: @Dolfjansen Knap dat postzegel NL de tweede voedselproducent van de wereld is. Om trots op te zijn. Schadelijk dat NL daar… 1 day ago
  • @AnnDeCraemer Alleen op mijn laptop. 5 days ago
  • @FrankVanLaeken Toen Beenhakker (in de Kuip) van de Kerkhof wisselde voor van Loen wist ik (ahum) dat de Rode Duive… twitter.com/i/web/status/1… 1 week ago
  • @AnnDeCraemer Op een camping bij de Tarn (in Frankrijk). 2 weeks ago
  • @Wllem1 Goesting 2 weeks ago
Follow @KoenSchyvens

Zomaar een foto uit mijn blog-archief

Jarige Isabel en Koen in Brugge

Reacties op mijn stukjes …

Toos van Holstein op Werkverblijf in Goes (6)
Anuscka op Werkverblijf in Goes (6)
rietepietz op Werkverblijf in Goes (6)
staartje op Werkverblijf in Goes (6)
Koen op Werkverblijf in Goes (6)
Koen op Werkverblijf in Goes (6)
Koen op Werkverblijf in Goes (6)
Koen op Werkverblijf in Goes (6)
Thomas Pannenkoek op Werkverblijf in Goes (6)
rietepietz op Werkverblijf in Goes (6)

Hier blog ik over …

1000 vragen Afrika Auto Avek Beeldende kunst België Bergen op Zoom Bloggen Blogs Boechout Boeken Corona Corso Culinair Dans Dieren E-boek Facebook Familie Film Foto Frankrijk Friesland Geschiedenis Goes Griekenland Huwelijk Ine Internet Isabel Jardim Kerstmis Koken Krant Kunst Leeuwarden Lezen Maputo Matola MDLM Media Mozambique Muziek Nederland Noorwegen Nostalgie Parijs Politie Politiek Portugal Prijsvraag Reizen Schilderij Schrijven Sport Televisie Terschelling Theater Thriller Traditie Tuin Umoja Usa Vakantie Verjaardag Vertellen Voetbal Vrienden Wandelen Weblog Wielrennen Wyns YouTube Zuid Afrika Zundert

Meest gelezen berichten vandaag

  • Werkverblijf in Goes (6)
    Werkverblijf in Goes (6)
  • Yaniv
    Yaniv
  • Vissen op Terschelling (2)
    Vissen op Terschelling (2)
  • Broodautomaat
    Broodautomaat
  • WC, mannelijk of vrouwelijk
    WC, mannelijk of vrouwelijk
  • Nog één keer terugkijken
    Nog één keer terugkijken
  • De Century Trilogie
    De Century Trilogie
  • Waterzwijn en andere dieren
    Waterzwijn en andere dieren
  • Koekjes
    Koekjes
  • Welterusten
    Welterusten

Mijn archieven per maand

Mijn blogkalender

augustus 2022
M D W D V Z Z
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
293031  
« jul    

Categorieën

  • Actualiteit (425)
  • Afrika (699)
  • Azië (46)
  • Boeken (174)
  • Eten en Drinken (288)
  • Europa (12)
  • Familie (420)
  • Fictie (14)
  • Foto (147)
  • Internet (192)
  • Jukebox (3)
  • Koekjestrommel (21)
  • Kunst en Cultuur (397)
  • Latijns Amerika (27)
  • Muziek en liedjes (6)
  • Natuur (165)
  • Nostalgie (352)
  • Olympische Spelen (9)
  • Onderwijs (4)
  • Politiek (133)
  • Radio (21)
  • Reizen (406)
  • Religie (39)
  • Repertoire (9)
  • Schrijven (60)
  • Sport (74)
  • Studie (6)
  • Taal (5)
  • Televisie (131)
  • Toekomst (11)
  • Tuinieren (21)
  • Uncategorized (3)
  • Verbouwing (14)
  • Wetenschap (5)
  • WK 2014 Brazilië (14)
  • Zielenroerselen (260)

Weblogs die ik regelmatig volg

Aantal blog hits

  • 415.055 hits

Zoek op mijn blog

Follow Koen Schyvens on WordPress.com

Blog op WordPress.com.

jacomingaroundtheworld.wordpress.com/

jacoming around the world

Emigreren naar Kreta

Onze tocht naar het verwezenlijken van onze droom

GoAnnelies

Passie als toverwoord

Welkom op Karels WP

wil van mijn bezoekers een glimlach ontfutselen

Beaunino loopt de Camino

‘Gewoon doorlopen!’

ZICHTBAAR ALLEEN

Een blog over poëzie

Millennial op reis

Loop met deze millenial in zeven sloten tegelijk

footsteps abroad

Sprekershoek

Eriks Keek op de Week en Andere Ongemakken

LOLA LOVES CHAMPAGNE

second part of my life

Geluk volgt uit tevredenheid en tevredenheid is een keuze

apenstaartjeweblog

staart logt

renehoeflaak.com

bloggen, reizen, mensen, plekken, bewegen

De niet genomen weg

Fietsen, wandelen, foto's, gedachten en meer.

Mainzer Beobachter

Blog van Jona Lendering

Afanja's Weblog

Foto's út Fryslân en omkriten

Lucrèce Matthijs schrijft Luc-RAAK

blogger - copywriter - storyteller - columnist - speechschrijver

eddiesblog2016

omabaard

oma van 5 prachtige kleinkindjes

FiveSonsBlog

zeverzin

verzen en andere oefeningen in schoonheid

De dingen des levens !

Dagdagelijkse dingen die je nergens anders leest.

maxvanhemel.wordpress.com/

potloodtekenaar, verteller, curator en cultuurminnaar

TOOS&ART

Beleef de wereld van beeldend kunstenaar TOOS van Holstein, haar kunstleven, haar ervaringen, haar ideeën

groengenot

Over genieten en ecologisch bezig zijn...

Cultuur Overal

Impressies, tips, berichten en recensies

Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

ximaar

Zwerffietser/loper in en om Alkmaar

genieten in stijl

LEVENSJUTTERS

Over authentiek leven aan de buitenkant van Denemarken

Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid
  • Volg Volgend
    • Koen Schyvens
    • Doe mee met 203 andere volgers
    • Heb je al een WordPress.com-account? Nu inloggen.
    • Koen Schyvens
    • Aanpassen
    • Volg Volgend
    • Aanmelden
    • Inloggen
    • Deze inhoud rapporteren
    • Site in de Reader weergeven
    • Beheer abonnementen
    • Deze balk inklappen
 

Reacties laden....