
Nog net op tijd. De week van het Nederlands zit er bijna op. Eerlijk gezegd las ik er bij toeval iets over op Vlaamse websites. In Nederland gaat de volle aandacht naar de jaarlijkse Kinderboekenweek. Eigenlijk is het raar dat deze twee evenementen samenvallen. Je zou toch verwachten dat taalclubs hun agenda’s op elkaar afstemmen. Op vrt.nieuws las ik een opiniestuk geschreven door Benedikte Van Eeghem. Ik genoot van de eerste tot de laatste letter. Ik ga vandaag zelfs nog een stapje verder: ik citeer hieronder haar tekst. Iets dat ik zelden doe. Ja … gedichten wel maar geen lange lappen tekst.
De liefde voor Mijnheer N.
Week van het Nederlands: zoals wiedergutmachungsseks, maar nog beter.
Tromgeroffel en trompetgeschal: we vieren de Week van het Nederlands, dames en heren. Als ik thuis met dat nieuws uitpak, krijg ik in het beste geval twee verveelde puberblikken in ruil. Taal is ‘fokking saai’ en je kunt er geen snapstreaks mee verzamelen. Daarom vermeld ik de feestweek niet in het huishouden en zwijg ik wijselijk over mijn affaire met mijnheer N.
Mijnheer N. is het Nederlands. Hij verschaft me als minnaar eindeloos genot, zelfs wanneer ik het niet verwacht. Doet me op mijn onderlip bijten als hij me in elke hoek van de kamer met woorden verrast. Mijnheer N. beroert, ontroert en voert mij naar ongekende hoogtepunten. Ik koester die beleving door te lezen en van zijn woordenschat te genieten. Door te schrijven en me aan zijn potentie te laven. Ik word compleet week van het Nederlands – slik!
Ja, ik wijs de kroost discreet terecht als er hoofdletters in een tekst ontbreken of als ze zondigen tegen de dt-regels uit de wereld van mijnheer N. ‘Fokking zwak’ heet zoiets. Uit liefde voor hem stuur ik teksten bij als collega’s erom vragen, als hun tekstopbouw hapert of als ze per abuis zondigen tegen betrekkelijke voornaamwoorden. “Het feestje die, het meisje die”, weet u wel, de klassieke uitschuivers.
Ook ik zondig er soms tegen en als mijnheer N. me daarop wijst, weet ik dat ik bij hem in het krijt sta. Ik toon berouw, corrigeer mezelf en daarna omhels ik hem inniger dan ooit. Het is zoals wiedergutmachungsseks, maar dan nog beter, tot we uitgeput en verzadigd in elkaars armen vallen.
Bloost u stilaan? Goed zo. Er komt nog.
Wat immer charmant is: dat onze affaire frictie geeft. Debat genereert. De dingen laat schuren. Taal is niet alleen ontdekken en bijsturen, maar ook grenzen verleggen en nieuwe horizonten opzoeken. We leven in het tijdperk van woke, woorden worden meer dan ooit gewikt en gewogen. Mijnheer N. en ik moeten geregeld schrappen, herschrijven en elkaar terugvinden.
Omdat niet elke man vandaag zomaar ‘hij’ genoemd wil worden en niet elke vrouw ‘zij’. Omdat een man geen ‘vroedvrouw’ hoeft te zijn en een vrouw geen ‘vuilnisman’. Omdat gender, diversiteit en inclusie er anno 2022 echt toe doen.
Ik zucht soms bij de vele bochten die mijnheer N. daardoor moet maken, de richting die hij inslaat en de twijfels die hij daar zelf bij heeft. Het doet onze romance al eens wankelen maar de basis houdt stand. De liefde versterkt er zelfs door, omdat we elkaar tegemoet blijven komen en finaal in extase de kleren van het lijf scheuren, nadat we zaken respectvol hebben benoemd.
Ik ben verlekkerd op mijnheer N
Jawel, en ik ben hem dankbaar. Omdat hij het gruwelwoord ‘gehandicapt’ als standaard heeft geschrapt en ‘mensen’ voorop zet, zelfs als ze een beperking hebben. Zo schat hij mij helemaal naar waarde. We speuren in het verlengde immer liefdevol naar taaloplossingen in een snel veranderende wereld, vegen oude gewoonten van tafel en beminnen in een innovatieve context. Flexibiliteit is ons geliefkoosde glijmiddel.
Wat maakt het dus uit, dat deze affaire geen snapstreaks scoort en door enkelingen ‘fokking saai’ wordt bevonden? Het zal ons worst wezen. Mijnheer N. en ik laven ons ongegeneerd aan elkaar. Het is bodemloze passie die elke norm, elk genderdebat en elk afremmend kader overstijgt. In deze Week van het Nederlands explodeert de affectie tot 8 oktober met ongeziene kracht.
Omdat we iedereen hetzelfde genot gunnen, bekijken we hoe we deze campagne richting toekomst nog beter in de markt kunnen zetten. We willen kwalitatief Nederlands tot absolute norm maken met kennis van zaken en een uitgekiende ‘branding’, zoals marketingbobo’s dat noemen.
We willen kwalitatief Nederlands tot absolute norm maken.
Bij wijze van strategie steken mijnheer N. en ik vanaf nu loeihard de middelvinger op naar wie de Nederlandse grammatica aan zijn of haar laars lapt. We verachten de gemakzuchtigen die zich blijven hullen in slordig taalgebruik. We schrappen taalverloederaars zonder pardon uit onze vriendenlijst en excommuniceren elk sms-woord van de hedendaagse jeugd.
Weg met “kga”! Dood aan “kvint”! Vervloekt zij die ‘men’ als bezittelijk voornaamwoord gebruiken! Dat soort onachtzaamheid bezoedelt de intrinsieke schoonheid van mijnheer N al te zeer.
Ik laat het niet gebeuren, hij evenmin. No pasarán, zeggen Spanjaarden daarover. We verdedigen en koesteren wat ons dierbaar is en verheffen de Nederlandse taal tot het hoogste goed. Het heerlijkste genot. Marketinggewijs denken we intussen aan deze slogan voor de Week van het Nederlands in 2023: “made for pleasure”. Of werd dat al eens eerder gebruikt?
Hulde aan Benedikte Van Eeghem. Klik HIER voor haar tekst op Vrt.be
Meer weten over de Week van het Nederlands. Klik HIER.
