Tags
Ageus, Antonio Canova, Aphrodite, Ariadne, Athene, Beeldende kunst, Crispijn van de Passe, Daedalus, Dolfijnen, Eriboea, Eros, Griekenland, Icarus, Jean-Baptiste Regnault, Knossos, Koning Minos, Kreta, Labyrinth, Minotaurus, Mythe, Mythologie, Poseidon, Rudolph Friedrich Karl Suhrlandt, Theseus, Vertellen
THESEUS
Opnieuw geef ik Antonio Canova de eer om dit logje te openen met één van zijn prachtige marmeren beelden.

Theseus en de Minotaurus – Antonio Canova (1781-1782) – Wit marmeren beeld (Victoria and Albert Museum)
Het bovenstaande beeld is mijn verhaal vooruitgesneld. Dat mag duidelijk zijn (hoop ik). Spoiler 1: deze foto hoort op het eind van dit stukje. Waar ben ik gebleven? De Minotaurus zit opgesloten in het labyrinth op Kreta. Architect Daedalus heeft puik werk afgeleverd. Eenmaal in de doolhof kom je er niet meer uit. Spoiler 2. Zeg dat niet te vroeg, er zijn nu eenmaal helden die …
Elke zeven jaar stuurt koning Ageus van Athene – als tegemoetkoming voor de laffe moord op een van de zonen van Minos – zeven jongens en zeven meisjes naar Kreta. Daar worden ze zogenaamd geofferd maar in werkelijkheid dienen zij als voedsel voor ‘Het stierenjong’ in Knossos.
Ik kan in dit ene hoofdstuk onmogelijk het hele verhaal van Theseus vertellen. Hij is één van de grote Griekse helden. Zijn aandeel in het verhaal van Daedalus en Icarus is echter van groot belang. Ik zal me proberen te beperken tot zijn avontuur op Kreta en wie weet voer ik later Theseus nog een keer op in zijn eigen verhaal. Goed?
Een delegatie van Koning Minos is onderweg naar Athene. Het is de derde keer dat zij veertien jongens en meisjes ophalen. Koning Ageus van Athene organiseert zijn eigen Hungergames. Hij laat namelijk het lot bepalen. Alle burgers van Athene moeten hun kinderen aanmelden voor deze verplichte loterij. Theseus was de vorige keren niet thuis, nu wel. Hij meldt zich dus nu ook aan. “Eerlijk is eerlijk” zegt hij tegen zijn vader. Uiteraard ziet Ageus liever niet dat zijn zoon zou geofferd worden aan dat Minoïsche monster. En ja hoor … Theseus naam wordt omgeroepen. Hij vertrekt met dertien lotgenoten naar het zuiden.
Er is geen hoop op een veilige terugkeer. De veertien jongelingen gaan een zekere dood tegemoet. Het schip zal uitvaren met zwarte zeilen, ten teken van rouw. Theseus ziet het lang niet zo somber in. Een zelfverzekerde held is dat zelden. Hij smokkelt ook witte zeilen aan boord. Bij het afscheid van zijn vader fluistert hij dat ook in zijn oor. “Pap, maak je geen zorgen. Ik maak dat rotjong op Kreta een kopje kleiner en als we terugkomen zie je ons schip met witte zeilen zodat jij al van verre ziet dat ik veilig en gezond terugkom naar Athene.” Een klein omweggetje om een offer te brengen aan Apollo en dan verlaat het schip de haven van Pireus. Op de kade barsten de ouders van de andere dertien jongeren uit in zwaar gesnik. De zeereis verloopt voorspoedig en zonder noemenswaardige incidenten bereikt het schip de haven van Kreta.
Mocht je denken dat er meteen doorgelopen wordt naar het labyrinth dan vergis je je. Het offeren zal het hoogtepunt zijn van een weken durende ceremonie, inclusief sportwedstrijden, theatervoorstellingen en concerten. Koning Minos staat op de kade te wachten. Hij is benieuwd wie of wat collega Ageus dit keer heeft verzonden. Zijn oog valt onmiddellijk op meisje nummer zes. Eriboea heet deze jongedame. (Ja, dat heb ik even moeten googlen.) Het wicht wordt uit het rijtje gehaald. Minos kwijlt al bij de gedachte het bed te delen met deze beeldschone Atheense maagd. Dat had hij gedacht. Jongeman nummer vier stapt ongevraagd uit het rijtje en verbiedt de koning zich te vergrijpen aan Eriboea. Een opstootje? De menigte op de kade voelt dat er iets te gebeuren staat. “Wie is die man? Is dat niet de zoon van Ageus? Nee, het is een zoon van Poseidon, denk ik. Ja, dat lijkt Theseus wel. Nee, ja … dát is Theseus de held!“
Minos kent uiteraard ook de roddels dat Theseus een zoon is van Poseidon. Hij heeft tenslotte zelf ook een geschiedenis met de god van de zee. Hij laat zich afleiden door deze jongeman. Zo neemt Eriboae haar naamloze plekje weer in in de rij van Atheense meisjes. Koning Minos trekt een ring van zijn vinger en gooit die met veel gevoel voor drama in de zee. “Athener, als jij werkelijk de zoon van Poseidon bent dan moet het een makkie voor je zijn om mijn ring weer op te halen. Of niet dan?” Nog voor de koning is uitgesproken duikt Theseus in het water. Als bij toverslag zwemt hij onmiddellijk tussen een school dolfijnen.
Dolfijnen fresco en mozaïek – Knossos, Kreta
De dolfijnen leiden Theseus naar de bodem van de zee. Daar ligt de ring van Minos naast een verloren gewaande gouden kroon. Een paar tellen later staat de Griekse held met de beide voorwerpen weer op de kade. Het volk houdt de adem in. Hij geeft zonder een woord te zeggen maar met alle eerbied de ring terug aan de koning en de kroon geeft hij aan Ariadne, de dochter van Koning Minos. Zij voelt zich duidelijk gevleid door deze onverwachte attentie. Haar wangen kleuren rood.
Minos is onder de indruk. Het worden vast heel bijzondere dagen. Hij nodigt Theseus zelfs uit om als atleet deel te nemen aan de sportwedstrijden. Uiteindelijk zal hij toch geofferd worden aan de Minotaurus, laat daar geen misverstand over bestaan. Daedalus heeft dit allemaal vanop een afstandje gezien. Vooral het moment dat Theseus de kroon aan Ariadne gaf. Hij voelde onmiddellijk de onzichtbare aanwezigheid van Aphrodite – godin van de liefde – (Venus bij de Romeinen). Ja, daar is ze weer. En waarschijnlijk is Eros (Amor) ook in de buurt met zijn boog en liefdespijlen.
Ariadne zit de volgende dag op de eretribune bij de sportwedstrijden. Eigenlijk vindt ze sport stomvervelend. Gelukkig heeft ze haar breipennen en wol bij zich dan heeft ze tenminste iets te doen. Ook Daedalus heeft een uitnodiging gekregen en zit samen met zijn zoon Icarus een paar rijtjes achter de koninklijke familie. Maar van zodra Theseus in het strijdperk verschijnt, slaakt Ariadne kreetjes van bewondering om zijn atletische prestaties. Hij verslaat keer op keer zijn tegenstanders. Hij is de uitblinker van dienst. Zou hij dan misschien gratie krijgen van Koning Minos? Nee. De hongerige Minotaurus is te horen tot op de eretribune. Koude rillingen lopen over de rug van prinses Ariadne terwijl haar hart onstuimig klopt van verliefdheid. Ze kijkt angstvallig rond of er een oplossing is voor het probleem ‘Theseus’. Het volk verlaat het sportcomplex. Daedalus manoeuvreert zich handig richting prinses en geeft haar ongevraagd advies. “Geef je bol rode wol aan Theseus en adviseer hem om die bol garen af te wikkelen als hij het labyrinth inloopt. Na zijn gevecht met de Minotaurus – dat hij uiteraard eerst nog maar eens moet winnen – kan hij het touw weer volgen tot bij de ingang.”

Rudolph Friedrich Karl Suhrlandt – Theseus und Ariadne
De prinses krijgt het voor mekaar om de Griekse held te spreken voor hij voor de nacht wordt opgesloten. Ze zegt dat ze het geheim van het labyrinth kent en hem kan helpen. Theseus heeft wel oren naar haar ideeën. Er is wel één voorwaarde. “Je moet met me trouwen en me meenemen – weg van hier – want als mijn vader ontdekt dat ik je heb geholpen ben ik mijn leven niet meer zeker.” Blijkbaar is er nog een liefdespijl afgeschoten want Theseus stemt onmiddellijk toe.

Jean-Baptiste Regnault – Ariadne and Theseus
Ariadne geeft een zwaard aan Theseus en haar kluwen rode wol. Zij legt het plan uit. Waarom wachten tot morgen? De avond valt. Theseus zit nog vol adrenaline van de sportwedstrijden. Hij valt op z’n knieën en belooft Ariadne zijn ja-woord. Nu nog even zonder ring. Het wicht heeft tenslotte al een gouden kroon gekregen. Het meisje leidt hem naar de ingang van de doolhof. Ze knoopt het touw vast en na een kus geeft ze Theseus een duwtje de eerste gang in.
Ets van Crispijn van de Passe (1589 – 1637)
Theseus ziet al gauw geen hand meer voor ogen. Hij loopt blindelings verder, zijn instinct volgend. Hij volgt de instructie van Ariadne en hij wikkelt zorgvuldig het touw steeds verder af. Dan lijkt het weer of hij afdaalt en even later zijn het toch duidelijk trappen omhoog. Hij hoort het rusteloze gegrom van de Minotaurus. Slaapt het beest of niet? Laat ik de heroïsche strijd tussen held en monster vertellen met een paar foto’s van beelden die her en der verspreid staan in Europa.
De held wint de strijd dat had je natuurlijk al gezien op de eerste foto van dit stukje. “Minotaurussen verslaan is toevallig een van mijn specialiteiten” – hoor ik hem mompelen. Dankzij de afgerolde draad weet hij ook de ingang weer te vinden, waar Ariadne nog steeds op hem wacht. Samen met haar en de andere dertien jongens en meisjes die uit Athene zijn meegekomen, gaat Theseus naar hun schip dat nog steeds in de haven ligt. Om te voorkomen dat Minos hem kan achtervolgen slaat Theseus alle andere schepen lek – “Schepen lek steken is toevallig een van mijn specialiteiten”. Ze zeilen nog voordat het licht wordt de haven uit om ongeschonden naar Athene terug te keren.
Eind goed, al goed zou je denken. Nee, nog niet. Theseus overleeft ternauwernood een zware storm maar dat is dus voor een andere keer. Een ander verhaal. Goed, ik verklap nog één ding. Ariadne schenkt hem negen maanden later een tweeling. “Tweelingen verwekken is toevallig …” Maar nu gauw terug naar … Kreta.
Koning Minos staat op zijn achterste poten. Verraad. Moord. Wraak. Zijn dochter verdwenen. De Atheners gevlucht. Theseus nergens te bekennen. Alle schepen op de bodem van de zee. De Minotaurus ligt rochelend en stuiptrekkend in zijn eigen bloed. Hoe kan dit? Wie heeft het geheim van het labyrinth verraden. Er zijn maar twee personen die dat geheim kennen. Hij en de architect. Minos weet dat hij niets heeft verklapt. Een uur later staan Daedalus en Icarus voor de getergde koning. Mensen in de omgeving van het koninklijk hof hadden Daedalus de vorige dag zien staan smiespelen met de prinses. Wat werd daar besproken? Zelfs als Daedalus ‘Brugman’ met zijn achternaam zou heten, kon hij er zich dit keer niet uitlullen. Hij wordt dan ook veroordeeld wegens landsverraad. Samen met zijn zoon wordt hij gevangen gezet in zijn eigen doolhof. Ontsnappen zal gelijk staan aan onmiddellijke executie. De ingang – dus ook de uitgang – wordt dag en nacht bewaakt.
Volgende aflevering: VLEUGELS
Bronvermelding doe ik later
In de serie: DAEDALUS en ICARUS en BEELDENDE KUNST