Oei, lees ik dat goed? Blijven de musea na zaterdag nog langer dicht wegens ‘onveilig’? Je zal maar net begonnen zijn als staatssecretaris van cultuur en media! Waarschijnlijk is zij een te kleine vis in het overleg met OMT en de bevoegde ministers om te mogen meepraten, laat staan te adviseren of te beslissen. De theater- en museumwereld staan alvast op hun achterste poten. Begrijpelijk en volgens mij ook terecht. Ik ben benieuwd naar de besluiten.
Hier dag 25 van Mijn Digitaal Lockdown Museum. Je weet wel … ter compensatie van …
Wie me al langer volgt weet dat ik heel wat voetstappen en geschiedenis heb liggen in Zundert. Geboorteplaats van Vincent Van Gogh. Dus je had het al kunnen zien aankomen …
Roeiboten op de oever van de Oise in Auvers – Vincent Van Gogh – 1890 – Olieverf op canvas – 71 x 94 cm – Detroit Institute of Arts Museum, Detroit
Ik ga weinig vertellen over van Gogh en nog minder over Zundert. Als ik jullie had gevraagd wie dit schilderij heeft gemaakt dan zal waarschijnlijk iedereen antwoorden: Vincent Van Gogh. Juist. De kleuren, de compositie, de manier van schilderen (met streepjes), enzovoort. Ontegensprekelijk een werk van Zunderts bekendste zoon.
Ik besloot om een wat onbekender schilderij te kiezen. In een Duits boek dat ik heb – ‘van Gogh, met fünfzig Farbtafeln’ staat dit schilderij met als titel ‘Ruderboote’. Ik herinnerde het me niet. Ik kuste daarom – bij wijze van spreken – Google wakker en zocht naar de Nederlandse titel. Ik kan dit schilderij nauwelijks vinden! In geen enkel (onvolledig) overzicht met zijn werken staat dit werk vermeld. Raar vind ik dat. Het moet een heel laat werk zijn want hij overleed in Auvers in 1890. Maar het staat niet op de lijst van Auvers-schilderijen voor zover ik heb gezocht.
In het Engels heet dit schilderij ‘Bank of the Oise at Auvers’. Ik ben verre van een ‘van Gogh kenner‘. Zou er twijfel bestaan of hij het echt zelf heeft geschilderd? Ik kan me dat nauwelijks voorstellen. Weet je wat? Gewoon kijken en ervan genieten. Een grappig detail is het volgende: op heel wat websites kun je dit schilderij bestellen als een echt schilderij. Met andere woorden door iemand nageschilderd met olieverf op canvas. Ik kijk hier wel of in mijn Duitse boek met 50 foto’s. Tot morgen.
Het heeft vierentwintig dagen geduurd voordat ik een Afrikaans schilderij toevoeg aan Mijn Digitaal Lockdown Museum. Vandaag maak ik dat goed. Ik heb een dik boek naast me liggen. Kunst nu (Toth). Meer dan 500 pagina’s, ruim 530 foto’s. Een van de laatste hoofdstukken heet: ‘Afrikaanse en Afro-Caribische kunst’. Een werk van Prince Twins Seven Seven spreekt me het meest aan. Waarschijnlijk omdat ik heel veel overeenkomsten zie met het werk van Malangatana. Kleurgebruik, onrust, Makonde invloeden, complexe patronen, het hele schilderij staat vol met figuren.
Het liefst zou ik nu uitgebreid vertellen dat ik Mestre Malangatana (1936 – 2011) goed heb gekend. De Afrikaanse Picasso was een van zijn koosnaampjes. Heel in het kort. Het UMOJA CFC-programma (2003 – 2014) waarvan ik twaalf jaar artistiek coördinator was, had in elk deelnemend land een goodwill ambassador. Een beschermheer of beschermvrouwe. Malangatana Valente Ngwenya was onze Mozambikaanse patrão. Hij gaf ons advies en opende deuren die anders voor ons gesloten bleven. Wij hielpen hem met verschillende bouwactiviteiten in Matalana, zijn geboortedorp. Ik was op zijn begrafenis in Matalana, precies elf jaar geleden. Een dag van nationale rouw. Twee jaar later bezocht ik nog een keer zijn graf. Klik HIER.
Schreeuw om vrijheid – Chorar por liberdade – 1973 – Malangatana Valente Ngwenya – Olieverf op hardboard – 122 x 305 cm – MoMa, New York
In het Engels heet dit schilderij ‘Cry for freedom’.
Dit schilderij was het antwoord van Malangatana op het bloedbad in Wiriyamu, een klein dorpje in de provincie Tete, in het noorden van Mozambique. 16 december 1972. Het koloniale Portugese leger doodde die dag honderden burgers, mannen, vrouwen en kinderen. Het land werd drie jaar later onafhankelijk van Portugal. Dit schilderij is een heel goed voorbeeld van de ‘all-over’-benadering van Malangatana. Elk onderdeel op het schilderij krijgt evenveel aandacht, dus ook betekenis. Hij geloofde dat horror en geweld de deur opent naar het fantastische, naar een grillige mythische wereld. Op dit schilderij zien we beide werelden. Koloniaal geweld, kettingen, dolken, reptielachtige wezens, soldaten, burgers, vogels, enge figuren met witte tanden. Een duistere vogel met een ketting om de nek maar ook een witte (vredes)duif op de voorgrond. Ik meen ook Malangatana zelf te herkennen aan de linkerzijde. Veel van zijn schilderijen, tekeningen en murals zijn vergelijkbaar van stijl.
Tot zover. Ik kan nog heel veel meer over Mestre Malangatana vertellen maar dat doe ik niet in dit stukje. Verder is hij bijzonder in Mijn Digitaal Lockdown Museum omdat hij de enige schilder is waarvan ik zelf unieke werken bezit. Omwille van veiligheid laat ik ze hier niet zien en laat ik in het midden waar ik ze bewaar. In 2007 ontving hij op het bordes van het stadhuis van Maputo de UMOJA-CFC-Award.
Burgemeester Eneas Comiche en Malangatana Valente Ngwenya – UMOJA CFC Award – december 2007(eigen foto)
Vandaag waarschijnlijk het moeilijkst aan de man te brengen schilderij. Niet het origineel want dat zal vast wel enkele miljoenen kunnen opbrengen. Ik bedoel het meest onbegrijpelijke kunstwerk. Ik splits het weer op in twee delen. Eerst twee herinneringen. Daarna een woordje uitleg dat ik heb gekopieerd.
Four Darks in Red – Mark Rothko – 1958 – Olieverf op canvas – 260 x 295 cm – Whitney Museum of American Art, New York
Laat ik voordat ik een poging waag om iets uit leggen wat persoonlijks vertellen. Eind oktober 1999 bezocht ik een goede vriend die in New Brunswick (New Jersey) USA woonde. Ik logeerde ruim een week bij Rob. Hij moest werken en ik had tijd om af en toe zelf iets te ondernemen. In de buurt, in New York en in Philadelphia. We gingen ook samen een dag naar Manhattan. Overdag bezochten we oa het Whitney Museum of American Art. ’s Avonds zagen we de traditionele Halloween-parade. We concludeerden samen dat we corso Zundert heel wat boeiender vinden. Naast de vaste collectie van het ‘Whitney’ was er een hele verdieping ‘Edward Hopper’ en een verdieping ‘Mark Rothko’. Bij Hopper was ik niet weg te slaan, ik slurpte alles gretig op. Ik kocht boeken en ansichtkaarten. Bij Rothko was ik met stomheid geslagen. Zoveel grote schilderijen met enorme, vaak op elkaar lijkende kleurvlakken. Ik begreep er niets van. Ook de informatie drong nauwelijks tot me door. Wat is dit? Ik vond geen antwoord. Ik moest echter wel concluderen dat ‘Rothko’ een grote meneer moet zijn. Waarom zou hij anders hier zoveel plaats en aandacht krijgen? Ik kon het niet uitleggen. Zijn naam staat wel vanaf dat moment gebeiteld in mijn geheugen.
Ik denk dat ik terug thuis in Nederland wel iets vertelde over deze onbegrijpelijke kunst. Ine kende zijn naam maar dat was het dan ook. Enkele jaren later, ik denk 2002, gingen Ine en ik een dagje naar Düsseldorf. Een heel klein beetje de stad verkennen, lekker uit eten maar vooral naar het museum. En daar hing in een zaal – of was het een ruime hal – een Rothko. Vraag me niet welke maar het was een echte Rothko. Kleurvlakken, enfin min of meer zoiets als hierboven. Precies op dat moment loopt er een museummedewerker langs. Ik vraag de vrouw of ze even tijd heeft. “Ja, even. Wat kan ik voor jullie doen?” Ik vertel haar heel in het kort over mijn kennismaking met Rothko enkele jaren eerder in New York. En ik beken dat ik er niets van snap. Of zij mij (ons) iets kan uitleggen want ik wil het graag een heel klein beetje begrijpen. Zij vraagt of we even tijd hebben. Ja, dat hebben we. “Ga dan daar op die bank zitten en kijk minstens 10 minuten naar zijn werk. Liefst zo geconcentreerd mogelijk.’ Je krijgt dan vast antwoord op je vraag.” En weg was ze.
Kijken naar ‘Four Darks in Red’ – Foto website Whitney Museum, New York
Dat hebben we gedaan. Net zoals de mensen op de foto hierboven. Het is te lang geleden om het juist te beschrijven. Maar plots zat er beweging in het schilderij, kleurvlakken gingen golven. Kleuren liepen in elkaar over. Er kwam plots diepte in het platte vlak. Niet meteen maar na een minuut of vijf. Was het hallucinant? Nee, wel raar. Een soort kleur-hallucinatie. Had ik iets genomen of geslikt? Nee. Nu ik het hier opschrijf begrijp ik het weer niet. Wel weet ik dat ik bijzonders meemaakte op die bank in Düsseldorf.
Ten slotte citeer ik de museumgids. Four Darks in Red is een voorbeeld van het donkere palet van Mark Rothko uit de late jaren vijftig, toen hij steeds vaker rode, kastanjebruine en verzadigde zwarte verf gebruikte. Vier donkere rechthoekige vlakken van verschillende proporties domineren de compositie, die tegelijkertijd tevoorschijn komen uit en verdwijnen in een lichtgevende rode ondergrond. Rothko’s methode om vele lagen verf aan te brengen, samen met de speciale reflecterende eigenschappen van zijn kleurmengsels, geven zijn schilderijen een onnavolgbare diepte en gloed. Wanneer dit bijna drie meter brede canvas van dichtbij wordt bekeken (zoals de kunstenaar het bedoeld heeft), wordt de kijker overspoeld door een sfeer van kleur en intense visuele sensaties. De zwaarste donkere kleur bevindt zich aan de bovenkant van het canvas, terwijl een zachtere roze gloed van onderaf komt, waardoor de visuele zwaartekracht wordt omgekeerd. Rothko geloofde dat zulke abstracte perceptuele krachten het vermogen hadden om wat hij noemde ‘de basisemoties – tragedie, extase en onheil’ op te roepen. (Bron: Whitney Museum of American Art)
Op internet vind je nog meer filmpjes en gesproken uitleg over dit schilderij. Interesse? Klik HIER
Gezicht op Delft – 1660 – Johannes Vermeer – Olieverf op doek – 116 x 97 cm – Mauritshuis, Den Haag
Dit is het beroemdste stadsgezicht uit de Hollandse 17de eeuw. Het spel tussen licht en schaduw, de indrukwekkende wolkenlucht en de subtiele weerspiegelingen op het water maken dit schilderij tot een absoluut meesterwerk. We zien Delft vanuit het zuiden. Het is vrijwel windstil, de stad ademt rust uit. Vermeer bracht die rust ook in zijn compositie door drie horizontale banen te maken: water, stad en lucht. En door de bebouwing wat minder rommelig te schilderen dan zij in werkelijkheid was. (Info: Mauritshuis, Den Haag)
Ik blogde de afgelopen jaren heel regelmatig over Johannes Vermeer. Dat hield natuurlijk verband met de theatervoorstelling ‘Meisje met de parel’ (2017). Ik bewerkte het boek van Tracy Chevalier en de gelijknamige film tot een nieuwe toneeltekst. In het decor waren heel wat reproducties van Vermeers werk te zien. Ook bovenstaand schilderij. Na afloop van de 20 voorstellingen werden al deze reproducties verloot onder alle medewerkers. Crew, cast en bestuur van Het Middelburgs Theater. Je kon je inschrijven voor de verloting. Dat deed ik ook. ‘Gezicht op Delft’ (op ware grote) gaf ik graag een plekje in huis. Maar helaas, het geluk was me niet welgezind. Wel kreeg ik het door ons gebruikte ‘Meisje met de parel’ cadeau met handtekening van alle spelers (m/v) op de achterzijde. Waarvoor nogmaals dank. Als ik een beetje naar links kijk, zie ik haar. Een dierbaar aandenken aan een mooie productie.
Van dit schilderij heb ik wel een grote ansichtkaart, ook zichtbaar vanaf mijn werkplek. ‘Gezicht op Delft’ heb ik al zeker een keer op vijf met eigen ogen gezien want het Mauritshuis blijft een van mijn favoriete musea.
Natuurlijk moest er een Vermeer opduiken in Mijn Digitaal Lockdown Museum. Als de nieuwe Nederlandse regering besluit om de musea na 14 januari weer te openen dan gaat deze dagelijks MDLM-serie in een tijdelijke winterslaap. Niet echt hoor maar zeker niet meer dagelijks. Blijven de musea en theaters nog langer dicht dan … nou ja, dat zien we dat dan wel weer. Volgende week gaan de scholen weer open en is kunstverteller Koen weer gewoon meester Koen.
Nog vier dagen dus. Wie komen nog in aanmerking voor een plekje in mijn MDLM? Rembrandt van Rijn, Vincent van Gogh, Francis Bacon, Marc Chagall, Edward Hopper, Malangatana, René Magritte, Escher, Jopie Huisman, Corneille, Yves Klein, Artemisia Gentileschi, Frans Hals, Lucian Freud, Jeroen Bosch, Goya, Caravaggio, Titiaan, Leonardo da Vinci, Jan van Eyck, Rogier van der Weyden, Peter Paul Rubens, Herman Brood, Anton Heyboer, Edvard Munch, Piet Mondriaan, Velasquez, Roger Raveel, Matisse, Joseph Beuys, Marcel Broodthaers, Mark Rothko, Georg Baselitz, Jan Fabre, Sandro Botticelli, Théodore Géricault, Ansih Kapoor, Karel Appel, Willem de Kooning, Luc Tuymans. Ik kan nog tientallen namen meer toevoegen. Die keuze gaan jullie en ikzelf ontdekken de volgende dagen. Ik zal er wel een persoonlijke herinnering aan toevoegen.
De horizonwachter III – Le veilleur III ou horizons – 1962 – Paul Delvaux – Olieverf op canvas – 172 x 272 cm – privécollectie
Vandaag leg ik nauwelijks iets uit. Dat was trouwens ook het motto van Paul Delvaux, de Belgische schilder (1897 – 1994). Hij werd 97 jaar maar hij heeft nooit of hoogst zelden iets willen uitleggen. Dus moeten we zelf maar kijken en eventueel iets benoemen of interpreteren. Treinen, trams, Griekse en Romeinse tempels, ruïnes, de maan in al zijn vormen, lege straten, skeletten, astronomen, naakte vrouwen, stations, Venus, heel veel doorkijkjes, mannen in pakken, nimfen, spiegels, bordelen, straten bij nacht, olielampen … ik kan nog wel even doorgaan om alle elementen op te noemen die met grote regelmaat te zien zijn op zijn schilderijen en fresco’s.
P.s. Paul Delvaux was de meest favoriete schilder van mijn broer (zaliger). Ik denk dat ik ooit een boek (catalogus) heb gehad met zijn werk maar dat boek ben ik kwijt. Waarschijnlijk een keer uitgeleend en niet opgeschreven aan wie.
Deel 1.Kunstmuseum Den Haag heeft een grote tentoonstelling met werk van Paula Rego. Een Portugees, Britse schilder. Of moet je ‘schilderes’ zeggen? Jammer genoeg is het museum nu gesloten maar ‘ze’ blijft nog even hangen tot 22 maart 2022. Iets om naar uit te kijken. Ondertussen lees ik wel hier en daar wat over haar werk. In eerste instantie lijkt het tamelijk realistisch. Kijk maar naar het schilderij hieronder. Het museum heeft ook een boeiende podcast gemaakt over Paula Rego waar ik met interesse naar luister. Wel op een iets andere manier dan mijn gebruikelijke. Meestal luister ik podcasts in de auto. Heerlijk. Maar verhalen die gaan over beeldende kunst wil ik horen mét ‘het plaatje’ d’rbij. Dat doe ik thuis, niet in de auto. Onderaan plaats ik een link naar nog twee andere podcasts over kunst.
Mijn geliefde collega-blogger (en top-reageerder) Rietepietz heiligt één principe: “Kunst. Ik moet gewoon kunnen begrijpen wat ik zie, uitleg moet overbodig zijn.” Het zijn niet letterlijk haar woorden maar hier komt het wel op neer. Ik begrijp deze wens. Als verteller bij het bloemencorso in Zundert weet ik dat het publiek ook graag iets meer hoort over de achtergrond van het ‘beeld’ dat aan hen voorbijtrekt. Dat is ook wat ik in Mijn Digitaal Lockdown Museum probeer te doen.
Dus wat ziet Rietepietz en wij hieronder? Een serieus kijkende man met een blauwe broek, geblokt hemd, opgestroopte mouwen, stevige werkschoenen, donkere sokken, een witte schort en een rood doek met witte vlekjes in zijn rechterhand. En we zien een roodharig, naakt jongetje. Het jongetje ligt stijf op de rechterknie en de linkerhand van de man. Voor hem staat een zwarte emmer met ijzeren handvat. Verder is er in de ruimte niets te zien. Een donkere muur, een lichte vloer en misschien zoiets als een drempel of dorpel waar de man op zit. Mogelijk zit hij op een onzichtbaar krukje.
Er doet zich meteen een probleem voor. De titel van dit stukje is ook de titel van het schilderij. ‘Geppetto wast Pinokkio.’Dat is natuurlijk niet een echt probleem maar onmiddellijk kijk je dus met deze extra informatie naar dit schilderij. Ik ga ervan uit dat Riet en wij weten wie Geppetto en Pinokkio zijn.
Zien we nu een jongen of zien we een houten pop? Dat is natuurlijk de kracht van dit schilderij. We weten het niet. Dit schilderij vertelt dus heel nauwkeurig het begin van het sprookje van Carlo Collodi. Houtbewerker boent zijn … tja, wat is hij? Een houten pop of nu al een echte jongen?
Waarschijnlijk moet je nu je ‘Disney-beelden’ uitschakelen. Deze Geppetto lijkt in bijna niets op de oude, goedlachse man met een brilletje voor op zijn neus, witte snor en haardos. Ook deze Pinokkio lijkt nauwelijks op het vrolijk kereltje met jagershoedje, rode korte broek, gele bloes, blauwe strik en witte handschoenen.
Tot zover het eerste deel. Kijk naar het schilderij, misschien vind je het mooi, mysterieus, naar, saai … of wat dan ook. In deel 2 vertel ik wat meer. Wat je dus niet ziet zo op het eerste zicht. De verfoeide uitleg, weet je wel. Sla het gerust over. Tot morgen.
Geppetto wast Pinokkio – 1996 – Paula Rego – Pastel op papier
Deel 2. Omdat ik al wat andere schilderijen van Paula Rego zag, herken ik een thema. Bewerkte sprookjesfiguren. Nooit vrolijk, eerder donker, duister en ongemakkelijk. Een fee met een bloot jongetje (ook Pinokkio). Jongetjes, mannen en (oudere) vrouwen in zwarte ballet-tutu’s. Een ezelskop. Sneeuwwitje en haar stiefmoeder. Er valt weinig te lachen. Terug naar deze ‘Pinokkio’. Er is weinig vrolijks te zien. De verstijfde houding van het blote jongetje op de schoot van een man die hem duidelijk in de greep heeft. Zijn armen zijn naar achteren getrokken. Hij houdt zich stijf als een plank. Een mooie vergelijking omdat we weten dat het Pinokkio is. Is dit een nachtmerrie of een verwijzing naar pedo-gedrag van de man? Ik weet het niet. Deze kerel straalt nauwelijks liefde uit. Geppetto de poppenmaker uit het sprookje werkt met beitels, mesjes, gutsen, vijlen en schuursponsjes. Deze man oogt meer als een slager, de messen kunnen we er gemakkelijk bij bedenken. Heeft de bloedrode lap een symbolische betekenis? Waarschijnlijk wel, althans in mijn verbeelding en dat is natuurlijk iets dat het schilderij – de schilder – veroorzaakt.
Weet je wat een Piëta is? Dat is het woord dat wordt gebruikt voor elke afbeelding van Maria met een dode Christus op haar schoot. Waarschijnlijk vind je het te ver gezocht om dit schilderij daarmee te vergelijken. Natuurlijk weet Paula Rego heel goed dat die associatie er is bij de (geoefende) toeschouwer. Dan moet je je dus afvragen of het jongetje dood is of niet. Natuurlijk is een houten pop dood, daar bestaat geen misverstand over. Maar Pinokkio wil heel graag levend zijn als een echte jongen. Het verhaal van dit schilderij scharrelt dus ergens tussen een duistere sprookjeswereld en het echte leven.
Wat je niet kunt zien op dit schilderij is een familie-weetje. De schoonzoon van Paula Rego heet Ron Mueck. Hij is een beroemde Australische beeldhouwer die opgroeide in een familie van poppenmakers. Of hij model is geweest voor deze Geppetto weet ik niet maar dat is zeker niet uit te sluiten. Mueck maakt hyper realistische beelden van baby’s, kinderen, jonge en oude mensen. Soms in ’t klein, soms in het heel groot. Ik zag een paar van zijn fascinerende beelden in Museum Voorlinden.
Ik kijk uit naar de dag dat ik in Den Haag het werk van Paula Rego met eigen ogen kan zien. Fascinerend werk met een mysterieuze, verontrustende ondertoon.
Boerenkermis.Een opvoering van de klucht ‘Een cluyte van Plaeyerwater’ op een Vlaamse kermis – Pieter Balten – ca 1570 – olieverf op houten paneel – 112 x 157 cm – Rijksmuseum, Amsterdam
Waar zal ik eens beginnen? Je opende daarnet dit stukje en je zag dit schilderij, deze ‘Boerenkermis’. Meer dan waarschijnlijk dacht je onmiddellijk … ‘Bruegel’. Laat ik er onmiddellijk aan toevoegen … ik ook. Maar het is een schilderij van Pieter (Peeter) Balten. Ooit van gehoord? De kunstkenners antwoorden waarschijnlijk ja. Pieter Balten was een Antwerpse kunstschilder en rederijker. Hij is een tijdgenoot en/of opvolger van Pieter Bruegel de Oude. Kunsthistorici zijn het er niet helemaal over eens. De een is wereldberoemd, de ander moet het – bij wijze van spreken – doen met een vermelding van zijn naam naast zijn schilderij.
Zo gaat dat. Ik heb dit altijd een geweldig schilderij gevonden want in het midden zie je … een toneelvoorstelling. Er wordt een ‘cluyte’ (clute = klucht) opgevoerd. In dit geval ‘Een cluyte van plaijerwater‘. Heel in ’t kort het verhaal. Een vrouw heeft een affaire met de dorpspastoor. Ze doet alsof ze ziek is en ze stuurt haar man – een simpele ziel – eropuit om plaijerwater te kopen op een markt ver weg. De boer ontmoet een koopman die uitlegt dat plaijerwater fop-water betekent en dus niet bestaat. Dus waarschijnlijk bedriegt zij haar man. De boer kruipt in de grote mand – op de rug van de koopman – en zo gaan ze terug naar huis. Ter plekke in de dorpskroeg betrapt hij zijn vrouw met de pastoor. Natuurlijk krijgen beiden een aframmeling van de bedrogen echtgenoot.
Detail uit het schilderij: Een opvoering van de klucht ‘Een cluyte van Plaeyerwater’ op een Vlaamse kermis- Pieter Balten
Je herkent vast de vier personages uit de klucht. De vrouw en de pastoor. De koopman en de boer die op het moment suprême uit de mand kruipt.
De rest ga ik hier niet zo gedetailleerd beschrijven. Er is veel te zien. Een kermis op een Brabants (Vlaams) dorpsplein. Scènes met eten, drinken, dansen, vrijen, koken, muziekmaken en vechten. Inkijkjes in huizen en een kroeg. Links een processie met een heiligenbeeld langs een herberg. Voor de kerk marktstalletjes en een groep schutters. Aankomende en vertrekkende mensen.
Laat ik er toch nog een soortgelijk schilderij aan toevoegen. Nu wel een Bruegel.
Kermis met toneel en processie – Pieter Bruegel (naar Pieter Bruegel de Oude) – olieverf op houten paneel – 162 x 111 cm – Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel
Het mag duidelijk zijn, het is een populair genre. Deze taferelen en andere schilderijen van de Bruegel-familie zijn heel wat keren gekopieerd. Het was tenslotte ook handel. Er bestaan dus meerdere exemplaren van in musea over de hele wereld. Het schilderij met ‘de cluyte’ van Pieter Balten heb ik heel wat keren met mijn eigen ogen gezien in het Theaterinstituut in Amsterdam.
P.s. 2 Ik zal later nog een keer een stukje schrijven over ‘De cluyte van nu noch’. Ik heb het als jongeman ooit bewerkt, mee helpen regisseren en af en toe speelde ik de man uit het verhaal.
P.s. 3 Als je dit stukje op je telefoon leest en bekijkt vallen natuurlijk heel veel details weg. Kijk je op de computer, tablet of laptop klik dan op de foto’s dan krijg je een groter beeld. Of klik HIER dan kun je nog veel meer inzoomen. Ik vind dat de moeite waard.
Dat James Ensor een plekje in Mijn Digitaal Lockdown Museum zou krijgen wist ik al vanaf het begin. Twee weken later, nu dus, moet ik bedenken welk schilderij ik dan wil toevoegen. Ik kan niet één-twee-drie een specifiek werk bedenken. Iets met maskers, een doodshoofd en rare figuren. Ja, dat zal het (natuurlijk) wel worden. Waarschijnlijk iets overvols waarvan ik niet of nauwelijks weet wat het allemaal betekent. Ik herinner me wel een zelfportret, ook dit keer vooral door een Belgische postzegel uit mijn jeugd.
Deze afbeelding is geen bestaand schilderij. Het is een detail of een collage met in het midden een flamboyant zelfportret van James Ensor – ‘Ensor met bloemenhoed’. Deels lijkend op ‘Zelfportret met maskers’ (1899) Uiteraard is baron Ensor omgeven door personages met maskers en een doodskop. Niet corona-proof. Flauw grapje, ik weet het. Er bestaan nog meer Belgische postzegels met James Ensor als thema.
Ik ga op zoek naar een schilderij voor mijn museum. Ik stuit al snel op zijn meest bekende werk: Intrede van Christus in Brussel. Dat ga ik hier niet beschrijven. Maar het is wel de moeite om eens beter te bekijken. Ik kies voor …
Komische maaltijd (Banket der hongerigen) – 1917-1918 – James Ensor – Olieverf op canvas – 116 x 145 cm – Metropolitan Museum of Art, New York
Ik kende dit schilderij niet. Of ik het heb gezien tijdens een van mijn bezoeken in New York, weet ik niet meer. In vergelijking met veel ander werk van Ensor is deze afbeelding tamelijk overzichtelijk. Het lijkt bijna een tekening uit een stripverhaal. Duidelijk een parodie op ‘Het Laatste Avondmaal’. Maar wel een parodie met een heel macaber randje. Als je dan weet dat dit werk is geschilderd op het einde van de Grote Oorlog (WO I) dan begrijp je dit schilderij al heel wat beter. James Ensor woonde bijna zijn hele leven in Oostende. Het front in de Westhoek was bij wijze van spreken om het hoekje. Het grootste deel van België was bezet door Duitsland. Hongersnood lag op de loer.
Dat zie je terug op het schilderij. Op tafel liggen een rauwe ui, een wortel, een pladijs, een mossel, een garnaal en insecten. Geen feestmaal. Geen Christus met zijn apostelen. Zijn dit de stadsbestuurders van Oostende? Ik weet het niet. Wat ik wel herken zijn de drie schilderijen op de muur achter het banket. Allemaal skeletten die verwijzen naar eerder werk van Ensor. En naar de dood natuurlijk. Skeletten die bekvechten om een bokking. Natuurlijk is dit schilderij ook een politiek pamflet, kritiek op de Duitse bezetting.
De twee titels (van dit schilderij) zijn er al aangegeven toen Ensor nog leefde. Ik heb nog nooit een grote Ensor-tentoonstelling bezocht. Snik, shame. Ook het Ensor-huis in Oostende zag ik nog nooit vanbinnen. Verspreid over heel wat musea heb ik wel vaak werk van James Ensor gezien. Zoals in Mu-Zee in Oostende maar ook in Brussel, in Antwerpen, in Amsterdam. Ik lees dat Oostende in 2024 verandert in ENSORstad. 75 jaar na zijn overlijden. Iets om naar uit te kijken.
Gisteren wist ik meteen welk schilderij ik vandaag wilde toevoegen aan Mijn Digitaal Lockdown Museum. Op de muurschildering van Banksy gisteren tilt een meid een denkbeeldig doek op. Een optisch ‘trucje’ dat je wel vaker tegenkomt. Vandaag tilt de zesjarige Dalí het zee-oppervlak op …
Dalí op zesjarige leeftijd, toen hij dacht dat hij een meisje was, bezig de huid van het water op te lichten om een hond te zien slapen in de schaduw van de zee – 1950 – Salvador Dalí – olieverf op doek – 27 x 34 cm – privéverzameling – Parijs
Dit is vast de langste schilderij-titel in mijn kerstvakantie-project. De titel omschrijft bijna letterlijk wat we zien. De toevoeging dat het Dalí zelf is als kind, had ik niet kunnen weten door enkel te kijken.
De eerste echte buitenlandse reis die ik met Ine maakte, was naar Parijs in het vroege voorjaar 1980. Ik vergeet voor het gemak België, voor mij niet echt het buitenland. Kan het romantischer, naar de lichtstad? We waren allebei al eerder in Parijs geweest dus de Eiffeltoren, de Notre Dame en de Arc de Triomphe stonden niet op het programma. De belangrijkste reden van ons bezoek … het nog niet lang daarvoor geopende Centre Pompidou en een grote Dalí-tentoonstelling.
Ik was (werd) groot fan van Salvador Dalí. Ik vergaapte me aan zijn kunst. Grote schilderijen, de iconische rode lippenbank, sculpturen, tekeningen, schetsen en een Luis Buñuel film. Ik herinner me nog heel veel van deze tentoonstelling en de locatie. De weken daarna kocht ik een betaalbaar boek ‘Dali Dali Dali’want ik had een krap studenten-budget. Dat boek ligt nu naast me.
Ik kijk opnieuw naar het schilderij. Het boek is onderverdeeld in diverse hoofdstukken. ‘Dali op zesjarige leeftijd …’ heeft een plekje gekregen in het hoofdstuk ‘Stilleven’. In het hele oeuvre is dit inderdaad een heel rustig beeld. Ik citeer: ‘De doodse verkilling van het stilleven is een manier om de natuur te corrigeren’. Dit schilderij had ook in de hoofdstukken ‘Landschap’, ‘Ruimte – Tijd’ of ‘Zelfportret’ kunnen staan, vind ik
Een dromerig, fantasievol beeld. Een kind is op zoek naar haar (zijn) hond op een verlaten, zonnig strand. Er staat nauwelijks wind, een lichte rimpeling in het water. En ja, daar is de hond! Niet onder een tafel maar onder het zeeoppervlak. De zee als tafellaken. Is het je opgevallen dat het kind zweeft? Ze is helemaal los van haar schaduw. Net zoals een kleine rots linksvoor op het schilderij maar dan heet het niet zweven maar drijven. Dus niet enkel een dromerig beeld maar duidelijk de verbeelding van een droom. Hoofdzakelijk zachte kleuren, een fijne droom. Zeker geen nachtmerrie. De lange titel doet vermoeden dat Dalí persé wilde dat hij het middelpunt van je aandacht is. Ik had ‘zeeschaduw’ ook wel een mooie titel gevonden.
Als je wat verder gaat fantaseren dan kun je zeggen dat de jonge Dalí al geïnteresseerd was aan dat wat zich ophoudt onder het oppervlak. Hij probeert het onzichtbare zichtbaar te maken. Hij deelt zijn fantasie met de kijker. ‘Ik ben naakt en onschuldig en licht enkel een tipje van de sluier op …’ Je zou het een definitie van kunst kunnen noemen.
Jarenlang hing er een reproductie van ‘Paar met het hoofd vol wolken’ bij ons thuis. Misschien wel als symbool van ons tweeën, maar vooral als herinnering aan die tentoonstelling. Tot zover. Natuurlijk valt er heel veel meer te vertellen over Dalí en zijn krankzinnige oeuvre maar dat is niet de opzet van deze stukjes. En ik moet bekennen dat ik 42 jaar na het bezoek aan die tentoonstelling in Parijs niet meer zo euforisch reageer op zijn werken.
Vandaag zocht ik thematisch een schilderij. Als je gaat googlen met de trefwoorden schilderij en nieuwjaar krijg je heel veel commerciële kitsch te zien. Blijkbaar vonden grote schilders de jaarovergang nauwelijks interessant. Kerstmis, de vlucht naar Egypte, Driekoningen … daar vind je honderden voorbeelden van. Ik probeerde het ook in andere talen en ja .. bingo.
Nieuwjaarsdag – Le jour de l’An – Olieverf op canvas – 60 x 50 cm – André-Henri Dargelas
Laat ik eerlijk bekennen dat ik nog nooit van deze Franse schilder heb gehoord. Ik ben wat verder gaan zoeken. Op de Franse google vind ik wel wat informatie.
André-Henri Dargelas (1828 -1906) is een Franse schilder en ontwerper. Vanaf 1850 genoten zijn werken vooral succes in Groot-Brittannië na enthousiaste recensies door de Engelse kunstcriticus John Ruskin, die Dargelas’ sentimentele visie op de kindertijd op prijs stelde. Vanaf 1857 begon hij zijn werken ook tentoon te stellen op de Parijse Salons. De picturale, pittoreske stijl en de thema’s zijn beïnvloed door Chardin, destijds erg populair in Frankrijk. De Franse realistische schilder Théophile Emmanuel Duverger was zijn schoonvader. Dargelas en zijn leerlingen wijdden zich aan een representatie van sociale klassen. De hoofdthema’s zijn taferelen uit het dagelijks leven, met een voorkeur voor de voorstelling van kinderen. Met name het terugkerende thema ‘school’ geeft het belang aan dat de kunstenaar hecht aan massa-educatie. (Wikipedia)
Als je afbeeldingen zoekt met trefwoord André-Henri Dargelasdan vind je best veel schilderijen. En inderdaad, heel vaak met kinderen. 19de eeuws sociaal-realisme. Of deze schilderstijl ook zo heet, weet ik niet. De schilderijen doen mij denken aan de schoolplaten uit mijn jeugd. Vooral die van geschiedenis. En enkele bijbelse taferelen maar misschien stonden die plaatjes enkel in onze catechismus. Ik zie ook verwantschap met Anton Pieck. Op dit schilderij zien we kinderen op straat, het heeft gesneeuwd. Enkele kinderen krijgen boven op de trap van een huis iets lekkers van een mevrouw. Zijn deze kinderen ‘nieuwjareke-zoete’ aan het zingen? Iets dat ik als kind ook heel veel heb gedaan maar dan op 31 december, niet op nieuwjaarsdag. Laat ik eindigen met nog een schilderij van dezelfde schilder. Reis rond de wereld. Een mooi thema op deze eerste dag van het jaar. Een thema om bij weg te dromen … laat ik hopen dat 2022 een mooie ‘reis’ wordt …
Rond de wereld – Le tour du monde – 1860 – 1869 – olieverf op canvas – André-Henri Dargelas