Het is vast maar weinig mensen ontgaan dat er de laatste dagen veel aandacht is voor de ‘Waternoodsramp’ van 1953. Zeventig jaar geleden. In de nacht van zaterdag 31 december en zondag 1 februari 1953 voltrok zich een grote ramp. Een combinatie van hoog water, springvloed en een zware noordwester storm hadden desastreuze gevolgen. Het aantal doden bedroeg 1836 in Nederland, 307 in het Verenigd Koninkrijk, 224 op zee, waaronder 133 bij het vergaan van een Engelse veerboot en 28 in België.
Dertig jaar geleden (1993) ging de (jeugd)theatervoorstelling ‘Water’ in première op Neeltje Jans. Ter gelegenheid van 40 jaar na de ramp. Een voorstelling van het professionele Zeeuwse jeugdtheater ’t Hondje van de Ruyter’. Ik schreef de tekst en was de regisseur. De voorstelling speelden we zowel in theaters, buurthuizen als op basisscholen.
Een poëtisch verhaal over het water. De invloed van water op mensen en op kinderen in het bijzonder. Ook het verhaal van kinderen tijdens de Watersnoodramp van 1953.
Met de hulp van Google vond ik nog een oud krantenbericht uit de Zierikzeesche Nieuwsbode. (*)
Uit: De Zierikzeesche Nieuwsbode
En ook vannacht – in de nacht van 31 januari op 1 februari 2023 – wordt een datum die in mijn (onze) persoonlijk leven een plekje zal krijgen. Maar dat heeft dan weer niets met ‘Water’ van doen. En of het een ‘ramp’ is of wordt … nee, dat gaat te ver. Laten we althans hopen van niet …
(*) Mijn eigen ‘archief’ – met heel veel knipsels en bijna al mijn regie- en tekstboeken – belandden na mijn verhuizing in 2017 in de papiercontainer. Heel soms doet dat zeer. Nu bijvoorbeeld want dan had ik … snik.
Om tien voor elf gisteravond veerde het publiek als één man op. In werkelijk zijn het er ruim zevenhonderd. Een staande ovatie. De première van IN HET SPOOR VAN DE STIER zit erop. Ik ben tevreden. Het is gelukt. We krijgen veel complimenten van bekenden, van vrienden, van collega’s, van politici, van onbekenden. Ook de lokale pers blikt vanochtend positief terug op het Openluchtspektakel GOES-EUROPA 2022. Dat is fijn. Nog een paar uurtjes en dan gaat het figuurlijke doek weer op voor de tweede voorstelling. De meest moeilijke. Na een succesvolle première kan de neiging ontstaan ‘Het ging toch goed gisteravond …’ en dat dan de concentratie wat afneemt. Dat gaan we met z’n allen proberen te voorkomen. Dus op naar nummer twee!!!
Hier een korte impressie met een YouTube-filmpje van De Cultuurverslaggever.
En mocht je nog overwegen om te komen kijken wacht dan niet te lang om een kaartje (8,50 euro) te boeken want de voorstellingen zijn bijna uitverkocht.
Wonen in Leeuwarden en werken in Goes. Geen voor de hand liggende combinatie. Dus is het thuis-zijn tot begin september verplaatst naar Zeeland. En wat ik daar doe?
Ik ben artistiek coördinator (eindregisseur) van het nieuwe zomerspektakel – In het spoor van de stier – in het kader van een nieuw themajaar in Goes.
Ik vertel de komende dagen en weken wat meer over dit vijfde zomerspektakel. Ik plaats dan ook een link naar de website waar kaartjes voor de voorstelling kunnen gereserveerd worden.
Loop ik mezelf voorbij? NEE, maar ik moet wel uitkijken dat ik binnenkort niet JA moet antwoorden. Aan de titel kun je concluderen dat ik weer in Nederland ben. Dat is zo. Logjes met de titel ‘Werkverblijf in Goes’ zullen hier waarschijnlijk opnieuw een plekje vinden. De repetities van ‘In het spoor van de stier’ worden steeds intensiever.
Mijn werk voor NSM De Walvishaai zit er – wat dit schooljaar betreft – bijna op. Afgelopen maandag was ik aanwezig op de grote NOB-conferentie in Soesterberg. Een hele fijne dag. Kennismaken en bijpraten met collega’s. NOB-Wereld-café. Ik zat aan tafel met Nederlandse en Vlaamse collega’s uit oa Thailand, Peru, Egypte, Polen, Spanje, Brazilië, Frankrijk, Duitsland, Ghana, Nepal, Verenigde Staten enzovoort.
Diewertje Blok was de dagvoorzitter, Michiel Smit de belangrijkste spreker en Karin leerde ons een paar fijne kneepjes van het ‘schapen drijven’. Op het eind van de dag kregen we een getekend verslag. Erg mooi. Een groepsfoto komt er later vast ook nog aan.
De titel verklaart waarschijnlijk al veel. Mensen die hier al langer meelezen weten dat ik met enige regelmaat actief ben in Goes (provincie Zeeland). Met ‘actief’ bedoel ik: aan het werk als (theater) regisseur. Met ‘enige regelmaat’ bedoel ik: elke 4 jaar. Dat laatste moet ik nu bijstellen tot 5 jaar.
Sinds 2005 organiseert de gemeente Goes elke vier jaar een themajaar. In 2005 was dat ‘600 jaar stadsrechten in Goes’. Vier jaar later gevolgd door ‘Goes Afrika’ (2009). In 2013 werd het ‘Goes Latijns-Amerika’. Ook Azië kwam aan bod in 2017 met ‘Goes Azië’. Het college van burgemeester en wethouders besloot enkele jaren geleden dat 2021 het thema ‘Goes Europa’ zou krijgen. De pandemie veroorzaakte een uitstel van een jaar. Maar nu is het nieuwe themajaar (2022) al even aan de gang.
Opnieuw ben ik betrokken bij een van de hoogtepunten van zo’n themajaar: het zomerspektakel. En dat vind ik heel fijn. Omdat ik niet meer in Bergen op Zoom woon, moest er een oplossing gevonden worden voor een logeeradres in Goes. En dat is helemaal goed gekomen. Met grote dank aan mijn gastvrouw. Ik voel me al helemaal thuis. Ik kom al sinds 1999 heel vaak in Goes maar ik had er nog nooit overnacht. Dat was uiteraard nooit nodig want Bergen op Zoom ligt om het hoekje (bij wijze van spreken).
Sinds mijn werkverblijf-met-overnachting kijk ik ook anders naar de stad. En heb ik andere vragen. ‘Waar kan ik gratis parkeren?’ ‘Hoe loop ik het best van A naar B?’ ‘Waar is de dichtstbijzijnde bakker?’ ‘Is er een wereldwinkel in Goes?’ ‘Bestaat de muziekschool nog?’ Enzovoort.
Ik loop dus ook door andere, voor mij nieuwere straatjes. Ik ontdek andere doorkijkjes van een stad die ik toch tamelijk goed ken. Ik zie nieuwbouw en bij een braakliggend terrein vraag ik me af: ‘Wat stond hier vroeger?’ Kortom: ik ga de komende tijd regelmatig iets vertellen over Goes en over het zomerspektakel 2022.
Goes. De Grote Markt, het stadhuis en een doorkijkje naar de Grote of Maria Magdalenakerk.
Meer informatie over het themajaar: Goes Europajaar 2022en via Facebook – klik HIER. En je begrijpt het al: wordt vervolgd.
Vandaag twintig jaar geleden werd Pim Fortuyn vermoord in het Mediapark in Hilversum. Er zijn zo van die dagen in de geschiedenis die veel indruk achterlaten. De vraag wordt dan gesteld: “Weet je nog waar je was toen …?” Ik zie die vraag ook vandaag voorbij komen. Op de plaats van de puntjes staat dan zoiets als “toen je hoorde dat Pim Fortuyn is doodgeschoten?” Soortgelijke vragen over: de aanslagen op 11 september 2001 of de moord op JF Kennedy of Martin Luther King.
20 jaar geleden zat ik in de auto en luisterde naar de autoradio. Zoals gebruikelijk luisterde ik naar Radio 1 – ook toen al de nieuws- en actualiteitenzender. Ik was op weg naar Groningen naar een try out van een jeugdtheatervoorstelling die ik regisseerde. Daarover zo nog wat meer. Ik reed ergens tussen Utrecht en Almere. De radio was er meteen bij … dodelijke aanslag op Fortuyn. Eerst was er nog veel onduidelijk. Ik moest nog bijna twee uur rijden. Van die rit zelf herinner ik me niets. Gedurende die twee uur werd het duidelijk dat de politicus de aanslag niet had overleefd. Een gedenkwaardige rit. Ik parkeerde de auto buiten bij het repetitielokaal van Kolder & Ko in Groningen en liep naar binnen. Rob, Marieke en Jothea hadden het decor al opgesteld, alle spullen lagen klaar. Ik merkte dat zij nog niets hadden gehoord over Fortuyn. Een half uurtje later zouden een aantal uitgenodigde mensen naar een eerste try out van Familie Familie komen kijken. Wat moest ik doen? Het vertellen of mijn mond houden? Uiteraard zou dat nieuws hun (onze) voorbereiding flink in de war schoppen. Maar natuurlijk zou het publiek dat wel weten. Ik vertelde het. Eerst ongeloof en dan verbijstering. Geen van ons allen was een Fortuyn-aanhanger. In tegendeel zelfs. Maar een moord? In Nederland? Niet te geloven, niet te bevatten.
Familie Familie – Theater Rob Heiligers
Wat nu? We zaten in de kleine kantine wat te filosoferen, beetje wezenloos te kletsen toen de eerste gasten (collega’s en vrienden) binnendruppelden. Natuurlijk was er maar één gespreksonderwerp: Pim Fortuyn. Na ruim een half uur peilde Rob de stemming. Wat doen we: de try out door laten gaan of verder blijven praten zoals we al deden? We kozen (zonder te stemmen hoor) voor dat laatste. Er komen later nog wat try out momenten. We waren niet gehaast. Nú spelen zou geen juiste feed back opleveren.
Weet jij nog waar je was toen je dit hoorde?
Ps. Via NPO-start kijk ik nu naar de dramaserie: ‘Het jaar van Fortuyn’ (Avro/Tros) Ik lees negatieve recensies met kwalificaties als: ‘slecht amateurtoneel’. Daar ben ik het niet mee eens. Het is geen topserie maar ik amuseer me goed.
Ik moest terug scrollen tot 24 oktober vorig jaar om te ontdekken waar ik was gebleven op mijn route richting vraag 1000. Ik denk niet dat er ooit zo’n lang bloggat – dit zou een Pannenkoekwoord kunnen zijn – heeft gezeten tussen twee edities in deze serie. Na Mijn Digitaal Lockdown Museum avontuur is het tijd om weer wat persoonlijker te worden. Laat ik de draad oppakken.
726. Welke film zou je kijken op een filmavond met vrienden?
Dat hangt heel erg af met welke vrienden. Ik kijk uit naar ‘Don’t look up’. Ik denk dat Isabel daar niet warm voor loopt. Alhoewel … Leonardo DiCaprio en Jennifer Lawrence?! Of ‘The Power of the Dog’. Allebei Netflix-films. Ik spaar deze films op om met Hanneke, Marcus en Inge te kijken.
727. Voel je je anders als je een jurkje draagt?
Ja, zeker weten. Ik hoop dat jullie nu niet om foto’s gaan vragen …
728. Welke geur doet je meteen weer denken aan vroeger?
Als ik daar een top 5 van zou moeten opschrijven dan zijn het waarschijnlijk drie of vier geuren die iets met eten (en koken) van doen hebben. Waarschijnlijk ruik ik dan de kookkunsten van mijn oma. Zij werd 125 jaar geleden geboren – precies vandaag maar dan in 1897. Wat ik graag weer eens zou willen ruiken? Een dennenbos op Terschelling onmiddellijk na een zomerse regenbui. Of een met turf gestookte kachel.
729. Wat zou je anders doen als je met niemand rekening hoefde te houden?
Meer op reis gaan. En dan vergeet voor het gemak corona-restricties en beschikbare financiën.
730. In welke oude beschaving had je wel willen leven?
Dan is het van groot belang in welk segment van die samenleving je terechtkomt. Ervan uitgaande dat ik dan ook theatermaker en leraar ben dan lijkt me de tijd van de grote Griekse schrijvers een interessante periode. Ongeveer 500 voor Chr. in zomers Griekenland.
731. Denk je lang over beslissingen na?
Ja, maar dat heeft meer te maken met mijn uitstel-gedrag. Iets dat vaak positief uitpakt moet ik erbij vermelden.
732. Ben je weleens de bioscoop uit gelopen voor het einde van de film?
Niet vaak maar toevallig wel afgelopen zomer. ‘The Green Knight’ … na een klein half uurtje had ik het wel gezien. Nou ja … de rest heb ik dus niet gezien.
733. Om welke ongepaste grappen lach je stiekem toch?
Weet ik eigenlijk niet. Wat is ongepast? Misschien lach ik wel eens stiekem om een seksistische grap maar vraag me niet om een voorbeeld te geven.
734. Horen de slechte dagen ook bij het leven?
Wat moet ik daar nu weer eens op antwoorden? Ja natuurlijk maar ik zou het eerder momenten met tegenslagen noemen. Een lange stroomstoring, gestolen autospiegels, aangebrande groenten en een overlijdensbericht in de familie op één dag. Dat is een slechte dag dat mag duidelijk zijn. Zelf niet lekker in m’n vel zitten of weinig inspiratie hebben is ook een slechte dag maar van een heel andere orde.
735. Wat zou er in jouw gebruiksaanwijzing moeten staan?
Oei. Interessante vraag. Ik ben het meest gevoelig als het over ‘eten’ gaat. Ik kook (bijna) altijd en weet graag hoe laat we gaan eten. Bijvoorbeeld rond half 7. Dat is het moment dat vrouw-lief thuiskomt op een doordeweekse dag. Het avondeten is dan bijna klaar. Ik wacht tot ze er is om dan nog de laatste zaken in de keuken te doen. En dan aan tafel! Zeker op vrijdagen (mijn thuisdag) doe ik extra mijn best. Als mevrouw dan komt aankakken om acht uur met de mededeling dat een collega trakteerde op een borrel in de stad en dat haar telefoonbatterij leeg was … Nou dan is het goed om mijn ‘gebruiksaanwijzing’ heeeeel nauwkeurig te volgen. Dan ben ik een boze ontploffer. Kort maar wel heftig. Krijg ik een oprechte sorry dan is het over en voorbij. En eet ik waarschijnlijk in mijn eentje in mijn werkkamer. En nog een dingetje dat onder het kopje ‘eten’ valt. Geen telefoon aan tafel en alles proeven. Je hoeft het niet lekker te vinden maar proeven doe je met je mond. Niet met je ogen of met vooroordelen. Natuurlijk weet ik na een tijdje wat iemand écht niet lust. Geen courgette voor Catelijne. Geen zoet en zout gemixt in hetzelfde gerecht voor Isabel. Geen vlees voor vegetarische vrienden. Geen melkproducten voor Trienette.
736. Hoe groot is onze vrije wil?
Is dit een filosofische vraag? Daar zijn al heel wat interessante boeken over volgeschreven. Ik herinner me goede filosofie-lessen op school van Rob K. en Salvatore C. Nu denk ik bij deze vraag alweer aan alle corona-maatregelen. Het woord ‘vrijheid’ en ‘vrije wil’ vliegen – vaak ongepast – in het rond. Ik houd me min of meer aan de opgelegde voorschriften. Ook als ik me afvraag of zo’n maatregel terecht is. Wappies zullen vast beweren dat mijn vrije wil is aangetast. Nou, volgens mij niet. Het is mijn eigen vrije wil om me aan de maatregelen te confirmeren. Ja toch?
737. Welke cursus wil je graag nog volgen?
Voor ik Isabel leerde kennen had ik waarschijnlijk ‘boekbinden’ geantwoord. Na het verhuizen en veel kleiner gaan wonen in Leeuwarden is de zin en noodzaak verdwenen. Bijna alle tijdschriften zijn oud papier geworden. De laatste twee cursussen die ik heb gevolgd waren ‘Portugees’ en ‘Kunstgeschiedenis’. Die laatste cursus was leuk maar te oppervlakkig en te veel in de vorm van twaalf lezingen. Veel te weinig ruimte voor gesprekken, vragen, ideeën, verbindingen leggen … Als ik weer een cursus ga volgen zal het vast weer iets over geschiedenis of kunst zijn. Ik volg enkele online-cursussen (bijscholing) in verband met mijn schoolwerk. Zoals ‘hybride onderwijs’. Of ik die GRAAG volg … weet ik niet. Het is oké en hoort bij mijn betaalde activiteiten op dit ogenblik.
738. Maak je soms grappen ten koste van jezelf?
Dagelijks. Zelfspot is heerlijk. Ik heb dan de woorden “Ik bén een oude man!” meer dan waarschijnlijk gebruikt.
739. Welke bloemen koop je het liefst voor jezelf?
Ik heb twaalf jaar lang witte avalanches gekocht. Ik kocht ze voor mezelf. Bij een foto van Ine. Na mijn verhuizen uit de Holleweg (november 2017) in Bergen op Zoom ben ik gestopt met die tweewekelijkse traditie. In Leeuwarden en Mozambique koop ik nooit bloemen voor mezelf. Ja, planten voor de tuin maar dat is niet echt voor mezelf.
740. Welke dierlijke eigenschap zou je wel willen hebben?
Vliegen. En jullie?
741. Mag je gesprekken met de ene vriendin vertellen aan de andere?
Het is maar weer eens duidelijk dat deze vragenlijst in een damesblad (Flow) stonden. Ik ben zeer discreet als het moet. Laatst vertelde Isabel me iets over de Mozambikaanse vrouw van een gezamenlijke vriend. Ik antwoordde dat ik dat al lang wist. “Hoe dat zo?” “Nou gewoon omdat hij (die vriend) me dat al lang geleden in vertrouwen had verteld.” Isabel was verbaasd dat ik dat niet met haar had gedeeld.
742. Met wie deel je je dromen?
Mijn letterlijke dromen vertel ik af en toe aan Isabel. Andersoortige dromen deel ik zelden (denk ik).
743. Is nieuw altijd beter?
NEE. Met opzet gebruikte ik hoofdletters. Dat zal vast ook iets zijn van mijn generatie of van het ouder worden.
744. Wat doe je wanneer een feestje maar geen feestje wil worden?
Weggaan. De vraag is dan wel of mijn wederhelft dat ook zo ervaart. Gelukkig hebben we daar goede afspraken over. Als het me niet bevalt dan ga ik naar huis en dan ben ik bereid haar later op te komen halen. In de praktijk is dat nog nauwelijks voorgekomen. Een enkele keer herinner ik me dat en toen bracht een vriend haar thuis. No problem!
745. Wat heb je geleerd op school waar je nog steeds wat aan hebt?
Lezen uiteraard. Hoofdrekenen alhoewel ik dat steeds minder doe. Een beetje Frans, een beetje Engels. Kortom vooral algemene kennis. De tabel van Mendeljev en de stelling van Pythagoras liggen op het kerkhof van verloren kennis.
746. Zeg je altijd de waarheid, ook als die een ander kan kwetsen?
Nee. Het is een mooi principe maar zo ‘Hollands’. Of zoals ze dan in Afrika (en elders) zeggen ‘typical Dutch’. En natuurlijk ontkom je er niet altijd aan. Rond de pot blijven draaien lost ook weinig op. Maar wat is ‘de waarheid’? Het is en blijft natuurlijk ‘een mening’.
747. Wat heb je onlangs weggegeven aan iemand die het harder nodig had?
Een soort eindejaars-pakket voor onze huishoudelijke hulp. Tegelijkertijd heb ik flink wat ruimte gemaakt in een voorraadkast, een voorraadlade, diepvries en ijskast. En iets wat lijkt op een niet bestaande en niet afgesproken dertiende maand zat ook in dat ‘pakket’.
748. Ben je online anders dan in het echte leven?
Ja, natuurlijk want online heeft niemand last van mijn grommen, scheten, ongeduld, slapeloosheid, zweten, flauwe grappen … moet ik nog meer voorbeelden geven? Ik vertel hier wel wat persoonlijke zaken maar er is altijd een vorm van zelf-censuur. Zeker als ik het over andere mensen heb. Ik probeer daarmee mijn blog niet achter een ‘slotje’ te plaatsen. Wat ik trouwens wel heel goed begrijp van collega-bloggers.
749. Wat doe je als je ergens bent verdwaald?
Dat gebeurde voor het laatst zo’n drie jaar geleden. In de buurt van Barbeton (Mpumalanga – Zuid-Afrika). We maakten een uitstap met de auto. Ik had de route min of meer van te voren bekeken. In de bergen was er plots geen internet-bereik. Dus geen navigatie en geen google-maps. Mijn gevoel en een klein beetje de zon brachten ons toch weer in de bewoonde wereld. ’t Was wel even spannend. Ask Isabel. Ik heb geen probleem om de weg te vragen maar vaak helpt dat heel weinig want de meeste mensen (in Afrika) kennen enkel hun eigen buurt(je).
750. Wanneer ben je voor het laatst naar het theater gegaan?
Wat een rotvraag om dit logje mee af te sluiten. Maar het is de vragensteller vergeven want hij of zij wist bij het bedenken van deze 1000 vragen niets over covid-19 laat staan gesloten theaters, bioscopen en musea. Onder normale omstandigheden had ik vast geantwoord: “Eergisteren of vorige zaterdag of 29 december of zoiets.”
Natuurlijk moet Edward Hopper een plekje krijgen aan de wanden van Mijn Digitaal Lockdown Museum. Dat wist ik al lang. Vraag bleef nog even met welk schilderij. Toen las ik gisteren dat de musea, de theaters en de bioscopen waarschijnlijk nog niet mogen opengaan. Zucht. Voor hen een verlengde lock down. Dus ik wilde een Hopper-schilderij met een man of een vrouw die wezenloos naar buiten staart. Naar het niets of hooguit naar het dorre landschap of een verlaten straat in een lege stad. Dus thematisch aansluiten bij de actualiteit.
Hopper heeft ook veel theater-schilderijen gemaakt. Het eerste in die reeks is ‘Two on the Aisle’ …
Parket, tweede rij rechts – Two on the Aisle – Edward Hopper – 1927 – Olieverf op linnen – 102 x 123 cm – The Toledo Museum of Art, New York
Ook dit schilderij kun je gemakkelijk uitleggen als iets ‘actueels’. Een lege theaterzaal. De orkestbak blijft leeg. Het doek blijft gesloten. De toeschouwers die kaartjes hadden voor de tweede rij rechts staan wat misnoegd op. Mevrouw trekt zometeen haar jas aan en zal waarschijnlijk tegen haar man mekkeren. ‘Ik zei het je toch dat het dom was om theaterkaartjes te kopen voor een voorstelling op 15 januari.” Hij laat het stoïcijns over zich heen komen. De vrouw in een roze jurk op het tweede zijbalkon leest nog een paar gedichten. Het maakt haar niets uit of ze nu hier zit of straks thuis, eenzaam op haar eenpersoonsbed en apathisch naar buiten staart. Haar verloofde is er toch niet. Alweer naar een spoedoverleg met andere virologen.
Ik hou van Edward Hopper, dat heb ik hier al vaker verteld. Er is heel veel te vinden op internet over deze Amerikaanse schilder. Dat ga hier niet allemaal kopiëren of vermelden. Dat vinden de geïnteresseerden zelf wel.
Wij gaan straks lekker uit eten. Een beetje van op afstand vieren dat Duin, mijn jongste kleindochter, vandaag drie jaar wordt. Ja, in Mozambique is alles gewoon open. Er zijn wel wat kleine restricties die vooral theaters en concerten hinderen om vol uit te pakken. De restaurants en kroegen zijn heel wat drukker bevolkt dan op de schilderijen van Hopper. De scholen starten aanstaande maandag weer na de traditionele lange kerstvakantie.
Naast me ligt een geprint theaterkaartje. “De vader. Het Middelburgs Theater – Minitheater, Middelburg. 15 januari 2022 – 20u”. Nee, dat gaat ‘em niet worden. Zucht, snik. Voor de tweede keer heeft deze theatergroep deze voorstelling moeten annuleren wegens sluiting van de theaters. De eerste keer in maart 2020, onlangs december 2021 voor de tweede keer. “Vrienden, hou de moed erin. Ik hoop jullie dit voorjaar weer eens te zien.”
Toen ik wat informatie opzocht over bovenstaand schilderij ontdekte ik een opera die helemaal op YouTube staat – met Engelse ondertiteling. ‘Later the Same evening’. Muziek van John Musto, libretto van Mark Campbell. Een muziektheatervoorstelling geïnspireerd door vijf schilderijen van Edward Hopper. Dit schilderij is één van de vijf. Ik ga vanavond of morgen kijken en luisteren. Dus toch nog een beetje theater.
P.s. Dit is voorlopig het einde van mijn dagelijkse stukjes over BEELDENDE KUNST. Natuurlijk zal ik er over blijven schrijven. Dan zal ik dat ook toevoegen aan Mijn Digitaal (lock down) Museum. Maar vanaf morgen ook weer aandacht voor andere zaken. Prettig weekend. Wees voorzichtig. Blijf gezond.
Gezicht op Delft – 1660 – Johannes Vermeer – Olieverf op doek – 116 x 97 cm – Mauritshuis, Den Haag
Dit is het beroemdste stadsgezicht uit de Hollandse 17de eeuw. Het spel tussen licht en schaduw, de indrukwekkende wolkenlucht en de subtiele weerspiegelingen op het water maken dit schilderij tot een absoluut meesterwerk. We zien Delft vanuit het zuiden. Het is vrijwel windstil, de stad ademt rust uit. Vermeer bracht die rust ook in zijn compositie door drie horizontale banen te maken: water, stad en lucht. En door de bebouwing wat minder rommelig te schilderen dan zij in werkelijkheid was. (Info: Mauritshuis, Den Haag)
Ik blogde de afgelopen jaren heel regelmatig over Johannes Vermeer. Dat hield natuurlijk verband met de theatervoorstelling ‘Meisje met de parel’ (2017). Ik bewerkte het boek van Tracy Chevalier en de gelijknamige film tot een nieuwe toneeltekst. In het decor waren heel wat reproducties van Vermeers werk te zien. Ook bovenstaand schilderij. Na afloop van de 20 voorstellingen werden al deze reproducties verloot onder alle medewerkers. Crew, cast en bestuur van Het Middelburgs Theater. Je kon je inschrijven voor de verloting. Dat deed ik ook. ‘Gezicht op Delft’ (op ware grote) gaf ik graag een plekje in huis. Maar helaas, het geluk was me niet welgezind. Wel kreeg ik het door ons gebruikte ‘Meisje met de parel’ cadeau met handtekening van alle spelers (m/v) op de achterzijde. Waarvoor nogmaals dank. Als ik een beetje naar links kijk, zie ik haar. Een dierbaar aandenken aan een mooie productie.
Van dit schilderij heb ik wel een grote ansichtkaart, ook zichtbaar vanaf mijn werkplek. ‘Gezicht op Delft’ heb ik al zeker een keer op vijf met eigen ogen gezien want het Mauritshuis blijft een van mijn favoriete musea.
Natuurlijk moest er een Vermeer opduiken in Mijn Digitaal Lockdown Museum. Als de nieuwe Nederlandse regering besluit om de musea na 14 januari weer te openen dan gaat deze dagelijks MDLM-serie in een tijdelijke winterslaap. Niet echt hoor maar zeker niet meer dagelijks. Blijven de musea en theaters nog langer dicht dan … nou ja, dat zien we dat dan wel weer. Volgende week gaan de scholen weer open en is kunstverteller Koen weer gewoon meester Koen.
Nog vier dagen dus. Wie komen nog in aanmerking voor een plekje in mijn MDLM? Rembrandt van Rijn, Vincent van Gogh, Francis Bacon, Marc Chagall, Edward Hopper, Malangatana, René Magritte, Escher, Jopie Huisman, Corneille, Yves Klein, Artemisia Gentileschi, Frans Hals, Lucian Freud, Jeroen Bosch, Goya, Caravaggio, Titiaan, Leonardo da Vinci, Jan van Eyck, Rogier van der Weyden, Peter Paul Rubens, Herman Brood, Anton Heyboer, Edvard Munch, Piet Mondriaan, Velasquez, Roger Raveel, Matisse, Joseph Beuys, Marcel Broodthaers, Mark Rothko, Georg Baselitz, Jan Fabre, Sandro Botticelli, Théodore Géricault, Ansih Kapoor, Karel Appel, Willem de Kooning, Luc Tuymans. Ik kan nog tientallen namen meer toevoegen. Die keuze gaan jullie en ikzelf ontdekken de volgende dagen. Ik zal er wel een persoonlijke herinnering aan toevoegen.
Ik val in herhaling als ik zeg dat de theaters, de bioscopen en de musea in Nederland gesloten zijn. In België mogen de theaters en de bioscopen weer openen na een uitspraak van het hoogste gerechtshof. Daarom vandaag een schilderij van een (Amerikaanse) bioscoop in de jaren 30 van de vorige eeuw.
Twenty Cent Movie – Reginald Marsh – 1936 – eitempera op hardbord – 76 x 102 cm – Whitney Museum of American Art, New York
Ooit gehoord van Reginald Marsh? Een Amerikaanse schilder, 1898 – 1954. Ik was zijn naam (bijna) vergeten maar zijn grote schilderijen niet. Ik was drie keer in New York, voor het laatst eind 1999. Het is nog juister om te zeggen dat ik driemaal op (in) Manhattan was. Mijn dagen waren gevuld met theater- en museumbezoek. Af en toe een wandeling in Central Park en natuurlijk op tijd een natje en een droogje. Het Whitney Museum of American Art vond ik echt een geweldige ontdekking. Het schilderij dat ik vandaag heb gekozen komt uit het boek Selected Works from the Permanent Collection. Het boek kocht ik na een bezoek aan dat museum.
Er is veel te zien op het schilderij. Het zou me niet verbazen als er ook een puzzel van gemaakt is. Kijken jullie mee?
We zien het Lyric Theatre in 42th Street in New York met veel bezoekers bij de twee ingangen. In het midden de kassa. Minstens zo opvallend zijn de vele reclameborden voor de films die er te zien zijn. Boven de kassa hangen geschilderde portretten van filmsterren. Zo herinner ik het me ook – in een veel eenvoudigere vorm – de Rex-bioscopen in Antwerpen in mijn jeugd. In het boek lees ik dat de posters gebaseerd zijn op films die op dat moment populair waren.
Wat natuurlijk opvalt zijn de bezoekers. Net zoals op het schilderij ‘De straat’ hebben zij nauwelijks of geen contact met elkaar. Zij poseren voor de schilder, voor de kijker. Zij imiteren als het ware de Hollywood filmsterren. De blonde vrouw met rode handtas en de man met het hoedje scheef op z’n kop (beiden op de voorgrond) lijken eerder acteurs op een toneelpodium dan bezoekers. Rechtsvoor – bij de manneningang – zien we een zelfverzekerde man die zo uit een gangster- of maffiafilm is weggelopen. Kijk nu nog eens naar de foto’s van de filmsterren boven de kassa. Natuurlijk zie je nu de overeenkomst met de drie personages op de voorgrond.
Het hele schilderij zou ook zomaar een ‘geschilderde foto’ van een theatervoorstelling kunnen zijn. Een momentopname van een volkse revue of een broadway-musical. Reginald Marsh maakte heel wat van dit soort schilderijen. Je kunt hem enigszins vergelijken met Edgar Degas en Henri de Toulouse-Lautrec. Niet qua schilderstijl, wel hun fascinatie voor theater en kermis. Op Marsh’s schilderijen is er heel wat bloot te zien. Striptease-danseressen en burlesque tijdens de grote depressie. Klik HIER of HIER als je meer van zijn werk wilt zien. Op dit schilderij wordt naakt enkel gesuggereerd door de twee standbeelden in beide ingangen en op de affiches: ‘Human Emotions Stripped Bare’ en ‘Joys of the Flesh‘. Bioscopen waren (zijn) natuurlijk ook geliefde rendez-vous plaatsen om af te spreken met je liefje of je minnares. Binnen in het donker wordt er vast veel ‘gefoezeld’ maar buiten op straat, bij de kassa is er geen enkel contact tussen een man en een vrouw.
Nog twee weetjes. De stijl kun je sociaal-realisme noemen. Een haast journalistieke stijl. Dat is nog beter te zien in ander werk van Marsh. Hij deed twee keer mee aan de Olympische Spelen in 1932 en 1936. Niet als atleet maar als schilder. Ben je verbaasd, luister dan eens naar deze aflevering van ‘Nooit geweten’