Tags
Bloggen, Brieven, Buren, Cheque, De bank, Flexibiliteit, Hulp, Isabel, Job, Juridisch, Kopere handdruk, Ontslag, Privé, Schrijven, Solliciteren, Spanning, Vrienden, Zielenroerselen
Ik heb lang getwijfeld of ik dit stukje zou publiceren. Het feit dat jij dit nu kunt lezen, toont aan dat ik op de knop PUBLICEER heb gedrukt. En mogelijk besluit ik over enige tijd dit logje weer te verwijderen.
En waarom deze eerste alinea? Omdat dit deels over Isabel gaat en meestal ben ik terughoudend om over haar (kritisch) te bloggen. In de rechterkolom van dit blog meld ik de lezer dat ik schrijf over wat me bezighoudt. Dat zijn vaak dagdagelijkse zaken. Een boek, een film, een uitstapje, een recept. Iets over sport of over politiek. Wat me nu al een hele tijd bezighoudt is het ontslag van Isabel. In mijn #100 tag stukje van een tijdje geleden was het woord ‘ontslag’ al opgedoken. Enkele wakkere volgers hadden dat al opgemerkt. Dat ontslag (sinds 1 februari) houdt me heel erg bezig, vandaar dat ik er toch over schrijf. Gelukkig heb ik mijn eigen werk nog. Vier dagen per week geef ik les in Maputo en ben ik van ongeveer 12u tot half 7 de hort op. Maar de nachten breng ik te vaak tobbend en piekerend door.

Foto door Anna Shvets op Pexels.com
Toen ik Isabel voor het eerst ontmoette werkte ze al bij ‘de bank’. De bank is een paar keer van naam veranderd en ook een keer van eigenaar. Isabel bleef altijd op post en slalommende een beetje van het ene filiaal naar het andere en later van de ene verdieping naar de andere verdieping op het hoofdkantoor. Op 1 april aanstaande zou ze 15 jaar volmaken. Er zijn maar twee andere medewerkers van ‘de bank’ die er langer werken. En toch staat ze op straat.
Uiteraard ken ik maar één kant van het verhaal. Ze is al een hele tijd ontevreden, onder andere omdat ze zelden een loonverhoging krijgt en ze een onduidelijke functieomschrijving heeft. Zeker als ze weer maar eens een andere manager krijgt. Alle opeenvolgende ceo’s luisteren wel naar haar verzoek/klachten maar er veranderde zelden iets. Met haar nieuwste afdelingsbaas – een jonge ambitieuze manager – heeft het nooit geklikt. Ik denk – en dat is zeer subjectief – dat hij te veel wilde veranderen en Isabel koppig bleef vasthouden hoe zij het altijd had gedaan. Isabel is goed in NEE-zeggen, JA-zeggen is een leerpuntje. Zeg ik een beetje cynisch. Een stevige clash volgde met onduidelijke reprimandes richting Isabel. Nooit een fatsoenlijk functionerings- of beoordelingsgesprek. Deze nieuwe baas zocht daarna steun bij een directeur hogerop. Ook geen ‘vriendje’ van Isabel. Daarop volgde een lange brief met waarschuwingen richting Isabel. De details heb ik nooit goed begrepen door verhullend, juridisch Portugees taalgebruik. Maar de boodschap was duidelijk. Het was een eerste stap richting ontslag want als zij niet zou voldoen aan de eisen dan had ‘de bank’ een juridische stok om mee te slaan. Die brief dus. Met hulp van mijn schoonvader kwam er een nog langer juridisch antwoord. Officieel dus van Isabel. De brief van ‘de bank’ werd met de grond gelijk gemaakt en moest van tafel. Dat gebeurde ook. Maar uiteraard volgde een juridisch meer correcte brief. En weer een antwoord van Isabel gericht aan ‘de bank’.
De laatste dag (half december) voordat de ceo vier weken op vakantie vertrok naar Portugal werd zij ontboden op zijn kantoor. Eigenlijk was zijn vraag: “Isabel, wat moet ik aan met deze kwestie? Ik weet het niet want ik ben hier nog maar kort.” Met andere woorden een soort pat-stelling. En toen werd het half januari en toen eind januari. Isabel kreeg geen officieel ontslag maar na weer een bezoek op het kantoor van de ceo werd er een cheque (#) met dank voor bewezen diensten aangeboden. Dat heeft ze aangenomen. Ze had dat kunnen weigeren maar dan was het scenario niet moeilijk te raden. De ‘bazen’ zouden dan op elke slak zout gaan leggen en haar zo gauw mogelijk ontslaan wegens ‘wat voor obstructie dan ook’. En dan was er ook geen cheque. En ook geen ‘ww’ (of zoiets) … ik denk het, zeker niet bij zo’n soort ontslag.
Onmiddellijk verdween iets meer dan 55% van de cheque naar allerlei taksen, belastingen en een verplichte aflossing van een lening bij ‘haar bank’.
IK HEB ER DE PEST OVER IN. Waarom? Omdat dit mijn dagelijks leven heel erg beïnvloedt. Natuurlijk moet ik zeggen ONS leven. Ik ken Isabel enkel met betaald werk van maandag tot vrijdag. Dat geeft gaf een duidelijke structuur aan mijn en haar leven. Aan ons leven. Ik ben een oude man en heb flink wat ingeleverd aan geestelijke flexibiliteit. Sic. We zijn nu 10 dagen verder en ik vind het een ramp. Ik kan er niet tegen dat ik niet meer alleen in huis ben om mijn lessen voor te bereiden. Voorheen veranderde ons ‘huis’ in ‘mijn kantoor’ nadat Isabel rond half 7 was vertrokken. Nu zijn er voortdurend ’s middags anderen over de vloer, inclusief flesjes bier, whiskey en luide muziek. Vrienden. Buren. Ja … ze komen helpen met klusjes. Ja, dank daarvoor maar … rot op!
Isabel begrijpt mijn klagen niet. “Ze komen toch helpen!” We praten langs elkaar heen. Ik weet het. Ik slik veel ergernis in. Ik probeer redelijk en begripvol te zijn maar dat lukt me niet altijd. Omdat er een cheque ligt voelt ze geen onmiddellijke noodzaak om te beginnen solliciteren. Iets dat ze al 15 jaar niet heeft gedaan. Dat had ze trouwens ook al voor haar ‘ontslag’ kunnen doen. Maar dat terzijde. “Een job is meer dan alleen maar geld. Het is ook een kader met collega’s, sociale contacten en het geeft een (dagelijkse) structuur.” Ouwe-mannen-gelul. Voorlopig is het nog aan dovemansoren gericht. En ik geef het eerlijk toe … ik heb weinig geduld op dit ogenblik. Ik ben op dit moment niet de vrolijkste in huis. Ik ben mede-schuldig aan de spanning in huis en tussen ons.
Voor het eerst sinds ik haar ken, bekruipt me het gevoel (angst?) dat we mogelijk het einde van het jaar als koppel niet gaan halen. (*)
(#) Cheque … geen gouden handdruk, eerder iets van goedkoop koper of messing …
(*) Ik hoop deze laatste zin zo gauw mogelijk te kunnen verwijderen.
