Tags

,

De tweede Umoja-auditie-dag in Dar es Salaam eindigt met een groepsfoto. Er wordt geknuffeld en gehuild. Een paar kandidaten komen vragen waarom ze niet zijn geselecteerd. Ik probeer het zo goed mogelijk uit te leggen. Ik weet dat niet iedereen mij goed verstaat. Engels is hier geen vanzelfsprekendheid. Iedereen spreekt Kiswahili in Tanzania en op een paar woorden na, spreek ik die taal niet.

Na afloop nodigen Hassan en Matona mij en Rufus uit voor een bijzonder concert – vanavond in Makumbucho. Zoals gebruikelijk begint het concert met meer dan een uur vertraging. Daar raak je aan gewend … nou ja – een beetje.

Matona – één van onze Umoja docenten – houdt een korte inleiding. Samen met collega’s en studenten (oa Hassan en Nassor) van DCMA – muziekschool van Zanzibar – betreden zij het podium. Matona is veel op reis, geregeld voor Umoja maar hij gaat ook op bezoek op de vele eilanden in de Indische Oceaan. Zijn viool in de handbagage. Hij is een fantastische muzikant. Op Mayotte – een eiland ten noordwesten van Madagascar – leerde hij een zangeres kennen. De dame in de paarse jurk. De muziek van Zanzibar en de Comoren hebben veel gemeen. Een grote Arabische invloed. Het werd een ‘vreemd’ concert. De zangeres praat half Frans – half Swahili. Ik kan er geen touw aan vast knopen. En ze zingt ‘vals’ (out of tune). Eerst denk ik nog dat het een plaatselijk gebruik is maar aan de reactie van anderen te zien – is er iets goed mis met deze mevrouw. Althans met haar stemgebruik. Zij staat volop te genieten en maakt een boel zwoele dansbewegingen. Niks mis met haar danskwaliteiten. Het publiek roept en fluit en danst. Een vreemde mix van ‘uitlachen’ en ‘bewonderen’. Zoiets als staan juichen voor Eddie Wally.