Koning Akrisios van het Griekse Argos bleef alsmaar kinderloos. Tot zijn grote verdriet en ergernis. Hij offert bij elke juiste stand van de zon en de maan: geiten, kippen en lammetjes. Zelfs zijn mooiste stieren worden aan de goden geofferd.
Akrisios, koning van Argos
Koning Akrisios is wanhopig op zoek naar een mannelijke opvolger. Hij wil een zoon. Na lange jaren wachten wordt hij eindelijk vader van een koningskind. Vader van een dochter. Danaë. Een beeldschone prinses. O jee, niets mis mee – met een meisje – maar toch … Hij wil een zoon. Telkens weer blijft hij de goden verzoeken om naar zijn smeekbede te luisteren. Steeds tevergeefs. Er zit maar één ding op, hij moet op bedevaart naar Lourdes. O nee, natuurlijk niet naar Lourdes maar naar Delphi om daar het orakel te raadplegen.
Meestal zijn de uitspraken van het orakel dubbelzinnige raadsels, uit te leggen op veel verschillende manieren. Dit keer is de boodschap duidelijk: “Jij – Akrisios – zult geen zoon krijgen maar wel een kleinzoon. En hij zal je doden.” Woedend, verdrietig, geërgerd en gefrustreerd keert de koning huiswaarts. Nooit zal hij nog lachen. Zeker niet tegen zijn dochter Danaë.
DANAË
Danaë – Richard Franklin
Het meisje, lief als de lente en zoet als de zomer zal spoedig dertien worden. Ik hoef hier niet uit te leggen dat zij dan de vruchtbare leeftijd zal bereiken. Ook haar vader beseft dat. Hij wil haar het liefst doden maar hij is bang van de goden. Er zit maar één ding op: Danaë wordt verbannen naar een nieuw gebouwde toren met een kerker van brons.
Danaë – De bronzen toren – Edward Byrnes-Jones
De bronzen deuren worden gesloten. Valse honden met vlijmscherpe tanden bewaken dag en nacht de toren en de kerker. Enkel een piepklein tralieraampje – waar geen sterveling doorheen komt – zorgt voor wat frisse lucht en af en toe wat zonlicht. De prinses ziet geen sterren, geen maan, geen wolken en zelfs geen vogels. “Laat staan een man. Vergeet het maar mooie Danaë” gromt haar vader, de koning. Wel wordt ze dagelijks verzorgd door enkele slavinnen.
Koning Akrisios voelt zich weer veilig. Er zal geen kleinzoon worden geboren. Oef. Maar o jee … overmoed! Het noodlot – en dus ook de goden – uitdagen is niet zo slim mijn beste vriend …
King Acricius of Argos – Foto uit de film: Clash of the Titans (1981)
“Luister en huiver, vrienden. Dit is de mythe van Perseus, zoon van Zeus, de god van de donder, bliksem en regen. Perseus, die ontkwam aan de dood en duizend gevaren. Perseus, die won van een wrede tiran en een bloedstollend monster. Perseus, die niet geboren mocht worden en toch werd geboren. Perseus, die – een paar weken oud – alleen met zijn moeder ronddreef op zee in een lang niet zeewaardige kist en landde op het eiland Serifos, waar hij een man werd. Perseus, die het slangenhoofd van Medusa er afsloeg. Perseus, die, zoals het orakel voorspeld had, zijn grootvader doodde.”
Perseus – Edward Burne Jones
Een hele tijd geleden (her)vertelde ik de mythologische verhalen over AMOR en PSYCHE en over DAEDALUS en ICARUS. Een van mijn vaste volgers (Rene B) vraagt me met enige regelmaat wanneer ik een nieuw verhaal vertel. Laat ik daar vandaag maar eens aan beginnen. Het verhaal van Perseus.
Ik ga dat verhaal hier in losse afleveringen vertellen (en publiceren). Tussendoor blijf ik gewoon andere stukjes schrijven. Het kan dus best een hele tijd duren voor het verhaal van Perseus helemaal is (her)verteld. Zoals ik ook bij mijn vorige Griekse mythes schilderijen en beelden toevoegde, ga ik dat ook dit keer proberen. Om alvast in de stemming te komen kan je mijn vorige verhalen nogmaals lezen en bekijken. Scroll dan wel eerst naar beneden om het verhaal in de juiste volgorde te lezen.
O ja, de tekst hierboven (in het blauw) heb ik ontleend aan het boek De huiveringwekkende mythe van Perseus. Tekst Imre Dros, tekeningen Harrie Geelen. Dit boekje was ooit het Kinderboekenweekgeschenk in 1996.
Lees de serie: AMOR en PSYCHE (Scroll eerst naar beneden om het verhaal in de juiste volgorde te lezen)
Lees de serie: DAEDALUS en ICARUS (Scroll eerst naar beneden om het verhaal in de juiste volgorde te lezen)
Wat zal ik eens antwoorden? Zeven en dan maak ik af en toe een sprongetje naar zeven min en dan weer naar zeven plus.
777. Maak je makkelijk contact met anderen?
In het algemeen wel. Dat heb ik natuurlijk vooral moeten uitproberen tijdens de vakanties in mijn eentje. Dat lukte me uitstekend.
778. Wanneer heb je voor het laatst iets nieuws geleerd?
Vandaag nog. Ik probeer te doorgronden hoe ik allerlei gegevens van mijn ene (de oude) laptop de andere (de nieuwe) laptop kan overschrijven. Morgen ben ik die kennis vast weer vergeten. Zo gaat dat ook (te vaak) met nieuwe Portugese woorden.
779. Hoe hoog is het muurtje om je hart?
Eigenlijk helemaal niet zo hoog, denk ik.
780. Doe je weleens dingen tegen je zin?
Ja. Dat doet iedereen toch wel eens. Ja toch?
781. In welk boek had je graag een rol willen spelen?
Een leuke vraag. Ik denk nu even na over de boeken die ik onlangs las of beluisterde. Assistent van Rembrandt? (Ik las ‘De schilder en het meisje’) Soms denk ik dat ik rechercheur zou kunnen zijn. Maar misschien nog meer een goede strafrechtadvocaat. En dat zijn voor mij eerder romanpersonages dan mensen die ik dagelijks ontmoet.
782. Ben je ondernemend?
Hier zou ik mezelf een zes min voor geven. Want ondernemend is toch het tegengestelde van uitstellend? Ja, ik kan best ondernemend zijn hoor.
783. Kom je altijd te vroeg, te laat of op tijd?
Op tijd. En als ik door omstandigheden toch te laat dreig te komen dan laat ik dat zo snel mogelijk weten. En ben ik te vroeg, dan wacht ik gewoon even buiten of in de auto of in een café in de buurt.
784. Hoe zorg je voor orde in je hoofd?
Werk op tijd afwisselen met andere zaken. Lezen, op reis gaan, lekker eten, een filmpje, museumbezoek, bloggen enzovoort
785. Ben je ooit ergens geweest waar je alleen maar zand of water om je heen zag?
Op een boot. Maar dan zag ik natuurlijk ook nog de boot, niet alleen de zee. Alleen zand … ja, ergens in de Sahara. Ik maakte een korte wandeltocht vanuit ons kampement. Mogelijk hier en daar nog een palmboom maar toch voornamelijk heel veel zand. Ik vond het zo sensationeel dat ik me uitkleedde en in mijn blote niks me van een hoge zandduin naar beneden liet rollen.
Ook bovenstaande foto komt deels in aanmerking als antwoord op deze vraag. Je ziet mijn geliefde dochter die mijn persoontje op handen draagt. Hahaha. De schat. De foto (2006) is genomen in een droog gevallen meer in Etosha National Park in Namibië. Ik heb soortgelijke foto’s in de Gobi-woestijn in Mongolië. Maar dat is voor een andere keer.
786. Op welke plek ga je zitten in een achtbaan?
Ik heb nog nooit in een échte achtbaan gezeten. Dan bedoel ik dus eentje die ‘over de kop’ gaat. Nee, dat is niet aan mij besteed. De andere ‘banen’ (bijvoorbeeld in de Efteling) doe (deed) ik braaf mee met mijn (klein)kinderen.
787. Wijs je iemand snel op zijn of haar fouten?
Dat hangt van de situatie af. Als leraar of regisseur hoort dat bij je taak om op het juiste moment iemand op een fout te wijzen. In mijn dagelijks leven met Isabel zal ik eerder op mijn tong bijten of zelf een mogelijke fout (van haar) herstellen.
788. Welke rol heb jij in je vriendengroep?
De organisator, de bedenker, de plannenmaker, de boeker. Ik denk nu natuurlijk aan een specifiek vriendengroepje met E, W en G.
789. Wat is het vreemdste wat je ooit hebt gegeten?
Een paar gerechten in Beijing. Ik schreef er al eens een stukje over. Klik HIER. En lang geleden ergens in Frankrijk vond ik ‘tripe’ niet helemaal mijn ding. Ik hou wel van hersentjes en zwezerik. En voor (kalf)tong mag je me wakker maken. De krokodil die ik bestelde bleek kip te zijn en de olifantslurf was een stuk rundvlees. Koedoe maak ik af en toe klaar. Raar? Niet in mijn Afrikaanse tweede huis. O ja, in Noorwegen (Trondheim) at ik een keer walvis. Een soort kerstspecialiteit als ik het me goed herinner.
790. Lees je je horoscoop?
Zelden of nooit. Heel af en toe (niet eens jaarlijks) leest Isabel mijn horoscoop voor in een of ander tijdschrift.
791. Wat is de raarste plek waar je ooit bent wakker geworden?
Op een matrasje in onze woonkamer naast een buurvrouw. Even verderop lag Ine ook op een matrasje, zij met een buurman. De man van die buurvrouw. Dat lijkt op partnerruil maar dat was het niet. Gewoon op het eind van een tuinfeestje met onze zatte koppen in slaap gevallen in onze woonkamer waar we een laatste afzakkertje namen. De buren zouden blijven slapen want zij woonden net iets te ver weg om nog veilig thuis te komen. Ons bed en slaapkamer waren gewoon één trap naar boven maar dat herinnerde ik me pas toen het licht werd. Hahaha.
Natuurlijk zijn er ook andere plekjes die bijzonder waren. Op een vrachtboot, in het schoolportiek, in dezelfde woestijn als in vraag 785, in een brandende boerderij, in een vliegtuig, op een dorpspleintje in Broek in Waterland, op een Grieks strand.
792. Zou je willen dat er iets naar je vernoemd zou worden?
Ja, maar dan moet ik nu ook nog bedenken wat dan. Wie weet kom ik daar nog eens op terug.
793. Wat doe je als je niet kunt slapen?
Lezen. Dat is het fijne van een e-reader. Daar hoef ik het licht niet voor aan te knippen. En zo’n ding weegt weinig. Hooguit één of tweemaal per jaar installeer ik me op de bank bij de televisie. En als het niet kunnen slapen te maken heeft met iets dat ik dringend moet afmaken dan sta ik op en ga naar mijn werkkamer.
794. Kun je ook bevriend zijn met mensen die totaal anders denken?
Ja, maar uiteraard zijn er grenzen. En dan weet ik niet of ik ze onder het kopje ‘vrienden’ zal scharen. Kennissen of buren waar ik vriendschappelijk mee omga, kunnen gerust totaal anders denken dan ik.
795. Hoelang zou jij kunnen overleven op een onbewoond eiland?
Waarschijnlijk zal ik dit nooit uitproberen. Maar zeg nooit nooit. Een paar dagen zal wel lukken als er water of een riviertje is.
796. Hoe vaak google je de naam van je jeugdliefde(s)?
Ik heb dat wel eens gedaan. Eerder door een toevalligheid. Ik zag de naam van een jeugdliefde voorbijkomen op Facebook. Voor- en achternaam. Of zij dat ook was, weet ik niet. Ik heb haar al meer dan 40 jaar niet gezien. Zij emigreerde lang geleden naar een ver buitenland. Ik stuurde deze vrouw een berichtje met de vraag of zij was wie ik dacht dat ze was. Ik heb nooit antwoord gekregen. Verder vond ik ook niets over haar. Waarschijnlijk gebruikt ze – als ze nog leeft – de naam van haar man want ik weet dat zij in dat buitenland is getrouwd. Ook alweer 40 jaar geleden.
797. Welk schoolvak vond je verschrikkelijk?
Scheikunde en fysica maar dat kwam ook door een vervelende leraar. Hij gaf beide vakken.
798. Welke ingrediënten mogen niet ontbreken in je favoriete taart?
Wat is mijn favoriete taart? Ik hou van taart. Een kersentaart, rijstevlaai, cheese cake, slagroomtaart. Het is moeilijk kiezen.
799. Wat zing je onder de douche?
Ik zing niet onder de douche. Hooguit kaïeter ik luidkeels als het water plots té koud of té heet is.
Ik moest terug scrollen tot 24 oktober vorig jaar om te ontdekken waar ik was gebleven op mijn route richting vraag 1000. Ik denk niet dat er ooit zo’n lang bloggat – dit zou een Pannenkoekwoord kunnen zijn – heeft gezeten tussen twee edities in deze serie. Na Mijn Digitaal Lockdown Museum avontuur is het tijd om weer wat persoonlijker te worden. Laat ik de draad oppakken.
726. Welke film zou je kijken op een filmavond met vrienden?
Dat hangt heel erg af met welke vrienden. Ik kijk uit naar ‘Don’t look up’. Ik denk dat Isabel daar niet warm voor loopt. Alhoewel … Leonardo DiCaprio en Jennifer Lawrence?! Of ‘The Power of the Dog’. Allebei Netflix-films. Ik spaar deze films op om met Hanneke, Marcus en Inge te kijken.
727. Voel je je anders als je een jurkje draagt?
Ja, zeker weten. Ik hoop dat jullie nu niet om foto’s gaan vragen …
728. Welke geur doet je meteen weer denken aan vroeger?
Als ik daar een top 5 van zou moeten opschrijven dan zijn het waarschijnlijk drie of vier geuren die iets met eten (en koken) van doen hebben. Waarschijnlijk ruik ik dan de kookkunsten van mijn oma. Zij werd 125 jaar geleden geboren – precies vandaag maar dan in 1897. Wat ik graag weer eens zou willen ruiken? Een dennenbos op Terschelling onmiddellijk na een zomerse regenbui. Of een met turf gestookte kachel.
729. Wat zou je anders doen als je met niemand rekening hoefde te houden?
Meer op reis gaan. En dan vergeet voor het gemak corona-restricties en beschikbare financiën.
730. In welke oude beschaving had je wel willen leven?
Dan is het van groot belang in welk segment van die samenleving je terechtkomt. Ervan uitgaande dat ik dan ook theatermaker en leraar ben dan lijkt me de tijd van de grote Griekse schrijvers een interessante periode. Ongeveer 500 voor Chr. in zomers Griekenland.
731. Denk je lang over beslissingen na?
Ja, maar dat heeft meer te maken met mijn uitstel-gedrag. Iets dat vaak positief uitpakt moet ik erbij vermelden.
732. Ben je weleens de bioscoop uit gelopen voor het einde van de film?
Niet vaak maar toevallig wel afgelopen zomer. ‘The Green Knight’ … na een klein half uurtje had ik het wel gezien. Nou ja … de rest heb ik dus niet gezien.
733. Om welke ongepaste grappen lach je stiekem toch?
Weet ik eigenlijk niet. Wat is ongepast? Misschien lach ik wel eens stiekem om een seksistische grap maar vraag me niet om een voorbeeld te geven.
734. Horen de slechte dagen ook bij het leven?
Wat moet ik daar nu weer eens op antwoorden? Ja natuurlijk maar ik zou het eerder momenten met tegenslagen noemen. Een lange stroomstoring, gestolen autospiegels, aangebrande groenten en een overlijdensbericht in de familie op één dag. Dat is een slechte dag dat mag duidelijk zijn. Zelf niet lekker in m’n vel zitten of weinig inspiratie hebben is ook een slechte dag maar van een heel andere orde.
735. Wat zou er in jouw gebruiksaanwijzing moeten staan?
Oei. Interessante vraag. Ik ben het meest gevoelig als het over ‘eten’ gaat. Ik kook (bijna) altijd en weet graag hoe laat we gaan eten. Bijvoorbeeld rond half 7. Dat is het moment dat vrouw-lief thuiskomt op een doordeweekse dag. Het avondeten is dan bijna klaar. Ik wacht tot ze er is om dan nog de laatste zaken in de keuken te doen. En dan aan tafel! Zeker op vrijdagen (mijn thuisdag) doe ik extra mijn best. Als mevrouw dan komt aankakken om acht uur met de mededeling dat een collega trakteerde op een borrel in de stad en dat haar telefoonbatterij leeg was … Nou dan is het goed om mijn ‘gebruiksaanwijzing’ heeeeel nauwkeurig te volgen. Dan ben ik een boze ontploffer. Kort maar wel heftig. Krijg ik een oprechte sorry dan is het over en voorbij. En eet ik waarschijnlijk in mijn eentje in mijn werkkamer. En nog een dingetje dat onder het kopje ‘eten’ valt. Geen telefoon aan tafel en alles proeven. Je hoeft het niet lekker te vinden maar proeven doe je met je mond. Niet met je ogen of met vooroordelen. Natuurlijk weet ik na een tijdje wat iemand écht niet lust. Geen courgette voor Catelijne. Geen zoet en zout gemixt in hetzelfde gerecht voor Isabel. Geen vlees voor vegetarische vrienden. Geen melkproducten voor Trienette.
736. Hoe groot is onze vrije wil?
Is dit een filosofische vraag? Daar zijn al heel wat interessante boeken over volgeschreven. Ik herinner me goede filosofie-lessen op school van Rob K. en Salvatore C. Nu denk ik bij deze vraag alweer aan alle corona-maatregelen. Het woord ‘vrijheid’ en ‘vrije wil’ vliegen – vaak ongepast – in het rond. Ik houd me min of meer aan de opgelegde voorschriften. Ook als ik me afvraag of zo’n maatregel terecht is. Wappies zullen vast beweren dat mijn vrije wil is aangetast. Nou, volgens mij niet. Het is mijn eigen vrije wil om me aan de maatregelen te confirmeren. Ja toch?
737. Welke cursus wil je graag nog volgen?
Voor ik Isabel leerde kennen had ik waarschijnlijk ‘boekbinden’ geantwoord. Na het verhuizen en veel kleiner gaan wonen in Leeuwarden is de zin en noodzaak verdwenen. Bijna alle tijdschriften zijn oud papier geworden. De laatste twee cursussen die ik heb gevolgd waren ‘Portugees’ en ‘Kunstgeschiedenis’. Die laatste cursus was leuk maar te oppervlakkig en te veel in de vorm van twaalf lezingen. Veel te weinig ruimte voor gesprekken, vragen, ideeën, verbindingen leggen … Als ik weer een cursus ga volgen zal het vast weer iets over geschiedenis of kunst zijn. Ik volg enkele online-cursussen (bijscholing) in verband met mijn schoolwerk. Zoals ‘hybride onderwijs’. Of ik die GRAAG volg … weet ik niet. Het is oké en hoort bij mijn betaalde activiteiten op dit ogenblik.
738. Maak je soms grappen ten koste van jezelf?
Dagelijks. Zelfspot is heerlijk. Ik heb dan de woorden “Ik bén een oude man!” meer dan waarschijnlijk gebruikt.
739. Welke bloemen koop je het liefst voor jezelf?
Ik heb twaalf jaar lang witte avalanches gekocht. Ik kocht ze voor mezelf. Bij een foto van Ine. Na mijn verhuizen uit de Holleweg (november 2017) in Bergen op Zoom ben ik gestopt met die tweewekelijkse traditie. In Leeuwarden en Mozambique koop ik nooit bloemen voor mezelf. Ja, planten voor de tuin maar dat is niet echt voor mezelf.
740. Welke dierlijke eigenschap zou je wel willen hebben?
Vliegen. En jullie?
741. Mag je gesprekken met de ene vriendin vertellen aan de andere?
Het is maar weer eens duidelijk dat deze vragenlijst in een damesblad (Flow) stonden. Ik ben zeer discreet als het moet. Laatst vertelde Isabel me iets over de Mozambikaanse vrouw van een gezamenlijke vriend. Ik antwoordde dat ik dat al lang wist. “Hoe dat zo?” “Nou gewoon omdat hij (die vriend) me dat al lang geleden in vertrouwen had verteld.” Isabel was verbaasd dat ik dat niet met haar had gedeeld.
742. Met wie deel je je dromen?
Mijn letterlijke dromen vertel ik af en toe aan Isabel. Andersoortige dromen deel ik zelden (denk ik).
743. Is nieuw altijd beter?
NEE. Met opzet gebruikte ik hoofdletters. Dat zal vast ook iets zijn van mijn generatie of van het ouder worden.
744. Wat doe je wanneer een feestje maar geen feestje wil worden?
Weggaan. De vraag is dan wel of mijn wederhelft dat ook zo ervaart. Gelukkig hebben we daar goede afspraken over. Als het me niet bevalt dan ga ik naar huis en dan ben ik bereid haar later op te komen halen. In de praktijk is dat nog nauwelijks voorgekomen. Een enkele keer herinner ik me dat en toen bracht een vriend haar thuis. No problem!
745. Wat heb je geleerd op school waar je nog steeds wat aan hebt?
Lezen uiteraard. Hoofdrekenen alhoewel ik dat steeds minder doe. Een beetje Frans, een beetje Engels. Kortom vooral algemene kennis. De tabel van Mendeljev en de stelling van Pythagoras liggen op het kerkhof van verloren kennis.
746. Zeg je altijd de waarheid, ook als die een ander kan kwetsen?
Nee. Het is een mooi principe maar zo ‘Hollands’. Of zoals ze dan in Afrika (en elders) zeggen ‘typical Dutch’. En natuurlijk ontkom je er niet altijd aan. Rond de pot blijven draaien lost ook weinig op. Maar wat is ‘de waarheid’? Het is en blijft natuurlijk ‘een mening’.
747. Wat heb je onlangs weggegeven aan iemand die het harder nodig had?
Een soort eindejaars-pakket voor onze huishoudelijke hulp. Tegelijkertijd heb ik flink wat ruimte gemaakt in een voorraadkast, een voorraadlade, diepvries en ijskast. En iets wat lijkt op een niet bestaande en niet afgesproken dertiende maand zat ook in dat ‘pakket’.
748. Ben je online anders dan in het echte leven?
Ja, natuurlijk want online heeft niemand last van mijn grommen, scheten, ongeduld, slapeloosheid, zweten, flauwe grappen … moet ik nog meer voorbeelden geven? Ik vertel hier wel wat persoonlijke zaken maar er is altijd een vorm van zelf-censuur. Zeker als ik het over andere mensen heb. Ik probeer daarmee mijn blog niet achter een ‘slotje’ te plaatsen. Wat ik trouwens wel heel goed begrijp van collega-bloggers.
749. Wat doe je als je ergens bent verdwaald?
Dat gebeurde voor het laatst zo’n drie jaar geleden. In de buurt van Barbeton (Mpumalanga – Zuid-Afrika). We maakten een uitstap met de auto. Ik had de route min of meer van te voren bekeken. In de bergen was er plots geen internet-bereik. Dus geen navigatie en geen google-maps. Mijn gevoel en een klein beetje de zon brachten ons toch weer in de bewoonde wereld. ’t Was wel even spannend. Ask Isabel. Ik heb geen probleem om de weg te vragen maar vaak helpt dat heel weinig want de meeste mensen (in Afrika) kennen enkel hun eigen buurt(je).
750. Wanneer ben je voor het laatst naar het theater gegaan?
Wat een rotvraag om dit logje mee af te sluiten. Maar het is de vragensteller vergeven want hij of zij wist bij het bedenken van deze 1000 vragen niets over covid-19 laat staan gesloten theaters, bioscopen en musea. Onder normale omstandigheden had ik vast geantwoord: “Eergisteren of vorige zaterdag of 29 december of zoiets.”
Het nieuwe schooljaar is een week oud. Leuk om mijn leerlingen weer te zien. Blije gezichten als ze nieuwe boeken en nieuwe schriften krijgen. Mijn werkkamer lijkt meer op een rampgebied na een aardbeving. Dat wordt opruimen dit weekend. Om ook nog tussendoor te bloggen … nee, dat was wat teveel gevraagd. Heb ik er geen zin meer in? Nee, dat is het niet. Geen inspiratie? Ja, wel een beetje. Maar dan denk ik aan alle ‘series’ die ik de afgelopen jaren heb opgestart. Veel beginnetjes maar nooit (of zelden) er een vervolg aan gegeven. Denk bijvoorbeeld aan de ‘1000 vragen aan mezelf’ of ‘30 weken foto schrijven‘.
Af en toe schrijf ik fictie maar ‘Boris’ en ‘De witte stier’ wachten op volgende hoofdstukken. Ook het verhaal ‘Een eindeloze achtervolging’ heb ik nog niet volledig gepubliceerd. Ik beloofde ook meer mythologische hervertellingen. ‘Ja, ik weet het’ zeg ik nu tegen mezelf. Goed om dit overzichtje te maken, mogelijk helpt het me de komende tijd om weer wat actiever te bloggen.
Althans … dat dacht ik. Ik weet niet wat er verkeerd gaat. Zien jullie iets? Ik zie alleen maar een zwart vlak. Waarschijnlijk iets met ‘auteursrechten’. Ik kan het filmpje wel zien en horen … Liesbeth List zingt Theodorakis – 1967 maar blijkbaar is delen onmogelijk. Of het heeft met mijn ‘instellingen’ te maken? Ik moet het uitzoeken. Heeft iemand een advies? HELP of moet ik zeggen JOEPIE … nadat ik dit stukje heb gepubliceerd zie ik dat alles normaal werkt. Heel vreemd.
Ik hoorde – via Liesbeth List – voor het eerst over Mikis Theodorakis. De Griekse componist die deze week is overleden. Ik zag deze Griekse muzikale held tweemaal in levende lijve. Voor het eerst in het antieke theater in Epidaurus in 1977. Hij dirigeerde het orkest bij de voorstelling Trojaanse Vrouwen. Een jaar later zag ik de meester aan het werk met zijn eigen orkest in de ‘Arena’ in Deurne (Antwerpen). En wie kent de sirtaki uit ‘Zorba de Griek’ niet?
Een uitgebreide herhaling van wat eraan vooraf ging, lijkt me niet nodig. Laat ik volstaan met een archeologisch stripverhaal over Icarus.
De rampvlucht van Icarus – Een romeinse sarcofaag – 2de eeuw
Van links naar rechts. De geschiedenis van Icarus’ – vlucht in drie taferelen. Eén: Daedalus vervaardigt de vleugels en krijgt daarbij hulp. Zijn het de hulpvaardige handen van de Moirai – de schikgodinnen die het levenslot van mensen en goden bepalen? Staan zij afgebeeld naast en onder de armen en vleugels van Icarus? In het midden: Icarus staat klaar voor zijn vlucht. En tenslotte de neergestorte, overmoedige Icarus. En (mogelijk) Apollo die deze tragische dood waarneemt.
DAEDALUS OP SICILIË
Wat vader Daedalus al vreesde, is ook gebeurd. Zijn roekeloze zoon vloog te dicht bij de zon. Zijn vleugels smolten en de jongeling stort in zee. De zonnegod was actief betrokken bij dit ongeluk. Hij is namelijk de vader van Pasiphaë en was uit op wraak. Herinner je je het verhaal niet meer van de hitsige vrouw van Koning Minos en de houten stier die Daedalus voor haar bouwde? Klik HIER. Goed, teruglezen kan altijd later nog. Het verhaal gaat verder.
Icarus is aangespoeld – ets
Icarus wordt door Daedalus begraven (al beweren anderen dat het Hercules was). Maar wat geeft het? Een patrijs kijkt toe, klapt met zijn vleugels en laat luid zijn blijdschap horen. Leedvermaak en tevredenheid. Het is Perdix, die in een patrijs veranderde toen hij door oom Daedalus van de Acropolis werd gegooid. Klik HIER.
Beelden in de buurt van het openluchttheater van Agia Galini (Kreta)
Daedalus brengt het er verder levend vanaf. Hij vliegt deskundig en beheerst verder. Hij houdt steeds de middenbaan aan – tussen hemel en aarde, op zijn hoede voor zon en voor vocht. Hij zet koers naar Sicilië en biedt opnieuw zijn diensten aan aan koning Cocalus. Hij gaat onmiddellijk aan de slag. Daedalus ontwerpt een koninklijk resort op een hogergelegen plateau. In de tuinen van dit paleis creëert hij een kunstmatig meer dat overloopt in de lager gelegen zee. Zijn meest gewaardeerde creatie is de uitvinding van de binnenverwarming. Hij laat de stoom van ondergrondse vuren opvangen en gebruikt die vervolgens om de belangrijkste ruimtes te verwarmen. Als tegenprestatie voor dit alles krijgt Daedalus de volledige bescherming van koning Cocalus.
Maar echt lang veilig is onze architect-uitvinder niet. Koning Minos van Kreta zint op wraak. Hij verzint een list om te weten te komen waar Daedalus zich schuilhoudt. Minos bedenkt een uitdaging (een mythologische challenge) voor alle koningen in de buurt: ‘Een triton-schaal inrijgen’.Cocalus aanvaart dit huzarenstukje. Uiteraard breekt hij daar zelf zijn hersenen niet over maar vraagt Daedalus om dit varkentje te wassen. Al spoedig stuurt Cocalus een bericht naar Kreta: ‘Opdracht is uitgevoerd, wees welkom om het persoonlijk in ogenschouw te nemen.’Koning Minos weet dat er maar één iemand dit voor mekaar kan krijgen: die vervloekte Daedalus. Hij vertrekt per ommegaande naar Sicilië.
Na aankomst biedt de Siciliaanse koning zijn Kretenzische collega een bad aan. Cocalus gebiedt Daedalus om het badhuis aangenaam te verwarmen. Tot zijn verbazing ziet Daedalus Minos. Zijn leven is nu in acuut gevaar. Hij stookt het water op tot ongekende hoogte en via het vernuftige leidingsysteem krijgt Minos een kokend hete douche over zich heen. Hij sterft ter plekke. Zijn lichaam wordt met alle eerbied teruggebracht naar Kreta, waar de legendarische Minos wordt begraven. Zijn onderdanen leven in de veronderstelling dat hun koning het slachtoffer is geworden van een tragisch ongeval.
Hoe herinneren we ons nu de geniale Daedalus? Voornamelijk als de vader van Icarus. De man die zijn zoon vleugels van was aanbond en zag hoe de jongen jammerlijk neerstortte in zee. Naast zijn genialiteit is hij natuurlijk ook een soort crimineel-avant-la-lettre. Uit jaloezie vermoordt hij zijn talentvolle neef Perdix (Talos). Hij helpt Pasiphaë om haar man Minos te bedriegen. Zij zal deze daad van overspel niet lang overleven. Daedalus is min of meer verantwoordelijk voor de verwekking van de Minotaurus en later ook zijn dood. Hij maakt Ariadne deelgenoot van het complot om Theseus te laten ontsnappen. Ook zij zal dat later met de dood bekopen. Hij jaagt – niet bewust – Icarus de dood niet en vermoordt later Minos op Sicilië. “Lekkere jongen, die Daedalus!” hoor ik Obelix in gedachte zeggen.
Het is vast wel duidelijk voor de lezer dat ik de draad weer heb opgepakt van mijn vertelling over de mythologische architect en zijn zoon. Wie was dat ook alweer? Wat gebeurde er ook alweer? Klik HIER als je dat nog (even) wilt nalezen. Kwestie van het geheugen op te frissen.
Daedalus and Icarus – Andrea Sacchi (1645) (Musei di Strada Nuova)
DE VAL VAN ICARUS
Daar zitten ze dan. Klaar voor vertrek. Daedalus beseft dat dit zijn laatste minuten zullen zijn op zijn geliefde Kreta. Daedalus is bang, want hij weet dat het heel gevaarlijk wordt. Mensen kunnen niet vliegen! Misschien storten ze wel te pletter! Maar ze moeten toch door met hun plan, want daar blijven, betekent ook gelijk sterven. Hij heeft nog een paar laatste instructies en wat goede raad voor Icarus.
Daedalus and Icarus – Anthony Van Dyck (1630) – (Art gallery of Ontario)
Zometeen zal hij zijn zoon een zetje geven. Onmiddellijk daarna begint ook hij aan zijn eigen reis door het Griekse luchtruim. Een enkeltje richting Sicilië, dat is althans het plan. Hij hoopt dat de winden hen allebei zullen helpen. Het woord thermiek kende hij waarschijnlijk nog niet maar het principe wel.
Icarus and Daedalus – Frederic Leigthon (1869)
“Jongen, nog één heel belangrijk punt. Luister. Blijf dicht bij mij. Doe geen zotte dingen en vlieg niet te laag want de waterspetters van de zee kunnen onze vleugels nat en zwaar maken. Maar vlieg ook niet te hoog. Onze vleugels hebben we gisteren eind van de middag getest, dat ging goed maar nu vertrekken we ’s morgens. De zon zal straks steeds meer aan kracht winnen. Dat is fijn want dan kunnen we alles goed zien. Maar het zal ook warmer worden en dat heeft zeker effect op de was waarmee ik de vleugels …” Er staat er eentje te trappelen van ongeduld. Je weet zelf vast ook nog wel hoe opwindend het was om voor het eerst te vliegen. Naar Londen, Parijs, Mallorca of de Canarische eilanden. Of Icarus de laatste woorden van zijn vader heeft gehoord valt te betwijfelen. Hij klimt op een muurtje en daar gaat hij.
Icarus and Daedalus – Charles Paul Landon (1799) (Musée des Beaux-Arts et de la Dentelle d’Alençon)
Ze stijgen op en ze … vliegen! “Icarus, houd altijd de juiste hoogte, het midden tussen de hemel en de zee. Doe mij precies na.” Maar daar gaat hij – onze roekeloze held. Op en neer en op en neer. Icarus is jammer genoeg veel minder geniaal dan zijn vader en … ja, je weet het natuurlijk al lang … hij luistert niet naar het advies. Hij vliegt hoger en hoger en komt steeds dichter bij de zon. De was begint te smelten en uiteindelijk kunnen de vleugels het gewicht van Icarus niet meer dragen.
Daedalus ziet voor zijn ogen zijn zoon in de golven verdwijnen. Icarus stort in zee en vindt daar zijn zeemansgraf. Een herder, een visser en een boer – die op afstand Daedalus en Icarus zien vliegen – zien hen aan voor goden, want alleen vogels en goden kunnen de hemel doorklieven. Ja toch?!?
(Landschap met) De val van Icarus – Pieter Bruegel de Oude (1555) (Museum van Schone Kunsten – Brussel)
Splash. Laat ik nog even inzoomen op het beroemde schilderij van Bruegel. Het moment dat Icarus in zee stort.
De val van Icarus – Lourenzo Tsenane & Hanneke Roelofsen (2018) – Mozaïek (gemengde techniek) – In onze tuin in Djonasse, Matola-Rio – Mozambique
Verdrietig wacht Daedalus op de nabijgelegen kust tot het lichaam van zijn zoon aan zou spoelen. Het rotsachtige eiland krijgt hierna de naam Ikaria en de zee waar Icarus de dood vond, wordt voortaan de Ikarische Zee genoemd. Diep bedroefd zoekt Daedalus vervolgens zijn toevlucht tot Sicilië waar hij eerder opdrachten had.
Volgende aflevering: DAEDALUS OP SICILIË
Bronvermelding Diashow: 1. De val van Icarus – Peter Paul Rubens 2. Fall of Icarus – Blondel (Louvre) 3. Ets 4. Ets – Antonio Tempesta (17e eeuw) 5. The Fall of Icarus – (1655) Michel de Marolles 6. Val van Icarus – Hans Bol (2de helft 16e eeuw)
Ik heb vader en zoon veel te lang opgesloten in het labyrinth van Knossos. Sinds 19 december vorig jaar. Shame on me. Met excuses. Misschien is het goed om nog even het geheugen op te frissen. Klik HIER en je leest alles wat er gebeurd is voordat Daedalus werd verbannen naar zijn eigen doolhof. Hij mocht zijn zoon Icarus meenemen, dat had ik nog niet verteld denk ik. Nee, hij moest hem meenemen.
VLEUGELS
De geheime voorraadkamer met knutselmaterialen ligt er nog onberoerd bij. Een zelfde verhaal voor de kruiken met voedselvoorraden. Daar had Daedalus op geanticipeerd onder het motto: “Je weet maar nooit!” Dat wist koning Minos dan weer niet. Nu nog een plan verzinnen om levend te ontsnappen, via de ingang (tevens uitgang) is geen optie. Ook de haven wordt bewaakt. De lucht blijft de enige optie.
Gelukkig heeft de Minotaurus zijn laatste adem al dagen geleden uitgeblazen. Met dank aan Theseus. Aasvogels komen af op het rottende vlees van het stierenjong. Eerst cirkelen ze hoog boven het architectonische wonder maar ze overwinnen al gauw hun angst. Nieuwsgierige en hongerige gieren weet je wel. Daedalus bekijkt de bourgondische schranspartij. La grande boeuf in gierenland. De centrale binnenplaats van de doolhof is niet overdekt. De uitvinding van het schuifdak laat nog even op zich wachten. De heren krijgen een idee. Icarus maakt alvast een katapult. Met houtskool tekent zijn vader een roos op een vlakke muur. Hoeveel dagen zal het duren voor Icarus een one hunderd and eighty scoort met drie steentjes? Dag in dag uit oefent de jonge knul. Op de derde dag schiet hij een steen recht ik het oog van de Minotaurus. Bullseye. Vader verzamelt grote, achtergelaten takken die hij links en rechts in doolhof-steegjes vindt. Je voelt het al aankomen … het basisidee is geschetst. Vleugels. Dat is het figuurlijke wiel dat nu nog moet worden uitgevonden, ontworpen en gefabriceerd.
Dag zeven – altijd weer dat magische getal zeven – liggen de houten vleugelframes klaar. Volgende stap: voldoende veren bemachtigen om de open ruimtes te vullen. Icarus stelt zich op. De katapult in de aanslag, een berg steentjes naast hem. Zoef, zoef, zoef … raak. Gier één stort neer. Zoef … raak. Gier twee klapwiekt nog even en ploft dan neer. Twaalf vogels – ook twaalf komt steeds weer terug – is de buit van de dag. In de avonduren worden de beesten zorgvuldig gepluimd. Als de wind gaat liggen gaan vader en zoon aan de slag. Een puzzel van pluimen en houten takken. Alles ziet er perfect uit. Het volgende klusje is opnieuw uiterst secuur. De veren moeten aan elkaar gesmolten worden. Er is geen lijm maar ze vinden wel bijen. Heel veel bijen en een hele grote hoeveelheid honingraten. Bijenwas in overvloed.
Met sterke linnen draden bindt Daedalus de veren aan elkaar en onder de verenlaag bevestig hij een laag stevige, buigzame was.
Daedalus werkt aan een vleugel, Icarus assisteert. Gerestaureerd Romeins marmerreliëf, 2de eeuw (Rome)
Die waslaag vormt en kromt hij, totdat de vleugel volmaakt identiek is aan een echte vleugel van een enorme vogel. Op dezelfde manier maakt hij er nog een en bindt de nagemaakte vleugels aan zijn schouders om ze uit te proberen. De vleugels zijn zo kunstig gemaakt dat Daidalus volkomen veilig een proefvlucht durft te maken. Het lukt. In de lucht kan hij vliegen, zweven en hij laat zich voortbewegen in welke richting hij maar wilt.
Uiteraard maakt Daidalus nu ook een paar kleinere vleugels voor zijn zoon.
Daedalus and Icarus – Orazio Riminaldi (1625) en Daedalus Forming the Wings of Icarus out of Wax – Franz Xaver Wagenschön (18e eeuw)
Hij laat Icarus ook proberen of hij met die vleugels uit de voeten kan. Ja, dat lukt. Alles is nu klaar voor de vlucht. Een vlucht in de twee betekenissen van het woord. Een vlucht uit het labyrinth en een vlucht als echte vogels.
Volgende aflevering: DE VAL VAN ICARUS
Bronvermelding doe ik later
In de serie: DAEDALUS en ICARUS en BEELDENDE KUNST
Staat de kerstboom? Met een kerststalletje? Laat ik zelf JA antwoorden op deze vraag. Jozef, Maria en het kindeke Jesus – ja aanwezig. Os en Ezel – ja – aanwezig. De herders en schapen – ja – aanwezig. De drie koningen – Gaspar, Melchior en Balthasar – ja – aanwezig (in gezelschap van een kameel). Een engel die denkbeeldig “Gloria in excelsis Deo’‘ zingt – ja aanwezig.
Nog even en Jozef, Maria en het pasgeboren hummeltje (Palestijnen neem ik aan) moeten op de vlucht want borelingen van het mannelijk geslacht worden als gevaar gezien door koning Herodes. De biezen worden gepakt, de Tom Tom ingesteld, eindbestemming Egypte. Vluchtelingen dus. Ontheemden. We hebben ze in miljoenen versies nagemaakt voor onze huiskamers in december.
Natuurlijk steek ik hierboven de draak met dit bijbelse verhaal. Maar hoeveel mensen hebben deze dagen een soortgelijk stalletje gezet en tegelijkertijd schreeuwen ze digitaal op sociale media dat de grenzen dicht moeten voor vreemdelingen?
Vluchtelingen. Een triest fenomeen van alle tijden. In Nederland is er al het hele jaar een oproep op sociale media (en in het parlement) om 500 minderjarigen op te halen uit de kampen op Lesbos (Griekenland). Uiteindelijk zwichtte Rutte III. Honderd en niet meer. De teller staat half december al op zestien daadwerkelijk gearriveerde ‘schrijnende’ gevallen. Google even het woord ‘Kamp Moria’ maar doe dat niet vlak voor je aan het kerstmaal begint.
Vluchtelingen. Heel af en toe haalt Ethiopië het nieuws. Een regionaal conflict. Een strijd om meer zelfbestuur in de noordelijke regio Tigray. De landelijke overheid staat dit niet toe. Ik ben er heel vaak geweest. Onze laatste UMOJA-voorstelling (september 2014) was in de hoofdstad Mekele voor vele duizenden bezoekers). Een groot succes in het plaatselijk congrescentrum. Ik heb er veel goede vrienden wonen. Ik kan ze al maanden niet bereiken. Tigrani zijn op de vlucht voor oorlogsgeweld. Vluchtelingen dus. Zij zijn met vele duizenden de grens overgestoken naar buurland Soedan.
Foto: Pixabay
Vluchtelingen. In diezelfde regio zijn grote vluchtelingenkampen voor ooit gevluchte Eritreeërs. Deze mensen zijn nu door Tigrani uit die kampen verdreven want zij vinden dat zij daar nu meer recht op hebben. Tienduizenden extra ontheemden op de dool. Een reportage van VRT-Nieuws. Klik HIER. Ik zal later nog wat uitgebreider schrijven over dit conflict (oorlog) en mijn bezoeken aan deze regio.
Vluchtelingen in Mozambique. Ik begin eerst met een link. Klik HIER. Heb je doorgeklikt? Waarschijnlijk nog niet. Ik citeer wel even de kop van dit artikel op nu.nl: ‘Zeker 400.000 mensen sinds 2017 gevlucht uit noorden van Mozambique’. Je leest het goed … vierhonderdduizend. Ik schreef al eerder over het Islamitische geweld in de provincie Cap Delgado. Het is ook de provincie waar cycloon Kenneth huis hield. Iets zuidelijker trok cycloon Idai een verwoestend spoor. Mogelijk herinner je dat nog. In de internationale pers werden ze de eerste klimaat-vluchtelingen genoemd. En weet je wat al dagen nieuws is in de lokale Mozambikaanse pers? Er komt een nieuwe cycloon aan. Cycloon Chalane.
Facebook
Waarschijnlijk in dezelfde regio als eerder, aankomst op 30 december. Maputo en Matola maken zich vanmiddag (woensdag) op voor heel veel regen. Dan lopen niet enkel de straten onder water maar gegarandeerd ook duizenden hutten en krotwoningen in de hoofdstad. Je begrijpt dat ik dan smalend glimlach als ik lees dat het Verenigd Koninkrijk mogelijk voedseltekorten krijgt tussen Kerst en oud-en-nieuw.
Veel plezier met de voorbereidingen van Kerst 2020 die anders zijn (zullen zijn) dan veel voorgaande vieringen. O ja, in Mozambique is 25 december ook een vrije dag. Het heet niet: ‘Kerstmis, Christmass of Natal’ … officieel heet het ‘familiedag’. Want religie is geen reden voor een vrije dag in dit van oorsprong marxistisch socialistisch land. Ik ben fan van dit idee. Boas festas.
Opnieuw geef ik Antonio Canova de eer om dit logje te openen met één van zijn prachtige marmeren beelden.
Theseus en de Minotaurus – Antonio Canova (1781-1782) – Wit marmeren beeld (Victoria and Albert Museum)
Het bovenstaande beeld is mijn verhaal vooruitgesneld. Dat mag duidelijk zijn (hoop ik). Spoiler 1: deze foto hoort op het eind van dit stukje. Waar ben ik gebleven? De Minotaurus zit opgesloten in het labyrinth op Kreta. Architect Daedalus heeft puik werk afgeleverd. Eenmaal in de doolhof kom je er niet meer uit. Spoiler 2. Zeg dat niet te vroeg, er zijn nu eenmaal helden die …
Elke zeven jaar stuurt koning Ageus van Athene – als tegemoetkoming voor de laffe moord op een van de zonen van Minos – zeven jongens en zeven meisjes naar Kreta. Daar worden ze zogenaamd geofferd maar in werkelijkheid dienen zij als voedsel voor ‘Het stierenjong’ in Knossos.
Ik kan in dit ene hoofdstuk onmogelijk het hele verhaal van Theseus vertellen. Hij is één van de grote Griekse helden. Zijn aandeel in het verhaal van Daedalus en Icarus is echter van groot belang. Ik zal me proberen te beperken tot zijn avontuur op Kreta en wie weet voer ik later Theseus nog een keer op in zijn eigen verhaal. Goed?
Een delegatie van Koning Minos is onderweg naar Athene. Het is de derde keer dat zij veertien jongens en meisjes ophalen. Koning Ageus van Athene organiseert zijn eigen Hungergames. Hij laat namelijk het lot bepalen. Alle burgers van Athene moeten hun kinderen aanmelden voor deze verplichte loterij. Theseus was de vorige keren niet thuis, nu wel. Hij meldt zich dus nu ook aan. “Eerlijk is eerlijk” zegt hij tegen zijn vader. Uiteraard ziet Ageus liever niet dat zijn zoon zou geofferd worden aan dat Minoïsche monster. En ja hoor … Theseus naam wordt omgeroepen. Hij vertrekt met dertien lotgenoten naar het zuiden.
Er is geen hoop op een veilige terugkeer. De veertien jongelingen gaan een zekere dood tegemoet. Het schip zal uitvaren met zwarte zeilen, ten teken van rouw. Theseus ziet het lang niet zo somber in. Een zelfverzekerde held is dat zelden. Hij smokkelt ook witte zeilen aan boord. Bij het afscheid van zijn vader fluistert hij dat ook in zijn oor. “Pap, maak je geen zorgen. Ik maak dat rotjong op Kreta een kopje kleiner en als we terugkomen zie je ons schip met witte zeilen zodat jij al van verre ziet dat ik veilig en gezond terugkom naar Athene.” Een klein omweggetje om een offer te brengen aan Apollo en dan verlaat het schip de haven van Pireus. Op de kade barsten de ouders van de andere dertien jongeren uit in zwaar gesnik. De zeereis verloopt voorspoedig en zonder noemenswaardige incidenten bereikt het schip de haven van Kreta.
Mocht je denken dat er meteen doorgelopen wordt naar het labyrinth dan vergis je je. Het offeren zal het hoogtepunt zijn van een weken durende ceremonie, inclusief sportwedstrijden, theatervoorstellingen en concerten. Koning Minos staat op de kade te wachten. Hij is benieuwd wie of wat collega Ageus dit keer heeft verzonden. Zijn oog valt onmiddellijk op meisje nummer zes. Eriboea heet deze jongedame. (Ja, dat heb ik even moeten googlen.) Het wicht wordt uit het rijtje gehaald. Minos kwijlt al bij de gedachte het bed te delen met deze beeldschone Atheense maagd. Dat had hij gedacht. Jongeman nummer vier stapt ongevraagd uit het rijtje en verbiedt de koning zich te vergrijpen aan Eriboea. Een opstootje? De menigte op de kade voelt dat er iets te gebeuren staat. “Wie is die man? Is dat niet de zoon van Ageus? Nee, het is een zoon van Poseidon, denk ik. Ja, dat lijkt Theseus wel. Nee, ja … dát is Theseus de held!“
Minos kent uiteraard ook de roddels dat Theseus een zoon is van Poseidon. Hij heeft tenslotte zelf ook een geschiedenis met de god van de zee. Hij laat zich afleiden door deze jongeman. Zo neemt Eriboae haar naamloze plekje weer in in de rij van Atheense meisjes. Koning Minos trekt een ring van zijn vinger en gooit die met veel gevoel voor drama in de zee. “Athener, als jij werkelijk de zoon van Poseidon bent dan moet het een makkie voor je zijn om mijn ring weer op te halen. Of niet dan?” Nog voor de koning is uitgesproken duikt Theseus in het water. Als bij toverslag zwemt hij onmiddellijk tussen een school dolfijnen.
Dolfijnen fresco en mozaïek – Knossos, Kreta
De dolfijnen leiden Theseus naar de bodem van de zee. Daar ligt de ring van Minos naast een verloren gewaande gouden kroon. Een paar tellen later staat de Griekse held met de beide voorwerpen weer op de kade. Het volk houdt de adem in. Hij geeft zonder een woord te zeggen maar met alle eerbied de ring terug aan de koning en de kroon geeft hij aan Ariadne, de dochter van Koning Minos. Zij voelt zich duidelijk gevleid door deze onverwachte attentie. Haar wangen kleuren rood.
Minos is onder de indruk. Het worden vast heel bijzondere dagen. Hij nodigt Theseus zelfs uit om als atleet deel te nemen aan de sportwedstrijden. Uiteindelijk zal hij toch geofferd worden aan de Minotaurus, laat daar geen misverstand over bestaan. Daedalus heeft dit allemaal vanop een afstandje gezien. Vooral het moment dat Theseus de kroon aan Ariadne gaf. Hij voelde onmiddellijk de onzichtbare aanwezigheid van Aphrodite – godin van de liefde – (Venus bij de Romeinen). Ja, daar is ze weer. En waarschijnlijk is Eros (Amor) ook in de buurt met zijn boog en liefdespijlen.
Ariadne zit de volgende dag op de eretribune bij de sportwedstrijden. Eigenlijk vindt ze sport stomvervelend. Gelukkig heeft ze haar breipennen en wol bij zich dan heeft ze tenminste iets te doen. Ook Daedalus heeft een uitnodiging gekregen en zit samen met zijn zoon Icarus een paar rijtjes achter de koninklijke familie. Maar van zodra Theseus in het strijdperk verschijnt, slaakt Ariadne kreetjes van bewondering om zijn atletische prestaties. Hij verslaat keer op keer zijn tegenstanders. Hij is de uitblinker van dienst. Zou hij dan misschien gratie krijgen van Koning Minos? Nee. De hongerige Minotaurus is te horen tot op de eretribune. Koude rillingen lopen over de rug van prinses Ariadne terwijl haar hart onstuimig klopt van verliefdheid. Ze kijkt angstvallig rond of er een oplossing is voor het probleem ‘Theseus’. Het volk verlaat het sportcomplex. Daedalus manoeuvreert zich handig richting prinses en geeft haar ongevraagd advies. “Geef je bol rode wol aan Theseus en adviseer hem om die bol garen af te wikkelen als hij het labyrinth inloopt. Na zijn gevecht met de Minotaurus – dat hij uiteraard eerst nog maar eens moet winnen – kan hij het touw weer volgen tot bij de ingang.”
Rudolph Friedrich Karl Suhrlandt – Theseus und Ariadne
De prinses krijgt het voor mekaar om de Griekse held te spreken voor hij voor de nacht wordt opgesloten. Ze zegt dat ze het geheim van het labyrinth kent en hem kan helpen. Theseus heeft wel oren naar haar ideeën. Er is wel één voorwaarde. “Je moet met me trouwen en me meenemen – weg van hier – want als mijn vader ontdekt dat ik je heb geholpen ben ik mijn leven niet meer zeker.” Blijkbaar is er nog een liefdespijl afgeschoten want Theseus stemt onmiddellijk toe.
Jean-Baptiste Regnault – Ariadne and Theseus
Ariadne geeft een zwaard aan Theseus en haar kluwen rode wol. Zij legt het plan uit. Waarom wachten tot morgen? De avond valt. Theseus zit nog vol adrenaline van de sportwedstrijden. Hij valt op z’n knieën en belooft Ariadne zijn ja-woord. Nu nog even zonder ring. Het wicht heeft tenslotte al een gouden kroon gekregen. Het meisje leidt hem naar de ingang van de doolhof. Ze knoopt het touw vast en na een kus geeft ze Theseus een duwtje de eerste gang in.
Ets van Crispijn van de Passe (1589 – 1637)
Theseus ziet al gauw geen hand meer voor ogen. Hij loopt blindelings verder, zijn instinct volgend. Hij volgt de instructie van Ariadne en hij wikkelt zorgvuldig het touw steeds verder af. Dan lijkt het weer of hij afdaalt en even later zijn het toch duidelijk trappen omhoog. Hij hoort het rusteloze gegrom van de Minotaurus. Slaapt het beest of niet? Laat ik de heroïsche strijd tussen held en monster vertellen met een paar foto’s van beelden die her en der verspreid staan in Europa.
De held wint de strijd dat had je natuurlijk al gezien op de eerste foto van dit stukje. “Minotaurussen verslaan is toevallig een van mijn specialiteiten” – hoor ik hem mompelen. Dankzij de afgerolde draad weet hij ook de ingang weer te vinden, waar Ariadne nog steeds op hem wacht. Samen met haar en de andere dertien jongens en meisjes die uit Athene zijn meegekomen, gaat Theseus naar hun schip dat nog steeds in de haven ligt. Om te voorkomen dat Minos hem kan achtervolgen slaat Theseus alle andere schepen lek – “Schepen lek steken is toevallig een van mijn specialiteiten”. Ze zeilen nog voordat het licht wordt de haven uit om ongeschonden naar Athene terug te keren.
Eind goed, al goed zou je denken. Nee, nog niet. Theseus overleeft ternauwernood een zware storm maar dat is dus voor een andere keer. Een ander verhaal. Goed, ik verklap nog één ding. Ariadne schenkt hem negen maanden later een tweeling. “Tweelingen verwekken is toevallig …” Maar nu gauw terug naar … Kreta.
Koning Minos staat op zijn achterste poten. Verraad. Moord. Wraak. Zijn dochter verdwenen. De Atheners gevlucht. Theseus nergens te bekennen. Alle schepen op de bodem van de zee. De Minotaurus ligt rochelend en stuiptrekkend in zijn eigen bloed. Hoe kan dit? Wie heeft het geheim van het labyrinth verraden. Er zijn maar twee personen die dat geheim kennen. Hij en de architect. Minos weet dat hij niets heeft verklapt. Een uur later staan Daedalus en Icarus voor de getergde koning. Mensen in de omgeving van het koninklijk hof hadden Daedalus de vorige dag zien staan smiespelen met de prinses. Wat werd daar besproken? Zelfs als Daedalus ‘Brugman’ met zijn achternaam zou heten, kon hij er zich dit keer niet uitlullen. Hij wordt dan ook veroordeeld wegens landsverraad. Samen met zijn zoon wordt hij gevangen gezet in zijn eigen doolhof. Ontsnappen zal gelijk staan aan onmiddellijke executie. De ingang – dus ook de uitgang – wordt dag en nacht bewaakt.
Volgende aflevering: VLEUGELS
Bronvermelding doe ik later
In de serie: DAEDALUS en ICARUS en BEELDENDE KUNST