Ik wilde eerst de titel ‘Onze gekko’s’ gebruiken. Maar dat zou suggereren dat we een persoonlijke band onderhouden met die diertjes. Dat is niet zo. Toch horen ze bij ons optrekje in Mozambique. Ze houden van de warmte. Iets dat je elk dag ziet, valt je na verloop van tijd nauwelijks op. Zo gaat dat ook met onze gekko’s. Ze zijn er. Op de veranda, af en toe in de badkamer. Ook wel eens in de keuken, woonkamer en zelfs in de slaapkamer. Je ziet ze vooral als ze er schichtig vandoor gaan.
Ze horen er gewoon bij. Ze geven geen overlast. Eerder het omgekeerde. Ze eten hun buikje rond met muggen, spinnetjes en wormpjes.
De gekko is een tropische nachthagedis en is de enige hagedisachtige die klikgeluiden maakt. Dat heb ik trouwens nog nooit bewust gehoord. Wat deze beestjes vooral uniek maakt is de manier waarop ze moeiteloos tegen muren oplopen en ondersteboven over het plafond lopen. Het lijkt erop dat ze met met de zwaartekracht spotten of pootjes met zuignapjes hebben. Sommige mensen zeggen dat gekko’s geluk brengen. Dat gaat dan vandaag niet op voor ons want een van onze boekenkasten is al voor de tweede keer deze week in elkaar gestort.
Afrikaanse muurgekko
Met hun bijna doorzichtige beige huidje glibberen ze over de muren, op zoek naar insecten. De hoek tussen twee muren of tussen de muur en het plafond overbruggen ze met een sprongetje, een actie die de wetten van de zwaartekracht tart. Onze veranda met veel houten balken en verstop-plekjes lijkt me een heerlijk pretpark voor hen.
Ik herinner me een camping in het zuiden van Italië (Pizzo Greco) waar veel gekko’s waren in en rondom de toiletgebouwen. Er hingen overal waarschuwingen in verschillende talen om ze vooral vriendelijk te bejegenen. “Gekko’s zijn onze vrienden. Dood ze niet. Ze eten heel veel muggen.”
De vakantie is ten einde. Ik ben weer in Goes en Isabel is aangekomen in Mozambique. Nu gelukkig wel met haar koffers, waarvan één nieuwe.
Nog even terugblikken op de afgelopen drie weken. Als ik er een score aan moet geven dan twijfel ik aan een zes, een zes plus of een zeven min. Dat vind ik licht teleurstellend want natuurlijk zou een acht of een negen fijner zijn. En waarom deze subjectieve, te lage score? Dat heeft voornamelijk te maken met de nooit aangekomen en waarschijnlijk verloren koffer van Isabel. Ik heb er al genoeg over geschreven.
Het gevolg was wel dat we een paar dagen langer in België bivakkeerden. Een dagje in Mechelen en eentje in Neufchateau. Daarna een bezoek aan het Atomium, de Plantentuin in Meise en de Leeuw van Waterloo.
Mechelen, Brussel, 2x Meise en Waterloo
Dat klinkt als typische bestemmingen voor toeristen. Dat is ook zo. Ik kan ook zeggen: schoolreis bestemmingen. Ik was op al die plaatsen al eens eerder, maar dan wel meer dan 50 jaar geleden. Veel kiekjes geschoten. Wat veel minder fotogeniek is, zijn de uren die ik deels wachtend doorbracht in of bij winkels. Zucht. Slik. Want je begrijpt het goed: er moest geshopt worden, wat door het verlies van de bagage ook bittere noodzaak was.
Een winkel in Neufchateau (België)
Winkelen … niet meteen mijn favoriete sport of vrijetijdsbesteding. Dat is een understatement. Tussen ons gezegd en gezwegen … dit is deels de uitleg van die lage beoordeling. Winkelen in Lissabon, in Nazaré, in Mechelen, in Neufchateau en tweemaal in Ansbach. Het was fijn dat Hanneke bij de laatste ronde in Ansbach de honneurs van me heeft overgenomen.
Over enkele weken is het kleine leed weer vergeten en ben ik zelf ook weer in zuidelijk Afrika. Ik kijk er al naar uit. Natuurlijk hadden we ook veel mooie dagen. Met als hoogtepunten de grote familie-lunch in Nazaré, de dagen in Chãos in de Portugese bergen, een avondje uit in Mechelen, de Plantentuin in Meise, het verblijf op de Wahrberg, het bezoek aan Schloss Spielberg. Ook de Steinere Rinne vond ik opnieuw een buitengewoon natuurverschijnsel. Twee keer naar het strand, vaak uit eten, spelletjes spelen met Carmen en Olivia, voor het eerst een Uber-taxi gebruikt, zwemmen in de zwemvijver van Markus en Inge, enzovoort. Als ik dit onvolledig lijstje goed tot me laat doordringen dan eindig ik deze korte terugblik toch met een score van zeven plus.
Maar nu eerst weer aan het werk in Goes. Nog zestien dagen en dan gaat IN HET SPOOR VAN DE STIER in première. Ik ga er de komende weken meer over vertellen.
Ooit gehoord van de kei-appel? Ik niet maar gisteren kwam daar verandering in.
Een goede kennis, een bijna buurman, nodigde ons uit voor de lunch op zijn boerderij. We kennen Nelson via andere vrienden. Op een gezamenlijk feestje vertelde hij onlangs dat hij ook kippen houdt. Niet in zijn tuin dichtbij ons maar op zijn boerderij zo’n veertig kilometer verderop. Zijn weekend-buitenverblijf. Hij stuurde een Google-pin en zei dat hij ons zou komen ophalen bij de grote, doorgaande weg. Via bijna twee kilometer zandpaden kwamen wij aan bij zijn ‘bedoeninkje’. Wow, best groot – is onze eerste reactie. Een keurig omzoomd terrein.
Zoals gebruikelijk in Mozambique hebben we een koelbox bij met een mooie drankvoorraad oa blonde Leffe. We hebben geen idee hoeveel mensen er zijn uitgenodigd. Blijkt het enkel ons tweeën te zijn. Niets mis mee. Nelson heeft lekker gekookt. We zitten buiten in de tuin in de schaduw met uitzicht op een grote tuin. Een biertje in de hand.
Zijn weekendhuis zouden wij in de Lage Landen een bungalow noemen. Twee slaapkamers met elk een eigen badkamer en een woonkamer met een half open keuken. Meer hoeft dat niet te zijn. Achter op het erf staat nog een huis waar het inwonend personeel verblijft. In dit geval een man uit Quilimane. Tito, de tuinman. Verder nog een groot hondenhok, een buiten-wc en een groot kippen- en kalkoenenhok. Oude bomen en nieuwe aanplant en een wonderschone groene heg. Ruim twee meter hoog. Tussen het groen ontwaar ik met enige moeite een ijzeren hekwerk en bovenop scheermesjes prikkeldraad.
De kippen en kalkoenen trippelen vrij rond in de tuin. Tijdens het eten zien we Tito lopen met een stuk of veertig geiten in zijn kielzog. Jong en oud. We hebben heel veel vragen maar Nelson zegt dat we – als het wat is afgekoeld – een wandeling gaan maken en dat hij dan wat meer zal vertellen.
Zo gezegd, zo gedaan. Blijkt dat er achter de grote tuin nog heel veel percelen liggen die ook bij zijn boerderij horen. In totaal ruim 20 hectare. Vijf of zes percelen met voornamelijk maïs en sorghum (kafferkoren). Tussendoor ook wat pinda’s en maniok. We wandelen verder. Twee grote stroken met ananas. Wow.
We lopen nu aan de buitenkant van de groene heg. Tussen het groen ontwaar ik een geel-oranje vruchtje met een doorsnee van een centimeter of vier, vijf. Nelson noemt het: ‘k-apple’. Ik had er nog nooit van gehoord. Hij plukt er een paar. Er zit een dun, glad velletje rond, vergelijkbaar met een velletje van een abrikoos. Mmmm, wat lekker. De ene is al iets zoeter dan de andere. Een beetje zoetzuur en een tikkeltje bitter.
Thuis ga ik meteen op zoek. Wat is ‘k-apple‘? In het Nederlands heet deze vruchtkei-appel. En ‘kei’ verwijst naar de Kei-rivier in het zuidoosten van Zuid-Afrika. Misschien ken je het voormalige thuisland Transkei van naam. De plant is een wilgensoort. Prima te gebruiken als heg. Ik citeer Vreeken.nl: “De kei-appel is een aantrekkelijke, bladhoudende kamer-, kuip en met enig geluk zelfs winterharde buitenplant! Oorsprong is Zuid-Afrika (o.a. langs de Kei-rivier), de plant groeit uit tot een kleine boom, maar laat zich ook heel goed vormen en snoeien. Als struik of haag worden ze aangeplant tegen ongenode gasten vanwege de scherpe doorns. Na bevruchting van de vrouwelijke bloemen ontstaan de smakelijke vruchten, die rijp zijn als ze ongeveer 6 cm in doorsnee en geeloranje van kleur zijn. De smaak doet denken aan de smaak van appels, vruchten zitten vol vitaminen en kunnen na 4 jaar ontstaan.” Ik vind het eerder naar een gele pruim smaken, ook qua textuur en mondgevoel.
We wandelen verder. Hij heeft ook een groot perceel dat hij voornamelijk laat overwoekeren. Heel veel inheemse struiken, planten en bomen. We zien oa termietenheuvels, aloe vera, heel veel verschillende vrouwentongen, cactussen, acacia’s en nog heel veel meer. Isabel heeft vooral vragen of er ook slangen zijn. In een hoek van dat terrein grazen de geiten van tijd tot tijd, zeker in de winter (lees: doge seizoen). Dan zie ik plots katoen.
Ik zag nooit eerder katoen in Mozambique. Nelson heeft drie bijenvolken en is dus ook amateur-imker. Varkens heeft hij ook gehad maar hij vond dat uiteindelijk geen geslaagd deel-project. Ook het idee om een boerderij-camping te beginnen is bij een idee gebleven. De hele onderneming is een hobby. Hij heeft geen commerciële verwachtingen of doelen. Ja, zoveel mogelijk zelf-voorzienend zijn. Vandaar de kippen, de kalkoenen, de geiten, soms ook schapen. Maïs, granen, pinda’s, zoete aardappelen enzovoort. Vooral voor eigen gebruik en voor zijn personeel. De inwonende Tito en twee vaste krachten uit het nabijgelegen dorp. De geiten zijn soms zijn eigen ‘vijanden’ want die vreten bijna alles op. Dus jonge aanplant kan alleen verbouwd worden achter omheinde percelen – ontoegankelijk voor de geiten. Hahaha.
Een belangrijke vraag is natuurlijk “Waar haal je water vandaan?”. Want zijn hobby-project staat in het bekende ‘The Middle of nowhere’. Dat was dus ook zijn grootste investering ruim twaalf jaar geleden. Hij heeft een contract gesloten met het waterleidingbedrijf in het district. Ruim vijf kilometer pijplijn werd er voor hem gegraven. Hij betaalde daarvoor alle kosten. Nu betaalt hij zijn maandelijkse waterrekening en mag ook water leveren aan zijn directe buren die daar een kleine vergoeding voor betalen. Op sommige akkers heeft hij een druppel-irrigatie-systeem aangebracht. Hij maakt een duidelijk onderscheid tussen het droge en het natte seizoen. Daar zullen zijn Keniaanse roots wel voor iets tussen zitten. In het dagelijks leven is hij een internationale consultant op financieel gebied. Hij werkt op projectbasis voor lokale en landelijke overheden en soms voor een ngo. De boerderij is zijn hobby want reizen doet hij genoeg voor zijn betaalde werk. Een bijzondere man. En dan heb ik nog niets verteld over zijn bescheiden zonne-energie-project-voor-eigen-gebruik.
Nog een laatste detail. Tito (een Mozambikaan) zorgt voor de beesten en nog voor heel veel meer. Alleen hij wil de beesten (kippen, kalkoenen, geiten, lammetjes) niet zelf slachten. Dat vindt hij gevoelsmatig strijdig met al zijn liefdevolle aandacht voor de dieren, dag in dag uit. Dus daarvoor vraagt hij een buurman.
Geweldig toch! Een bijzondere zondag op het Mozambikaanse platteland. Een biologische hobby-boerderij. Alsof ik een soort Afrikaanse Wahrberg heb ontdekt …
Klik op de foto’s als je ze wat vergroot wilt zien.
De titel van dit stukje kun je lezen als een dooddoener. Natuurlijk worden mensen af en toe gedood door een dier. Toch schrok ik een paar dagen geleden van de aantallen. In de noordelijke Mozambikaanse provincie Tete – grenzend aan Malawi, Zambia en Zimbabwe – stierven in het eerste half jaar van 2021 drieënzeventig mensen door aanvallen van wilde dieren. Ja, je leest het goed … 73. Je begrijpt dat ik dat bericht (*) wat nauwkeuriger wilde lezen.
In 2020 stierven in heel Mozambique 97 mensen en raakten 66 gewond bij aanvallen door wilde dieren, voornamelijk door krokodillen. Ook best veel. Meer dan 70% in Tete en Zambezia. Nu rest de vraag ‘Hoe kan dat?’ Op het platteland is er veel primitief vervoer over een aantal rivieren. Kano’s zijn daarbij het populairst. Dit jaar zijn er al 26 kano-ongelukken geregistreerd. Mensen gebruiken kano’s en andere bootjes voor goederenvervoer van dorp naar dorp en voor allerlei visactiviteiten. Wilde dieren zien hen als gemakkelijke prooi. Nijlpaarden, krokodillen, buffels, leeuwen, olifanten, buffels en hyena’s. Dezelfde dieren richten ook veel schade aan aan gewassen in dezelfde districten.
Om de situatie het hoofd te bieden, werken lokale teams bestaande uit: personeel van de bescherming van natuurlijke hulpbronnen, de milieupolitie, de districtsdiensten voor economische activiteiten, safari-opzichters en lokale gemeenschappen samen aan het afschrikken en selectief doden van dieren die als problematisch worden beschouwd. Zo zijn in de provincie Tete 60 dieren geïdentificeerd als zeer gevaarlijk. Er zijn 43 locaties aangeduid als risico-gebied. Deze teams doodden de meest gevaarlijke dieren en verjagen zoveel mogelijk de rest. Daarnaast zijn er voorlichtingsprogramma’s om de lokale bevolking ervan te doordringen dat ze zelf alerter moeten zijn. Bouw geen nieuwe nederzetting in het voedingsgebied (grazen en drenken) van deze dieren. Wees voorzichtig met vuur want ongecontroleerde branden verdrijven die dieren van hun territorium. Ook door klimaatverandering ontstaan er spontane branden waardoor wilde dieren op de vlucht slaan.
Ik lees nog wat meer over dit onderwerp. Volgens gespecialiseerde diensten doodden krokodillen het grootste aantal in december, januari en februari, maanden van het regenseizoen dat in Mozambique loopt van oktober tot april. In deze maanden stijgen rivieren, waardoor landbouw- en woongebieden onder water komen te staan, waardoor de risico’s voor degenen die daar wonen toenemen. Naast de kano-ongelukken zijn de meeste slachtoffers vrouwen en kinderen die naar de rivier gaan om te baden, kleren te wassen of water te putten.
De cijfers verwijzen naar ongevallen die door de autoriteiten zijn geregistreerd, met de mogelijkheid dat meer gevallen niet worden gemeld, vooral in afgelegen gebieden. Het conflict tussen mens en natuur komt voort uit concurrentie om ruimte en natuurlijke hulpbronnen, met name de noodzaak om landbouw te bedrijven, een scenario dat vaak wordt waargenomen in gemeenschappen die dicht bij beschermde gebieden wonen.
Wij wonen in het zuiden van het land aan de rand van een groot stedelijk gebied. Ik sta er niet dagelijks bij stil hoe gevaarlijk het kan zijn in de afgelegen gebieden. In groot Maputo zijn het vaak dronken chauffeurs die voor levensgevaarlijke situaties zorgen.
Gisteren schreef ik over een beeld dat ik onlangs zag op Facebook. Vanochtend werd mijn aandacht opnieuw getrokken door een foto. Iemand die ik volg had het hartje aangevinkt bij een foto-bericht van Maarten Brinkman, daardoor krijg ik daar een melding van. Dat denk ik tenminste. Ik klikte de foto open.
Wat een heerlijke en speelse verzameling. Onmiddellijk mis ik mijn kleinkinderen. Het liefst ging ik nu onmiddellijk met ze naar het bos met de opdracht: “Goed kijken en bijzondere takjes gaan we verzamelen.” Niet dat ik ook maar enige pretentie heb om de kunstenaar te imiteren. Maar hij (zijn werk) flitst me terug naar mijn eigen kinderjaren en naar de jaren dat mijn eigen kinderen het nog leuk vonden om mee te gaan wandelen. Ik herinner me vooral Jules als beginnend sprokkelaar. Takken, schelpen, bladeren en stenen. Veel stenen. Als we in het bos in Bergen op Zoom wandelden moest hij een keuze maken voordat we de brug over de A58 overstaken. ‘Wat neem ik mee, wat laat ik achter?’ Na andere wandelingen was de terugkeer bij onze auto eenzelfde soort keuzemoment. Omdat hij (principieel) nooit een speelgoedpistool of -wapen van ons kreeg was de keuze snel gemaakt. De pistooltakken gingen mee. Ze kregen een plekje op zijn kamer naast alle zwaard- en paardtakken. We speelden eindeloos Yakari, Yokolima en John Snakeman op onze wandelingen. Een eigen gemaakte boog en pijlen vonden we wel verantwoord. Best gek bedenk ik me nu, uiteraard denkend aan die gek afgelopen week in Noorwegen en die andere idioot eerder dit jaar in Twente.
Terug naar Maarten Brinkman. Ik ging op zoek, wie is deze kunstenaar? Deze geordende pistooltakken associeerde ik met het werk van Anne Geene, maar dat terzijde. Brinkman heeft een eigen website, klik HIER. Hij gebruikt veel meer dagelijkse materialen in zijn installaties. Takken, boomstronken, touw, stenen, enzovoort. Hij is altijd op zoek naar het omslagpunt – het moment waarop een streepje op papier verandert in een vogel. Dat is het punt waarop mensen in hun verbeeldingswereld kunnen stappen. Alex de Vries ging op bezoek in het atelier van de kunstenaar en schreef op Motley.nl over dat bezoek. Transformatie van het betekenisloze.
Ik herken dat in mijn eigen activiteiten. Eerst ben ik gewoon (meester) Koen maar als ik een kartonnen doos op mijn hoofd zet, een bezem ondersteboven vasthoud en een wat zwaardere stem opzet ben ik plots Sinterklaas. Althans voor een (jong) publiek dat welwillend de overstap maakt naar de verbeeldingswereld. Ik hoef daarvoor geen baard, tabberd en mijter aan te trekken of op te zetten. Het hele principe van toneelspelen is daarop gebaseerd.
Het lijkt of ik een weekthema te pakken heb op mijn blog. Ik ben benieuwd waarover ik morgen zal schrijven.
We zijn alweer halverwege oktober. De dagen en weken rijgen zich aan elkaar zonder veel bijzonderheden. Ik ben aan het werk. Isabel is aan het werk. Af en toe kijken we ’s avonds even televisie. Dat is 95% van de tijd iets op Netflix. Het lokale nieuws heeft zelden onze belangstelling. Ik scroll even door de Engelstalige krant, ’s morgens luisteren we even naar de radio. Vooral Isabel en dat is dan meestal voor het weerbericht. “Wat trek ik aan?” Zij dus, ik ben uiterst saai wat (werk) kleding betreft. Meestal kijk ik wel een paar dagen vooruit. Deze week is het warm. Correctie: deze week is het heet.
Ja, je ziet het goed. 40 graden Celsius op 14 oktober. Dat zijn temperaturen voor januari en dan ook nog niet elke dag in januari. Een uitzonderlijk hete week. In huis maakt de airco overuren. Gelukkig zijn we ook veel uit-huis, dat scheelt heel wat kosten op de energierekening. Dat laatste is niet helemaal correct want je krijgt hier (in Mozambique) geen energie-rekening. Je betaalt namelijk vooraf. De meeste huizen zijn aangesloten op het elektriciteitsnet van EDM. Er is geen ‘vrije markt’. In huis heb je dan een meter. Je koopt van te voren elekricitieits-credits. De code die je ontvangt voer je in op de meter. Als de credits ‘op’ zijn, slaat je elektriciteitssysteem uit totdat je weer ‘energie’ koopt. Ik ben er al lang aan gewend. Op het bonnetje kun je wel lezen hoeveel je betaalt per kilowatt. Ik hou me daar zelden mee bezig want je moet het nu eenmaal betalen. Het blijft doodzonde dat zonne-energie hier nog nauwelijks is doorgedrongen. Eigenlijk onbegrijpelijk. Er zullen vast weer mooie woorden gesproken worden volgende week in Glasgow maar de dagelijkse praktijk is weerbarstig.
‘Ondertussen in Mozambique’ gebruikte ik vandaag als titel. Dus moet ik ook iets melden over corona / covid-19. Sorry. Hou je van cijfers? Het dodenaantal staat vandaag op 1924. Of de besmettingen weer toenemen, weet ik niet. Sinds enkele weken zijn de beperkende maatregelen deels ingetrokken of versoepeld. En meteen ging het mis volgens de regering. Overvolle stranden. Geen afstand houden. Geen mondkapjes.
Dit is een foto uit een plaatselijke krant. WhatsApp overstroomde figuurlijk met soortgelijke foto’s. In het eerste weekend na het (deels) loslaten van de strenge voorschriften ging het ook in het verkeer mis. Veel meer dodelijke ongelukken dan de anderhalf jaar hiervoor, meestal door roekeloos rijgedrag – al dan niet onder invloed van alcohol. Na het tweede weekend met overvolle stranden greep de regering in. De vijftien meest populaire stranden in het land zijn voorlopig gesloten. Dat betekent: niet op het strand zitten, niet langs de vloedlijn wandelen, niet zwemmen. Een totaal strand-verbod. Politietoezicht. Ook niet als je bent gevaccineerd. Stel je dat eens voor aan een Europese kust …
Zal ik het hier maar bij laten? De overgrote meerderheid van mijn lezers / volgers staat aan de vooravond van koudere, natte periodes. Herfst en winter. Dan moet ik jullie maar terug naar jullie eigen realiteit ‘flitsen’. Laat ik dat doen met een mooie ‘herfstfoto’ die ik een paar dagen geleden op Twitter zag.
Ik drink een koud biertje en straks eten we paella. De witte wijn ligt koud. Ik ben blij dat ik straks nog even in het zwembad kan springen. Até a próxima vez.
ps. Zondag is het 23c en wordt er veel regen voorspeld.
Gisteravond (22 september om 19.21 uur) begon de herfst. Dat was het moment waarop de zon van noord naar zuid de evenaar kruist. In het planetarium in Franeker – en vast op heel veel andere plaatsen – is dit te zien op de ‘liniaal’ aan de zijkant: gezien vanaf de datum zie je het cijfer 0. Dit geeft aan dat de zon recht boven de evenaar staat.
Nul – de zon staat pal boven de evenaar
Ergens op aarde – op de evenaar natuurlijk – was er dus een moment dat er geen schaduw was. Het planetarium in Franeker is gebouwd door Eise Eisinga in zijn woonkamer tussen 1774 en 1781. Het werkt nog steeds! Het Koninklijke Eise Eisinga Planetarium.
De woorden lente, zomer, herfst en winter worden in Mozambique niet of zelden gebruikt. Natuurlijk niet want ze spreken Portugees. Alle gekheid op een stokje … de dagen worden duidelijk al langer. De vogels zijn extra actief. Dinsdag hadden we het eerste onweer sinds maanden met een uur lang bliksemflitsen en flink wat regen. Heel fijn voor de tuin. Jammer dat dan de elektriciteit meteen uitvalt. Grr. In Zuid-Mozambique spreekt men niet over korte of lange regentijd. Dat is meer iets voor de tropen – dichterbij de evenaar. Toch kun je zeggen dat het van oktober tot begin april – de warmste maanden – regelmatig regent. Soms zelfs heel heftig. Van mei tot eind september is het droog en dan regent het zelden.
Het woord wee van de titel is waarschijnlijk verkeerd gekozen. Niks geen pijn. Hooguit een licht verdriet dat de week op de Wahrberg alweer voorbij is. Ik ben weer thuis in Leeuwarden. Het was heerlijk. Net als de vorige dagen vertel ik het verhaal met enkele foto’s. Een plogje.
Zal ik er ook nog wat bij schrijven? Ik wacht jullie antwoord niet af. Op de eerste twee foto’s zie je het dagelijkse verzamelpunt op de Wahrberg. Elke ochtend om negen uur staan er twee thermoskannen koffie klaar, een thermoskan thee en een fles warme melk. Iedereen is welkom om aan te schuiven. Op de Wahrberg wonen min of meer drie familie’s en hun kinderen en kleinkinderen. De bewoners zijn al toe aan de vijfde of zesde generatie. Ik ken alle vaste bewoners en ben goed bevriend met Markus en Inge. En dan ben je vanzelfsprekend ook bevriend met broer, schoonzus, zoon, schoondochter, neven en nichten en hun aanhang. Een te lange lijst om hier te vermelden. De meeste bewoners en hun gasten drinken een kop koffie of een kopje thee tussen negen en tien en delen dan wel en wee. Alweer wee. Ook vrienden uit het dorp schuiven geregeld aan.
Foto drie is de binnenkeuken en een paarden-verzamelplaats. De Wahrberg is ook een thuis van ongeveer vijftig bejaarde paarden. De paarden krijgen onderdak, lopen vrij rond op heel veel weilanden. Ze krijgen voer en water maar de verzorging doen de paardeneigenaars zelf. Sommigen zag ik dagelijks, anderen komen wat minder vaak.
De vogeltjes op foto 4 komen uit Mozambique (of Zuid-Afrika). Markus en Inge waren al driemaal op bezoek bij ons. Ook op onze veranda in Djonasse hangen soortgelijke vogeltjes. Ook in Leeuwarden. Erg fijn. Op enkele kilometers van de Wahrberg is een mooie leer-tuin. Een wat? Een tuin met bloemen, kruiden en planten. Bij elk gewas staat een bordje met uitleg. Ik weet dat dit het aards paradijs kan zijn voor Isabel (die geen visum kon krijgen voor Schengen).
Door de overstromingen van de afgelopen weken is het leidingwater deels vervuild. De gemeente roept op om tijdelijk water altijd te koken of flessenwater te drinken. In de buurt is gelukkig een natuurlijke bron met zuiver drinkwater. Eenmaal per week worden hier (in het nabijgelegen bos) flesjes en bidons gevuld.
Alle bewoners van de Wahrberg tuinieren biologisch voor eigen gebruik. Super. Op foto negen zie je een zwemvijver, een beeld van Hanneke (Roelofsen) en ‘de blauwe hut’. Mijn tiny-house verblijfsplek van één week. Een superplek.
In de avond verandert de tuin (of de woonkamer) van Markus en Inge in een bioscoop. Als er geen film wordt gekeken dan wordt er altijd wel ergens op de berg een vuurtje gestookt. En bij een vuurtje horen verhalen, liedjes en lekkere hapjes.
Een heerlijke plek.
Ik eindig met één andere soort foto …
Overal (in het kleine stukje van Duitsland waar ik was) zag ik sigarettenautomaten. Deze foto heb ik in Aurach gemaakt. (*) Een dorp van ongeveer 3000 inwoners. In telde wel vier automaten in het dorp. Waarom bestaat deze 24/7 verkoop van sigaretten? Ik vind het heel raar. Ook winkels (met vergunning) en benzinestations mogen sigaretten verkopen. Ik vind dit straataanbod absurd. Niemand van mijn Duitse vrienden vind dit raar. Ze hadden er nog nooit over nagedacht. Nu moet ik toegeven dat ook in Mozambique er heel veel straat-‘automaten‘ voor sigaretten bestaan. Ik zet automaat bewust tussen aanhalingstekens want ik bedoel natuurlijk jongens die langs de kant van de weg sloffen sigaretten verkopen.
(*) Jean Jacques leerde me ooit het volgende: “Maak de eerste dagen dat je op een NIEUWE plek bent meteen foto’s van alles dat je opvalt. Want na een paar dagen ben je er aan gewend en valt het niet meer op.” Vandaar deze sigarettenautomaat.
De zon staat vandaag precies boven de kreeftskeerkring. In het noorden betekent dat dus de kortste nacht van het jaar. Ten zuiden van de evenaar is dat natuurlijk precies andersom. Dus straks wendt de zon haar figuurlijke steven en stiffelt ze weer ‘onze’ kant op.
Is dit een dag om naar uit te kijken? Niet heel veel anders dan gisteren of overmorgen, tenzij je gisteren of overmorgen jarig was / bent of je examenfeest hebt of … je kunt vast nog heel veel andere redenen bedenken om uit te kijken naar een specifieke dag.
In Scandinavië, Groot Brittanië en Ierland worden traditiegetrouw grote feesten georganiseerd om de zomerzon te verwelkomen. Het inspireerde William Shakespeare om lang geleden ‘Midsummer night’s dream’ te bedenken en te schrijven. Eén van zijn meest bekende toneelstukken. Deels een sprookje, deels een romantische komedie en zelfs een klucht. Misschien vertel ik dat verhaal binnenkort wel een keer zoals ik eerder deed met een paar mythologische verhalen.
In het Nederlands heet het toneelstuk Midzomernachtdroom. Ik heb dit stuk zelf een keer – met veel plezier – geregisseerd bij Het Zunderts Toneel (NL).
Ik speelde ook een keer mee in een verkorte versie in het Shakespearetheater in Diever. Regie: Aram Adriaanse en muzikaal leider: Antony Zielhorst. Ik speelde de rol van Lysander. Of was het toch Demetrius? Eén van de twee geliefden.
Naast deze twee versies zag ik heel wat andere uitvoeringen. De meest hilarische interpretatie zag ik ooit in New York – een gehele drag queen versie. Schitterend. Er bestaan ook heel wat muziekstukken (en balletten) die zijn geïnspireerd door de Engelse bard. En (teken)films natuurlijk.
In dit toneelstuk zit nog een klein toneelstukje verborgen. Zoals een Russische baboesjka. Een groepje handwerkslieden (zoals een wever en een timmerman) repeteert ergens op een open plek in het bos het zeer tragische verhaal van Pyramus en Thisbé. Ook dat verhaal leent zich tot een her-vertelling later op mijn blog. Deze scène wordt vaak als los toneelstukje (eenakter of straattheater) gespeeld. Pure kolder.
Laat ik eindigen met twee willekeurig gekozen schilderijen van John Simmons. De andere verhalen volgen later deze zomer.
John Simmons – scène uit Midsummer night’s dream en Hermia en Lysander
Ik wens jullie een fijne midzomer toe en mocht je aan de andere kant van de evenaar wonen – ten zuiden bedoel ik -vanaf nu worden de dagen weer langer. (Joepie)
Herfstvakantie in het zuiden en rond Allerheiligen gaan ook de Vlaamse scholen dicht. Eén week of misschien toch wat langer? We zullen het zien. En wat doe je dan als het advies is om thuis te blijven? Tv-kijken, spelletjes spelen, een bos- of strandwandeling. Puzzelen, een taart bakken, de lego weer eens sorteren want dat was je al lang van plan. Ik voeg er een ‘dierenspel’ aan toe.
Ik schrijf al enkele jaren stukjes in Corsief. Het wonderschone magazine over bloemencorso’s en dat van Zundert in het bijzonder. Mensen die me al wat langer kennen weten dat ik (ooit) zeer nauw betrokken was bij het grootste dahliacorso van de wereld. Begin dit jaar (of was het al vorig jaar?) bracht Corsief een themanummer uit. Thema: dieren. Dieren zijn een zeer geliefd onderwerp in het Zundertse corso. Deze praalwagens scoren vaak hoog – zeker bij het publiek. Ik heb voor Corsief een dieren-woord-puzzel gemaakt.
Ik was net een paar dagen voor het schrijven van mijn stukje met mijn schoonmoeder, schoonzusje en Isabel een dagje naar het Krugerpark geweest. Ik schreef al vaker over dit wereldberoemde park. Klik HIER. Ik heb een gids van dat wildpark in het Afrikaans. Erg grappig. Wist je bijvoorbeeld dat een nijlpaard in het Afrikaans een seekoei wordt genoemd? Ik leg zo uit waarom ik dit voorbeeld geef.
In bovenstaand rij zitten 16 (Afrikaanse) dieren verstopt. Horizontaal staan de dieren vermeld in het Nederlands en verticaal vind je dezelfde dieren met hun Afrikaanse naam. Je ziet vast in de bovenste lijn het woord nijlpaard. In de dertiende kolom verticaal lees je vrij onderaan: seekoei.
Vind jij de vijftien andere dieren? Klik op de woordpuzzel dan kan je de foto mogelijk wat vergroten. Het is geen prijsvraag dus je kunt gerust reageren bij de reacties. Zo kun je elkaar ook aanvullen. Ik ben benieuwd. Natuurlijk kunnen mijn volgers uit Zundert en omgeving ook meedoen maar jullie hebben mogelijk de antwoorden al gelezen in een ander stukje dat ik dit jaar schreef.
Eind oktober kom ik met de oplossing. Drie van de dieren hierboven zitten tweemaal (in het Nederlands en in het Afrikaans) verstopt in de puzzel.