Met afschuw en verontwaardiging las ik afgelopen dagen het nieuws rond schrijver en dichter Pim Lammers (29). Hij heeft zoveel haatmail en doodsbedreigingen ontvangen dat hij zich terugtrekt als schrijver van het jaarlijkse kinderboekenweekgedicht. De hetze tegen hem komt uit zwaar christelijke, rechtse hoek. Ik sta figuurlijk met mijn oren te flapperen.
Op wie ben ik? – Pim Lammers
Hij schreef in 2015 een verhaal voor volwassenen over de relatie van een jonge jongen en zijn voetbaltrainer. Een verhaal dat is gebaseerd op een ware gebeurtenis van een kennis van de schrijver. Nu jaren later krijgt Lammers het etiket: ‘pedofilie-activist’. Ja, hij schrijft over pedofilie en over LHBT-onderwerpen. So what? Gelukkig hebben heel veel anderen (schrijvers, kunstenaars, Gunay Uslu, staatssecretaris van cultuur, premier Rutte, Pen Nederland, ea) deze haatcampagne veroordeeld. Ik sluit me daar graag bij aan.
Ik lees bijna dagelijks een gedicht via het weblog van Wouter van Heiningen. Een aanrader als je van gedichten houdt. Ook vandaag schrijft hij over Pim Lammers. Ik kan het niet beter verwoorden dan Wouter. Hij voegt het gedicht ‘Wat jongens niet mogen doen’ toe aan zijn grote verzameling gedichten. Klik dus HIER.
Tzum schreef een recensie over Lammers’ dichtbundel ‘Ik denk dat ik ontvoerd ben’. Klik HIER. Mocht je zijn oeuvre eens willen bekijken klik dan HIER.
ps. In de (onze) kleine schoolbibliotheek van NSM De Walvishaai hebben we één boek van deze schrijver. ‘Hoe beroof je een bank?’ Onze kinderen lezen dat boek met veel plezier.
Het is vast maar weinig mensen ontgaan dat er de laatste dagen veel aandacht is voor de ‘Waternoodsramp’ van 1953. Zeventig jaar geleden. In de nacht van zaterdag 31 december en zondag 1 februari 1953 voltrok zich een grote ramp. Een combinatie van hoog water, springvloed en een zware noordwester storm hadden desastreuze gevolgen. Het aantal doden bedroeg 1836 in Nederland, 307 in het Verenigd Koninkrijk, 224 op zee, waaronder 133 bij het vergaan van een Engelse veerboot en 28 in België.
Dertig jaar geleden (1993) ging de (jeugd)theatervoorstelling ‘Water’ in première op Neeltje Jans. Ter gelegenheid van 40 jaar na de ramp. Een voorstelling van het professionele Zeeuwse jeugdtheater ’t Hondje van de Ruyter’. Ik schreef de tekst en was de regisseur. De voorstelling speelden we zowel in theaters, buurthuizen als op basisscholen.
Een poëtisch verhaal over het water. De invloed van water op mensen en op kinderen in het bijzonder. Ook het verhaal van kinderen tijdens de Watersnoodramp van 1953.
Met de hulp van Google vond ik nog een oud krantenbericht uit de Zierikzeesche Nieuwsbode. (*)
Uit: De Zierikzeesche Nieuwsbode
En ook vannacht – in de nacht van 31 januari op 1 februari 2023 – wordt een datum die in mijn (onze) persoonlijk leven een plekje zal krijgen. Maar dat heeft dan weer niets met ‘Water’ van doen. En of het een ‘ramp’ is of wordt … nee, dat gaat te ver. Laten we althans hopen van niet …
(*) Mijn eigen ‘archief’ – met heel veel knipsels en bijna al mijn regie- en tekstboeken – belandden na mijn verhuizing in 2017 in de papiercontainer. Heel soms doet dat zeer. Nu bijvoorbeeld want dan had ik … snik.
Ik hou van reisblogs, van reisboeken, van reisverhalen. En ze worden nog boeiender als je de reizigers persoonlijk kent. Zo volg ik de belevenissen van Duco en Marjolijn via Polarsteps. Wij kennen elkaar al ruim veertig jaar. Marjolijn was een studiegenoot op de Akademie voor Ekspressie en Kommunicatie (AVEK) in Leeuwarden. We werden al heel gauw goede vrienden. Zij pasten op onze jongste zoon als wij naar Spaanse les gingen. Zij stalden hun zeilboot tijdens de winter in onze schuur in Wyns. Ze leerden mij zeilen in een bm’er op Friese wateren. Zeil-kampeer-weekenden in de Biesbosch. We speelden eindeloos veel uren bordspellen. ‘Duin’ was ons favoriete spel. We lazen heel veel dezelfde boeken. We gingen samen weekendjes naar de Ardennen. We zochten hen op in Portugal toen zij daar woonden en werkten. Dit lijstje kan ik nog veel langer maken maar dat is saai voor anderen.
Ik zag hen voor het laatst in levende lijve eind mei van dit jaar. Ik bezocht Duco en Marjolijn net voor hun vertrek. Hun huis in Breda was zo goed als leeg. Nog een paar campingstoeltjes en eten met het bord op schoot. En heel veel bijpraten, zoals altijd. Het was fijn om hen nog even te zien want twee dagen later startte hun grote zeiltocht in Numansdorp (Zuid-Holland).
Bestemming … de wereld rond. Ja, je leest het goed. De wereld rond. Plannen zijn gemaakt en omdat ze ook veel willen zien onderweg zijn er aan die plannen geen vaste data gekoppeld. Duurt de reis 3 jaar of 5 jaar? De toekomst zal het leren. Is de route al helemaal bekend? Ja en nee. Eerst maar eens vertrekken richting Azoren, Madeira of Canarische eilanden.
We zijn nu bijna 200 dagen verder. Ik volg hen bijna dagelijks via Polarsteps. Deze website heeft als ondertitel ‘Automatic Travel Tracker’. Naast een kaart waar de reiziger zich bevindt, is er veel ruimte voor logjes en foto’s. Marjolijn doet bijna dagelijks verslag van al hun bezigheden. Met hele mooie foto’s. Naast zeilen hebben ze ook veel aandacht voor alle plaatsen die ze aandoen. Dus ook mooie verslagen van wandeltochten, museumbezoek, ontmoetingen met andere zeilers. Het rondscharrelen op markjes, havens en kleine eilanden. Verhalen over alle papierwerk en bureaucratie. Het lijkt alsof je een beetje met ze meereist.
Loopt alles gesmeerd? Ook nu is het antwoord ja en nee. De boot werd in oktober aangevallen door een orka. Ja, je leest het alweer goed. Dat zorgde voor schade aan de boot. En veel bibbermomenten. De boot moest naar een werf voor grondige inspectie en reparatie. Bijna vijf weken lag ‘De Blauwe Zwaan’ op het droge op het zuidelijkste puntje van Portugal. Wat een werk, wat een doorzettingsvermogen. Een flinke renovatie. Gelukkig hadden ze veel aanspraak en hulp van lotgenoten en bevriende zeilers.
Na wat proefvaartjes en na nauwkeurig de weerberichten interpreteren, vertrokken ze voor het tweede deel van hun wereldreis. Op naar Madeira. Daar zijn ze ondertussen alweer vertrokken. Ze hebben besloten om de komende tijd op de Canarische eilanden te verblijven. Nou ja, op hun boot in Canarische havens. Nu bijvoorbeeld in Tenerife. De oversteek richting Panama kan maar tweemaal per jaar. November en maart. De plannen worden min of meer dagelijks bijgesteld. Nu eerst rustig aan want er komt ook familie op bezoek. Dat zou ik ook wel even willen. Ik droom nu al weg dat ik ze binnen een paar jaar verwelkom … in Mozambique.
Ik zou nog veel meer kunnen vertellen maar waarom lees je het niet zelf uit ‘eerste hand’? Via hun Polarsteps. Waarschijnlijk moet je dan eerst een (gratis) account aanmaken.
Als je van boeken (en lezen) houdt, gaat er misschien een belletje rinkelen bij deze titel.
Brommer op zee (VPRO / CANVAS)
Een televisieprogramma over boeken is zelden een groot succes. Kijkcijfers bungelen ergens rond de 150.000 en dat is natuurlijk niet heel veel. Ik kijk weinig of zelden televisie als ik Netflix even buiten beschouwing laat. Noch in Leeuwarden, noch in Mozambique heb ik een televisieabonnement. Het kijken beperkt zich dus tot ‘streamen’ op een later tijdstip. Ik vind daar helemaal niets mis mee. Ik kijk op een moment dat het mij goed uitkomt. Hooguit bij het begin van een programma is er wat reclame.
Zo kijk ik ook naar ‘Brommer op zee’ via NPO-Start. Het programma volgt een vast stramien. ‘Format’ heet dat geloof ik. De twee presentatoren (Wilfried de Jong en Ruth Joos) starten staande rond een soort boekenkast-bar. Ze vertellen elkaar kort wat over boeken die ze de afgelopen week hebben gelezen. Een soort opwarmertje.
Daarna lopen ze naar ‘het hok’. Vorig jaar een schrijfhok, dit seizoen een soort reuze straat-meeneem-bibliotheekje. Een schrijver of een bekend iemand heeft een boek meegebracht – om achter te laten – en vertelt daar kort iets over. Later in het programma volgt een twee inkijkje en laat de gast zien welk boek hzij meeneemt.
Dan volgen twee iets langere interviews – ca 2x 13 minuten – met schrijvers en hun onlangs gepubliceerd boek. Meestal start Ruth Joos met een samenvatting van dat boek. Het is interessant om te kijken hoe lang de schrijvers het geduld opbrengen om haar niet te onderbreken. Beide interviewers stellen vragen. Het gaat er ontspannen aan toe. Soms is het jammer dat de (2x) 13 minuten al voorbij zijn. Af en toe zien we een filmpje waarin (meestal) Wilfried de Jong een interview heeft op locatie met een schrijver. Soms zien we een korte ontmoeting tussen lezers en schrijvers. Te kort in mijn ogen. Dit seizoen kijken we ook wekelijks naar de tuin van Mariken Heitman, Libris-winnares. Twee items die voor afwisseling moeten zorgen maar ik vind ze overbodig om niet te zeggen: ‘zonde van de (uitzend)tijd’.
Voor je het weet is het programma alweer voorbij. Ik spaar vaak 2 of 3 afleveringen op en kijk dan wat langer. Op mijn werktafel vind ik briefjes met titels en quotes. Ik vind het een fijn, pretentieloos programma. Maar ja, wie ben ik? Jammer dat de programmamakers er een punt moeten achterzetten. Brommer of zee krijgt geen derde seizoen. Kijkcijfers, weet je wel. De online-boekenclub gaat nog wel (even) door.
Ps. Iets heel anders. Ik heb grote problemen met mijn MacBook Pro. Eindeloos traag, ergerlijk zelfs. Ik weet niet hoe ik dat moet verhelpen. Ik heb al heel veel mappen naar externe schijven gekopieerd en de nieuwste MacOS Big Sur geïnstalleerd. Ik ervaar nauwelijks verbetering. Vandaar dat ik weinig actief ben op mijn blog. Ik hoop in de kerstvakantie tijd te vinden voor een revisie of de aanschaf van iets nieuws.
Tien dagen niets publiceren op mijn weblog. Dat gebeurt niet zo vaak. Heb ik niets te vertellen? Dat is het niet. Ik ben gewoon wat met andere zaken bezig – moet ik constateren. Dit is dus een mededeling van niets. Je merkt het vanzelf wanneer ik iets te melden heb. Dat kan morgen zijn maar het zou ook binnen twee weken kunnen zijn.
Alvast dank voor jullie reacties zoals: “Niets moet, alles mag.” of “Neem de tijd, bloggen is geen verplichting!” of “Je bent niet de enige die een korte pauze inlast.” Enzovoort.
Zomaar een flut-logje over wat zaken waarvan ik denk dat ik er ooit een echt stukje kan over schrijven. De ‘misschienen’ druipen uit deze eerste zin. Ik weet het. Goed, laat ik me beperken tot zeven ideetjes.
Eén. Weg met de mondkapjes met elastiekjes, een persoonlijke keuze.
Twee. Werken in het onderwijs en vakantie.
Drie. Welke blogs wil ik echt blijven volgen?
Vier. De bloemen en planten in onze tuin.
Vijf. Skypen met jonge kinderen.
Zes. Welke tentoonstelling ga ik in januari bezoeken?
Zeven. Een kritische blik op hoe ik Facebook en Twitter gebruik.
Waarschijnlijk wordt het eerder een nieuwe aflevering van mijn in-slaap-val-steden of een korte recensie van de boeken die ik onlangs las. We gaan het zien. En met WE bedoel ik mezelf en jullie, mijn volgers, reageerders (waarvoor dank) en meelezers.
Zomaar een ideetje als je reageert. Dat zijn meestal dezelfde mensen. Schrijf je de eerste reactie dan reageer je op mijn eerste idee (dat van de mondkapjes met elastiekjes). De tweede reageert op het tweede idee. Enzovoort. Nee Koen, veel te ingewikkeld, wees blij dat er überhaupt iemand wil reageren op dit flutstukje.
Bestaat er ook een Nederlands woord voor ‘copyright’? Ja natuurlijk: ‘auteursrechten’. Steeds meer Engelse woorden zijn dagelijks taalgebruik geworden in het Nederlands. Taal is een levend iets dus de invloed van andere talen is heel begrijpelijk. Ik herinner me een tijd dat we zoveel mogelijk (nieuwe) Vlaamse woorden gingen gebruiken. Ik herinner we nu drie woorden die het niet echt hebben overleefd. Punaise moest duimspijker worden, de snackbar het peuzelhoekje en de living (salon) de leefkamer. Er zijn vast nog veel meer voorbeelden. In Nederland wordt ‘dossier’ op z’n Frans uitgesproken – met een lange ee-klank op het eind, in Vlaanderen met een -ier-klank. Het woord ‘tram’ klinkt in Nederland als ‘trem’, net zoals de (Vlaamse) ‘camping’ de Nederlandse ‘cemping’ is.
Ik heb het hierboven niet over typisch Vlaamse (Antwerpse ?) woorden zoals bijvoorbeeld: goesting, kwistenbiebel, ge moogt uw pollekes kussen, zoeteke, zot, kuisen, miljaar …
Ik wil een stukje schrijven over auteursrechten. Koen, blijf bij de les. Ik weet dat ik niet zomaar een foto van internet kan plukken en gebruiken op dit 100%-niet-commercieel blog. Ik kan bij overtreding flinke boetes krijgen. Medeblogger K (of S) heeft me daar meermaals op gewezen. Ik ben sindsdien veel voorzichtiger geworden. Ik gebruik eigen foto’s of foto’s van Pixabay of Picrepo of soortgelijke websites. Toch blijf ik met een paar vragen of onduidelijkheden zitten. Met enige regelmaat schrijf ik over boeken die ik onlangs las. Dan plaats ik bijna altijd een foto van de kaft. Schend ik dan het auteursrecht? Ik weet het niet maar ik denk het niet. Het is eigenlijk een vorm van reclame althans als ik het boek niet volledig de grond in boor. Hetzelfde met een poster of foto (een still) uit een film of serie. Mag ik een foto van een (eeuwenoud) beeldhouwwerk of schilderij plaatsen op mijn blog?
Na het publiceren vorig week van de vijf pistooltak-foto’s op mijn blog heb ik de kunstenaar een e-mail gestuurd waarin ik hem verwees naar mijn stukje. En hem (achteraf) vroeg of ik deze foto’s wel mocht gebruiken. Ik beloofde ze onmiddellijk weg te halen als het niet mocht. Ik kreeg een vriendelijk mailtje terug dat het oké is en dat hij het een leuk stukje vind. Hetzelfde heb ik enkele jaren geleden gedaan met een schilderij van een Amerikaanse kunstenaar. Ook zij mailde me dat het in orde was.
Omgekeerd heeft een collega-blogger een van mijn hervertelde Griekse verhalen overgenomen op zijn blog. Hij vroeg keurig om toestemming. Ik zei ja en voelde me vereerd.
Op Facebook en Twitter zie ik heel veel gedeelde cartoons van bijvoorbeeld Kamagurka, Gummbah, Joep Bertrams en Ruben L. Oppenheimer. Mag dat? Die vraag stelde ik ooit op FB. Er kwamen niet veel antwoorden maar niet één keer ‘Nee, dat mag niet’. Wel opmerkingen als ‘Dat vinden die cartoonisten juist goed dat hun werk verspreid wordt, ze zijn tenslotte al betaald door de krant of het tijdschrift waar zij voor werken.’ Is dat helemaal correct? Ik heb mijn twijfels.
Deze week zag ik ergens op Twitter onderstaande cartoon uit ‘The New Yorker’ …
Natuurlijk zien jullie die cartoon niet want daar rust ‘copyright’ op, zoals op elke creatieve uiting. Pas als de maker 70 jaar is overleden is zijn of haar werk rechtenvrij. Mag ik die tekening uit de New Yorker toevoegen aan dit stukje? Mogelijk niet, waarschijnlijk niet. Ik weet het niet. En als ik aan bronvermelding doe zoals bij de foto hierboven?
Op de cartoon die ik wilde plaatsen zie je een druk kruispunt met zes, zeven mensen op zebrapaden met een blindenstok allemaal starend naar hun telefoontje. Ik vind deze cartoon best wel grappig maar de realiteit waaraan de tekening refereert is natuurlijk in-en-in-triest.
Het nieuwe schooljaar is een week oud. Leuk om mijn leerlingen weer te zien. Blije gezichten als ze nieuwe boeken en nieuwe schriften krijgen. Mijn werkkamer lijkt meer op een rampgebied na een aardbeving. Dat wordt opruimen dit weekend. Om ook nog tussendoor te bloggen … nee, dat was wat teveel gevraagd. Heb ik er geen zin meer in? Nee, dat is het niet. Geen inspiratie? Ja, wel een beetje. Maar dan denk ik aan alle ‘series’ die ik de afgelopen jaren heb opgestart. Veel beginnetjes maar nooit (of zelden) er een vervolg aan gegeven. Denk bijvoorbeeld aan de ‘1000 vragen aan mezelf’ of ‘30 weken foto schrijven‘.
Af en toe schrijf ik fictie maar ‘Boris’ en ‘De witte stier’ wachten op volgende hoofdstukken. Ook het verhaal ‘Een eindeloze achtervolging’ heb ik nog niet volledig gepubliceerd. Ik beloofde ook meer mythologische hervertellingen. ‘Ja, ik weet het’ zeg ik nu tegen mezelf. Goed om dit overzichtje te maken, mogelijk helpt het me de komende tijd om weer wat actiever te bloggen.
Althans … dat dacht ik. Ik weet niet wat er verkeerd gaat. Zien jullie iets? Ik zie alleen maar een zwart vlak. Waarschijnlijk iets met ‘auteursrechten’. Ik kan het filmpje wel zien en horen … Liesbeth List zingt Theodorakis – 1967 maar blijkbaar is delen onmogelijk. Of het heeft met mijn ‘instellingen’ te maken? Ik moet het uitzoeken. Heeft iemand een advies? HELP of moet ik zeggen JOEPIE … nadat ik dit stukje heb gepubliceerd zie ik dat alles normaal werkt. Heel vreemd.
Ik hoorde – via Liesbeth List – voor het eerst over Mikis Theodorakis. De Griekse componist die deze week is overleden. Ik zag deze Griekse muzikale held tweemaal in levende lijve. Voor het eerst in het antieke theater in Epidaurus in 1977. Hij dirigeerde het orkest bij de voorstelling Trojaanse Vrouwen. Een jaar later zag ik de meester aan het werk met zijn eigen orkest in de ‘Arena’ in Deurne (Antwerpen). En wie kent de sirtaki uit ‘Zorba de Griek’ niet?
Wie herkent het woord ‘ekfrasis’? Ik heb het vermoeden dat Max en Toos nu in zichzelf ja antwoorden. Ik weet niet of ik dat woord al eerder (bewust) heb gehoord of gelezen. Ik las het gisteren in de biografie van Pieter Bruegel de Oude van Leen Huet. In het eerste hoofdstuk vertelt zij hoe de ‘Dulle Griet’ (het schilderij) naar Antwerpen (België) kwam. Een mooie wetenswaardigheid. Natuurlijk kan een omschrijving van de ‘Dulle Griet’ niet achterwege blijven. Ze gebruikt daarvoor de tussentitel: EKFRASIS: EEN ROOF VOOR DE HEL.
Ekfrasis is met andere woorden een zo nauwkeurig mogelijke beschrijving van wat het oog ziet. Het is een literair genre dat in de klassieke oudheid veel werd beoefend wegens gebrek aan foto’s en beeldmateriaal. Tegenwoordig is de term BEELDGEDICHT in zwang. Dat is niet precies hetzelfde want in poëzie is de dichter uiteraard veel subjectiever in de beschrijving.
Leen Huet heeft waarschijnlijk urenlang met een vergrootglas alle details van het schilderij bekeken. Vervolgens pakt ze pen en papier (ik ken haar niet dus het kan ook een dictafoon of een laptop zijn geweest). Ze noteert wat ze ziet. Af en toe ontsnapt zij (men) niet aan enige interpretatie. Ik geef een paar voorbeelden. “Een muur deelt dit landschap over de breedte in tweeën. Het is de muur van de stad. Onze stad, blijkbaar, waar wij machteloze toeschouwers zijn. Links volgt de muur de kromming van een gebouw, dat de vorm heeft van een hoofd met gapende muil. Door die muil stroomt de rivier de stad uit, naar zee.”(pagina 25) “Een ketting met een glazen bol vormt de pompom van de stenen muts. In de bol zitten naakte mensen gevangen; er zijn minstens vijf hoofdjes te onderscheiden.” (pagina 26) “Aan de voet van de boom kruipen meer monsters rond. Fascinerend is een kereltje dat bestaat uit één been, één arm en daartussen een ondersteboven hangend hoofd – een grillo. In zijn hand houdt hij een kom pap en met zijn mond, die tevens zijn anus is, houdt hij een lepel vast.” (pagina 26) “Op de rug van de kappende vis is met een riem een rond tafelblad bevestigd met een bewerkte metalen beker erop. Zijn rug biedt verder plaats aan een rat met een ei als lichaam en kikkerpoten. Vlakbij zwemt een grotere vis, van wie alleen de kop boven water komt. Hij heeft net iemand doorgeslikt. Uit de vissenbek steekt een geharnast been.”(pagina 30) Volgen jullie nog? Deze ekfrasis beslaat heel wat bladzijden. Tijd om het schilderij te tonen dan kunnen jullie zelf op zoek naar de hier beschreven details.
Dulle Griet – Pieter Bruegel de Oude (1525?-1569) – Museum Mayer van den Bergh (Antwerpen)
Het schilderij heeft de naam gekregen van de reusachtige vrouw met helm, harnas, grijze jurk en witte draagbuidel. Deze reuzin is minstens vijf keer zo groot dan de andere figuren op dit schilderij. Ze rent (onderaan) – links van het midden – langs de opengesperde muil van de hel. Achter haar lijkt het alsof heel wat vrouwen aan het plunderen zijn geslagen. Rechts onderaan komen mannelijke soldaten het schilderij binnen gemarcheerd. We zien ook allerlei bizarre monstergedrochten, vreemde creaturen en rare constructies. Veel details doen me denken aan schilderijen van Jeroen Bosch. De horizon lijkt in brand te staan.
De geleerden en kunsthistorici hebben geen eenduidige verklaring wat dit werk precies betekent. Is een aanklacht tegen oorlog? Is het een opgestoken vingertje tegen Antwerpen dat steeds meer in verval raakt? Is het een hilarische grap dat een kijvende vrouw – een helleveeg – die de mannen onder de duim houdt? Zien we zelfs de ‘Hel’ verschrikt staren naar dat vrouwspersoon? “Dat Mensch rooft zelfs vlak voor mijn poort!” hoor ik de Hel denken in een niet bestaand tekstballonnetje. Of is het een geschilderde ‘poster’ voor het toneelstuk ‘En Griete die den roof haelt voor de helle‘dat de Mechelse toneelgroep (rederijkerskamer) De Lischbloeme opvoerde in de sinjorenstad?
Waarschijnlijk hoorde ik voor het eerst eind 60’er jaren over de Dulle Griet. Via de avonturen van Suske en Wiske.
Professor Barabas heeft in het museum Mayer van den Bergh – via een foto – De Dulle Griet uit het Bruegel-schilderij getransporteerd naar het nu. Bij ‘nu’ is het goed om te bedenken dat de Vietnamoorlog in volle gang was. Van Antwerpen ontsnapt de zestiende eeuwse feeks naar Bokrijk. Ze heeft het vooral gemunt op Schanulleke. Wat heeft ze trouwens in het kistje onder haar linkerarm? Ik ga het hier niet vertellen. Ga het maar opzoeken of zelf lezen / bekijken.
Het blijft een mooie bezigheid … het kijken naar schilderijen. Naar de details. Ik vind het fijn om er meer over te lezen of te horen want alle symboliek die verscholen gaat – in bijvoorbeeld de werken van Bruegel of Jeroen Bosch – is mij onbekend. Nog een laatste opmerking. Ik woonde in Boechout, dichtbij Antwerpen. Ik hou van geschiedenis. Net als Bart van Loo (De Bourgondiërs) heb ik ook de Historia boeken ’s Lands Glorie (tekeningen J. L. Huens / tekst J. Schoonjans) eindeloos doorgebladerd. Ik heb in Antwerpen geschiedenis gestudeerd en toch ben ik nog nooit in het Mayer van den Bergh museum geweest. Hoe kan dat? Ik heb geen antwoord. Het staat op mijn lijstje voor ná corona.
Laat ik eindigen met de laatste bladzijde uit het Suske en Wiske album. Waarin Wiske – anders dan gebruikelijk – de handen voor haar hoofd slaat. Oorlog … de waanzin, het blijft maar duren. Snik.
Suske en Wiske – De Dulle Griet – Willy Vandersteen – album 78
Sinds september 2011 – dus al bijna 10 jaar – maak ik met veel plezier gebruik van WordPress. Gratis. Net zoals Facebook en Twitter kan ik die diensten gratis gebruiken. Dankjewel. Omdat ik de gratis versie gebruik mogen zij een advertentie toevoegen aan elk stukje. Deal. Ik weet dat die advertenties er zijn – ook bij collega-bloggers maar ik merk ze nauwelijks op. Ze storen me niet of toch hoogst zelden.
Iedereen die WordPress gebruikt weet dat zij een tijd geleden een upgrade hebben uitgevoerd. Iets met schrijven in blokken. Dat hoefde voor mij niet. Ik heb het een paar weken genegeerd maar nu ben ik er min of meer aan gewend. Toch blijven er een aantal mysteries onopgelost. Ik probeer ze te beschrijven. Wie weet krijg ik wel een aantal suggesties van medebloggers.
Laat ik beginnen met ‘reageren’ op stukjes van andere bloggers. Bij een aantal kan ik onmiddellijk op hun site de ‘LIKE-knop’ aanklikken. Ik zie dan mijn mini-avatar verschijnen. Bij hen kan ik ook meteen een reactie achterlaten. Bij anderen moet ik mezelf altijd eerst ‘AANMELDEN’. Eerst mijn e-mailadres invullen, dan volgt automatisch mijn gebruikersnaam en mijn site-adres. Geen groot ongemak maar toch … Dat moet ik dus ELKE keer weer opnieuw doen. Soms moet ik mezelf nog een keer extra identificeren met wordpress-wachtwoord en zo. Dat is toch raar!?! Dat ik dat een eerste keer moet doen begrijp ik volkomen maar waarom steeds weer opnieuw?
Nog zoiets. Enkele trouwe lezers (volgers) kunnen NIET reageren op mijn stukjes. Waarom niet? Geen flauw idee. Zij reageren gelukkig wel op de links naar mijn stukjes op Facebook.
Nog een laatste mysterie. Ik heb favoriete blogs die ik graag lees. Een stuk of vijfentwintig. (*) Rechtsonder op hun site verschijnt een knop ‘VOLG’. Die klikte ik ooit aan. Dan zie ik op dezelfde plaats de knop ‘VOLGEND’ verschijnen. In de omgekeerde volgorde kun je jezelf ook weer uitschrijven als volger. Na aanmelding krijg ik vervolgens – in mijn READER – een chronologisch overzicht van de meest recente stukjes van de blogs die ik volg. Handig. Ik lees die stukjes niet in de reader maar ik klik altijd ‘BEZOEK’ aan. Kun je nog volgen? Ik hoop het.
Bij andere blogs die ik nog niet volg druk ik ook op de ‘VOLG-knop’ maar dan verschijnt er zoiets als:
Schermafbeelding van ‘Golven in zee’
Dat wil ik dus niet. Ja, ik wil ‘Golven in zee’ graag volgen maar NIET via mijn e-mail. De inbox van mijn e-mail zit al vol genoeg. Waarom is ‘VOLG’ aanklikken bij ene voldoende om te VOLGEN en bij een ander niet? Ik begrijp het niet. Waarschijnlijk heeft het iets met ‘INSTELLINGEN’ te maken. Maar hoe of wat blijft een raadsel, een mysterie. Dus wat is het effect? Ik volg die blogs met een e-mailverzoek niet.
Ik lees blogs (Facebook en Twitter) enkel op mijn laptop. Nooit op mijn telefoon. Kwestie van me te beperken want dat eeuwige gestaar naar een foon … grrr. En ik lees blogs op de website van de blogger en niet in de reader.
Nog een laatste dingetje. Ik log mezelf op WordPress nooit uit. Sinds een paar maanden gebeurt dat ‘automatisch’ een paar keer per week. Ik word uitgelogd zonder dat ik dat zelf doe. Dan moet ik mezelf dus weer inloggen met gebruikersnaam en wachtwoord. Herkennen jullie dat? Moeten jullie dat ook veel vaker doen dan voorheen?
(*) Ik volg zo’n 25 blogs. Gelukkig schrijven ze niet allemaal een dagelijks stukje want dat zou veel te veel zijn om bij te houden. Als ik iets te melden heb, reageer ik ook met enige regelmaat. Daar volgt dan vaak weer een reactie op.