Ik ben benieuwd hoe jullie een logje met muziek lezen, bekijken en beluisteren. Ik verklaar me nader onder (na) deze video.
Ik denk dat maar weinigen deze YouTube-videonu al hebben bekeken. Zo gaat dat ook bij mij. Ik lees via mijn WordPress-reader gemiddeld een tiental logjes per dag. Nee, het zullen er eerder zes of zeven zijn. Als ik een paar dagen niet heb bijgelezen, zijn het er wel (ruim) tien. Met grote regelmaat is het een logje met een filmpje. Meestal via YouTube (zoals hierboven), soms via Vimeo. Ik lees in 95% van de gevallen eerst de hele tekst. Als ik haast heb dan kijk en luister ik niet onmiddellijk naar zo’n filmpje. Ja, ik neem het me voor om het later alsnog te doen. Niet dus. Want ook hier geldt vaak: van uitstel komt afstel. Herkennen jullie dat? Ook de pps-slideshows die Karel plaatst, sla ik meestal over. Sorry Karel. Ik weet dat het mooie foto’s zijn maar dan moet je eerst zo’n bestand downloaden en daar heb ik zelden zin in.
Toch nog even iets over deze video. ‘Jenny Arean zingt ‘Het is over’ en Yentl en de Boer zingen het vervolg hierop: ’t Is begonnen’.Ik vind het super amusement. ‘Het is over’ is een liedtekst van Annie M.G. Schmidt die ze schreef voor haar musical ‘Heerlijk duurt het langst’. Een klassieker die al door heel veel artiesten is gecoverd – om het in slecht Nederlands te verwoorden. Het duo Yentl en de Boer hebben een vervolg geschreven op die tekst. Geweldig! Zie bovenstaande video.
Ik gebruik beide liedjes en teksten met een van mijn leerlingen in de Nederlandse les. Ze vond het eerste liedje afgelopen week erg leuk, vanmiddag zetten we onze tanden in ’t Is begonnen’.
ps. Trees / Papillon plaatst(e) elke zaterdag een liedje op haar blog. Zwijmelen op zaterdag. Op zaterdag heb ik wat meer tijd (en geduld) en bekeek ik dus wat vaker haar liedjes …
Vorig jaar rond deze tijd waren de musea gesloten wegens de pandemie. Ik schreef in de eindejaars-periode 2021 – 2022 bijna dagelijks een stukje over een schilderij. Ik gebruikte daarbij de afkorting: MDLM – Mijn Digitaal Lockdown Museum. Het woord ‘lockdown’ moet ik nu schrappen. Het wordt dan MDM #01 Mijn Digitaal Museum.
Christina’s world – Andrew Wyeth – 1948 – tempera op paneel – 81,9 x 121,3 cm – MoMA, New York
Ik zie dagelijks een tiental schilderijen langskomen op Facebook en/of op Twitter. Al dan niet geholpen door de onvermijdelijke algoritmes. Bovenstaand schilderij trof me heel erg. Meteen. PATS. BOEM. Raak. (Met dank aan Frank van Laeken).
Ik kende het werk en de schilder niet. Het lijkt bijna een still (foto) uit een Amerikaanse film. Denk bijvoorbeeld aan ‘The power of the Dog’. Een beetje ‘Hopperesque’ maar ook weer niet. Ik ben een beetje ontdaan. Zeg je dat zo? Is het de kwetsbaarheid? Is het de grote afstand tussen de vrouw en de huizen wat hogerop? Omdat de vrouw (Christina) op de voorgrond in de richting van de behuizing kijkt, kijk ik onwillekeurig met haar mee. En dan pas zie ik de niet-helemaal natuurlijke houding van de dame. Wat is er met haar aan de hand? Is ze daar achtergelaten na iets ‘naars’? Woont de ‘dader’ in dat huis? Of is zij verlangend naar huis en/of bewoner? Dat weten we niet want we zien geen gezichtsuitdrukking. Als Christina een groot verlangen heeft naar ‘daar’, dan zou ze toch een veel actievere houding hebben … vind je niet?
Ik ga wat rondsnuffelen op internet. Ik citeer nu uit de website van het MoMA:
Andrew Wyeths buurvrouw Anna Christina Olson inspireerde de compositie, een van de vier schilderijen van Wyeth waarin ze voorkomt. Als jong meisje ontwikkelde Olson een degeneratieve spieraandoening – mogelijk polio – waardoor ze niet meer kon lopen. Ze weigerde een rolstoel te gebruiken en gaf er de voorkeur aan om te kruipen, zoals hier afgebeeld, waarbij ze haar onderlichaam met haar armen voortsleepte. “De uitdaging voor mij,” legde Wyeth uit, “was om recht te doen aan haar buitengewone verovering van een leven dat de meeste mensen als hopeloos zouden beschouwen.”
Via de website van het MoMa vind ik ook een bijzonder YouTube-filmpje.
Mogelijk ga ik de volgende weken weer wat vaker over beeldende kunst schrijven. ’t Is tenslotte (bijna) kerstvakantie. Ook voor meester Koen.
Om tien voor elf gisteravond veerde het publiek als één man op. In werkelijk zijn het er ruim zevenhonderd. Een staande ovatie. De première van IN HET SPOOR VAN DE STIER zit erop. Ik ben tevreden. Het is gelukt. We krijgen veel complimenten van bekenden, van vrienden, van collega’s, van politici, van onbekenden. Ook de lokale pers blikt vanochtend positief terug op het Openluchtspektakel GOES-EUROPA 2022. Dat is fijn. Nog een paar uurtjes en dan gaat het figuurlijke doek weer op voor de tweede voorstelling. De meest moeilijke. Na een succesvolle première kan de neiging ontstaan ‘Het ging toch goed gisteravond …’ en dat dan de concentratie wat afneemt. Dat gaan we met z’n allen proberen te voorkomen. Dus op naar nummer twee!!!
Hier een korte impressie met een YouTube-filmpje van De Cultuurverslaggever.
En mocht je nog overwegen om te komen kijken wacht dan niet te lang om een kaartje (8,50 euro) te boeken want de voorstellingen zijn bijna uitverkocht.
Een grote fototentoonstelling van André Joosse in Goes in de weilanden rondom de verlaten boerderij Klein Frankrijk. In de buurt van de televisietoren en de molen. Helemaal gratis. De opzet is eenvoudig. Je loopt door het weiland en je kijkt je ogen uit naar de foto’s van ‘Verlaten plekken in Europa’, geprint en gepresenteerd op groot zeil. De foto’s staan op gesteld in grote driehoeken.
Tekens twee foto’s, onder vermelding van het land en de plaats waar de fotograaf de foto maakte en een woordje uitleg. De foto’s (van de foto’s) hieronder maken het vast duidelijker.
Het zijn vaak scholen, kloosters, klinieken, industriële complexen, laboratoria, hotels, paleizen, kastelen, enzovoort. Dit genre in de fotografie trekt steeds meer liefhebbers. Zeker op YouTube. Er zijn zoveel details op de foto’s te zien. Achtergelaten speelgoed, beddengoed, instrumenten. Afbladderend gipswerk, fresco’s, graffiti, onbekende meetinstrumenten. Ik kan nog wel even doorgaan. André Joosse heeft ondertussen in achttien landen zulke plekken bezocht en heel veel gefotografeerd.
Op zijn website – klik HIER – staan nog veel meer foto’s van al dat indrukwekkend verval. Stuk voor stuk vreemde, verlaten plekken mét een verhaal. Ik loop weer terug naar de binnenstad. Een wandeling van nauwelijks vijf minuten.
Af en toe kijk ik een aflevering van een of ander culinair programma op Netflix. Nooit een heel seizoen na elkaar, je zou er zo maar een indigestie aan kunnen overhouden. Heel onlangs zag ik Dan Barber in de serie ‘Chef’s Table’. Deze Netflix-serie vertelt in afleveringen van een uur iets over een top-chef. Je ziet de chef aan het werk in z’n keuken, op de markt, met zijn familie afgewisseld met (lovende) reacties van culinair recensenten, collega’s of klanten. Een mini-documentaire, een portret van een bevlogen, hardwerkende kok – die tegenwoordig dus ‘chef’ heet.
Dan Barber – screenshot Netflix
Dan Barber bedacht door vallen en opstaan het concept: ‘Farm to Table’. Je zou hem een culinair, ecologische filosoof kunnen noemen. Zijn filosofie komt erop neer dat hij heel sterk gelooft in het principe: als de grond waarop gewassen geteeld worden van hoge kwaliteit is (zonder chemicaliën) dan wordt de smaak van de producten vele malen beter dan het standaard voedsel dat je koopt op de veiling, markt of supermarkt. Ik kan me wel vinden in dat idee. In de praktijk trekt hij dat ook door naar de dieren (kippen, varkens, kalveren, koeien). Als zij vrij rondscharrelen op voedingrijke en gevarieerde gronden dan zal ook de melk, de eieren en tenslotte het vlees van topkwaliteit zijn.
Dan Barber heeft een uiterst succesvol restaurant in New York en ook eentje op het platteland. Hij staat in contact met boeren die samen met hem proberen de gewassen zo kwalitatief mogelijk te telen. Denk daarbij ook aan graan. Het klinkt simpel maar hij gelooft dat hoogwaardig geteeld graan het beste brood zal voortbrengen. Een interessante gedachte zegt deze broodliefhebber.
Anders dan in andere culinaire programma’s zal je hier niet meteen recepten vinden. Eerder ga je nadenken over voedsel. Met veel fruitbomen, een eigen kleine moes- en kruidentuin en kippen draag ik een heel bescheiden steentje bij aan gezondere voeding. Alleen maar op ons eigen bord. Ik ga met de man die af en toe in onze tuin wat helpt, bespreken hoe we de kippenmest het best kunnen gebruiken om een nieuw stukje moestuin aan te leggen.
Als ik flarden zie, gefilmd in zijn restaurants – Blue Hill in Manhattan (NY) en Blue Hill in Stone Barns – dan denk ik dat ik daar niet ga eten. Niet omdat ik het concept niet waardeer maar ik denk dat je minstens 150 dollar per couvert zult moeten neertellen. Het wordt niet gezegd maar dat is mijn inschatting. Kijken jullie naar zulke tv-programma’s?
Het nieuwe schooljaar is een week oud. Leuk om mijn leerlingen weer te zien. Blije gezichten als ze nieuwe boeken en nieuwe schriften krijgen. Mijn werkkamer lijkt meer op een rampgebied na een aardbeving. Dat wordt opruimen dit weekend. Om ook nog tussendoor te bloggen … nee, dat was wat teveel gevraagd. Heb ik er geen zin meer in? Nee, dat is het niet. Geen inspiratie? Ja, wel een beetje. Maar dan denk ik aan alle ‘series’ die ik de afgelopen jaren heb opgestart. Veel beginnetjes maar nooit (of zelden) er een vervolg aan gegeven. Denk bijvoorbeeld aan de ‘1000 vragen aan mezelf’ of ‘30 weken foto schrijven‘.
Af en toe schrijf ik fictie maar ‘Boris’ en ‘De witte stier’ wachten op volgende hoofdstukken. Ook het verhaal ‘Een eindeloze achtervolging’ heb ik nog niet volledig gepubliceerd. Ik beloofde ook meer mythologische hervertellingen. ‘Ja, ik weet het’ zeg ik nu tegen mezelf. Goed om dit overzichtje te maken, mogelijk helpt het me de komende tijd om weer wat actiever te bloggen.
Althans … dat dacht ik. Ik weet niet wat er verkeerd gaat. Zien jullie iets? Ik zie alleen maar een zwart vlak. Waarschijnlijk iets met ‘auteursrechten’. Ik kan het filmpje wel zien en horen … Liesbeth List zingt Theodorakis – 1967 maar blijkbaar is delen onmogelijk. Of het heeft met mijn ‘instellingen’ te maken? Ik moet het uitzoeken. Heeft iemand een advies? HELP of moet ik zeggen JOEPIE … nadat ik dit stukje heb gepubliceerd zie ik dat alles normaal werkt. Heel vreemd.
Ik hoorde – via Liesbeth List – voor het eerst over Mikis Theodorakis. De Griekse componist die deze week is overleden. Ik zag deze Griekse muzikale held tweemaal in levende lijve. Voor het eerst in het antieke theater in Epidaurus in 1977. Hij dirigeerde het orkest bij de voorstelling Trojaanse Vrouwen. Een jaar later zag ik de meester aan het werk met zijn eigen orkest in de ‘Arena’ in Deurne (Antwerpen). En wie kent de sirtaki uit ‘Zorba de Griek’ niet?
Als je na het lezen van de titel van dit stukje al weet waar dit logje over gaat dan ben je helderziend. Het gaat over drie min of meer verschillende zaken en toch kwamen ze associatief bijna tegelijkertijd bij me op. Ik zag de kop “Youtube blokkeert schaker om woorden ’zwart’ en ’wit’” Wat is hier aan de hand? Dat sociale media de inhoud van berichten deels censureert mag algemeen bekend zijn. Facebook. Twitter. YouTube. Geen sex, geen oproepen tot discriminatie of geweld. En ga zo nog maar even door. Of je wordt voor een week verbannen (geblokkeerd) of er wordt een kanttekening bij je tekst of foto geplaatst of je wordt voor altijd weggejaagd. Bye bye Donald.
Schakers hebben het dus moeilijk. Schaakterminologie die uit zijn context wordt gerukt, levert soms misverstanden op. Er wordt live commentaar geleverd tijdens schaakwedstrijden met zinnetjes als: “White is better. Black is attacking. Time to finish Black off.” Onschuldig in de context van die specifieke wedstrijd. Maar reden genoeg om verbannen te worden van YouTube. Zucht. Een schaakclub die zich bij een lokale quiz aanmeldde onder de naam: ‘Versla de Sicilianen’ kregen kritische opmerkingen. De organisator kende geen schaaktermen.
Dat doet me denken aan namen van quizploegen. Wij doen (deden) in Boechout bijna altijd mee als ‘De nieuwe Tichels’. We werden bijna altijd verslagen door ‘Het brein der traagheid’. Wat denk je van de volgende namen: ‘Rapzat’, ‘Ik ga ’t zo zeggen, wacht efkes’, ‘Per seconde grijzer’, ‘Straks een tournee generale’, ‘We leggen beton onder ons terras’, ‘Goei gerief hangt onder een dakske’, ”t Ligt op mijn tong’, ‘Eén van ons slaapt met de jury’ of ‘wgnnhvwzz’? Leve de quiz-presentator die regelmatig de tussenstanden moet voorlezen. Hahaha.
Lang geleden deden wij mee met het jaarlijks volleybal-tournooi op Terschelling. In Formerum. Erg populair want er deden ruim twintig ploegen mee. Ik herinner me minstens 10 volleybalvelden. Het was een flinke organisatie. Je moest altijd goed luisteren naar de omroeper van dienst. Alle ploegen hadden zich ingeschreven met een naam. Bijvoorbeeld: ‘Camping Appelhof’, ‘De Schotse vier’, ‘Actania-boys’, ‘familie Kooistra’, ‘VC Amersfoort’, ‘Brandaris II’, enzovoort. Het eerste jaar deden we mee als ‘De Kring’. Simpel – gewoon de naam van onze vereniging. Via de luidsprekers hoorden wij dan: “Op veld 3: ‘De Kring’ tegen ‘Camping Appelhof'”. Dat was duidelijk waar we moesten spelen (op welk veld) en tegen wie. Vijf minuten later begonnen we dan aan de wedstrijd op veld 3 tegen ‘Camping Appelhof’.
Een jaar later waren we opnieuw van de partij maar nu onder de naam: ‘Op veld 7’. We hadden heel veel lol bij het bedenken van deze naam. We schreven ons in. Even later hoorden we de speaker het volgende omroepen: “Op veld 1: ‘Familie Kooistra tegen ‘Op veld 7’. ‘Op veld 7: ‘VC Amersfoort’ tegen ‘Actania Boys’. De familie Kooistra kwam tien minuten te laat opdagen bij veld 1, ze hadden eindeloos gewacht bij veld 7 … lachen … met hoofdletters … LACHEN.
Mozambique (en de buurlanden) doen niet aan winter- en zomertijd. En hoe dichter bij de evenaar hoe minder zin het heeft. In het zuiden van Mozambique (waar wij wonen) is er wel degelijk een verschil tussen de lengte van dagen (of nachten) eind december of eind juni. Eind december is er bijna 14 uur daglicht (zonsopkomst 04.55 – zonsondergang 18.43). Eind juni halen we 10,5 uur daglicht (zonsopkomst 06.38 – zonsondergang 17.08). Natuurlijk zijn de momenten met daglicht wat langer. Dit zijn de officiële cijfers tussen zonsopkomst en zonsondergang. En tot zover het meteorologisch praatje.
Ik wil het namelijk over iets heel anders hebben. Een televisieprogramma en de presentator van dat programma. Winteruur en Wim Helsen. In de auto luister ik met grote regelmaat naar Andermans Veren. Nederlandstalige liedjes en (cabaret) conferences. Ook veel onbekend werk. Elke uitzending heeft minstens één (soms meer) Vlaams liedje of sketch. Zo kwam Wim Helsen al een paar keer voorbij. Ik heb nooit een volledig theaterprogramma van hem gezien. Wel losse stukjes. Erg geestig. Omdat Isabel niet thuis was, had ik alle tijd om wat Vlaamse programma’s te kijken. Ik voerde Wim Helsen in als zoekopdracht bij YouTube. Er zijn heel wat stukjes uit zijn shows te bekijken. Erg geestig. En toen vond ik allerlei canvas-filmpjes van ongeveer tien minuten. Winteruur. Presentator Wim Helsen ontvangt een gast die een tekst heeft meegebracht. De tien minuten (soms wat korter, soms wat langer) verlopen volgens een vast patroon. Eerst een (meestal) absurde inleiding van Wim met een golden retriever op zijn canapé, dan verwelkomt hij zijn gast, een korte overzicht wie die persoon is. Al gauw leest de gast zijn (haar) tekst voor. De kijker ziet de tekst ook geprojecteerd op de muur in de (denkbeeldige) zithoek. Je kunt dus meelezen. Dan volgt een gesprek over de tekst. Soms duidend, soms uitleggerig, soms over ‘waarom deze tekst’, altijd een fijn gesprek. Tenslotte leest de gast voor de tweede keer de tekst voor. Dan zegt de presentator ‘slaapwel’ tegen de kijker en volgt er een stilte. Soms best lang. Dan lijkt het voor de gast dat het gesprek voor tv is afgelopen maar in werkelijkheid hoor je Wim met zijn (haar) gast nog even verder keuvelen. Einde. Op Canvas, vier keer per week rond de klok van 23u. Schitterend.
Ik keek gisteren wel vijftien afleveringen na elkaar. Erg fijn. Ik plaats hier een voorbeeld. Arnon Grunberg is op bezoek bij Winteruur.
Wil je meer afleveringen zien dan weet je ze vast wel te vinden. Onderaan dit stukje staan nog twee afleveringen. Mijn zoektocht naar Wim Helsen begon dus bij een sketch die ik op de radio had gehoord. Gedichtenbundel. Zie hieronder. Ik moet er erg om lachen. Elke keer weer.
Grof? Platvloers? Vrouwonvriendelijk? Zot? Absurd? Triviaal? Olifant in de porseleinkast? Komisch? Gedurfd? Allemaal waar. Ik zou bij al deze omschrijvingen het vraagteken kunnen veranderen in een uitroepteken.
Dat ik van theater houd, mag hier algemeen bekend zijn. Toch ga (ging) ik relatief zelden naar cabaretvoorstellingen. Ik kijk ze wel op tv. Ik vind Freek de Jonge (nog steeds) de absolute grootmeester. Ik heb veel van zijn programma’s gezien, al van in de Neerlands Hoop tijd. Vroeger in de schouwburg. Later op televisie, tegenwoordig via internet (YouTube). Natuurlijk kun je hem moeilijk vergelijken met Bert Visser, Herman Finkers, Brigitte Kaandorp, Jochem Myjer of Wim Helsen. Een totaal andere stijl. Ook Jeroen van Merwijk (wel gezien in de schouwburg) en Hans Dorrestijn kunnen me bekoren. Youp van ’t Hek, Theo Maassen, Eric van Muiswinkel, Dolf Jansen. Allemaal met plezier (af en toe) gezien. Heel lang geleden ook Paul van Vliet, Toon Hermans, Don Quichocking, Tekstpierement, Hans Liberg, Neerlands Hoop en Herman van Veen in het theater gezien. Excuses voor deze overbodige opsomming. Alleen Claudia de Breij ontbreekt in dit lijstje. Nog nooit een show van haar gezien en dat wil ik wel een keertje.
Kennen jullie Wim Helsen? Spreekt het (hij) je aan? De absurdistische cabaretier of de gastheer bij Winteruur? Nog goesting om een aflevering te zien? Bijvoorbeeld met Marie Vinck. (Wat een schoon madam!)
En het zijn niet altijd moeilijke of zwaar filosofische teksten hoor. Neem bijvoorbeeld het gesprek met Siska Schoeters met Wim Helsen. Heel toegankelijk met een hele mooie vraag …
Het verhaal is verteld. Natuurlijk heb ik ook heel wat uurtjes rondgesnuffeld op internet. Deels voor het verhaal, grotendeels om er de schilderijen, etsen, beelden, illustraties bij te vinden. In deze laatste bijdrage vermeld ik de belangrijkste bronnen (websites) die ik heb geraadpleegd. Misschien een beetje saai maar wel zo correct.
Fragmenten op vazen (5de eeuw voor Christus) Links: Icarus die neerstort in zee? Afbeelding op roodfigurige Attische lekythos. (New York) Rechts: Icarus wordt door Daedalus van vleugels voorzien. Fragment van roodfigurige Apulische skyphos (Oxford).
Natuurlijk is daar de niet meer weg te denken online encyclopedie Wikipedia. Daedalus (mythologie). Uiteraard zijn er ook talrijke pagina’s over Minos, Kreta, Icarus, Theseus, Perdix, Pasiphaë enzovoort. Je kunt ze vast zelf wel vinden.
Een mooie bron vond ik op histoforum.net Daar is het schilderij van Bruegel (De val van Icarus) de aanleiding om veel te vertellen over Icarus en zijn vader. Er wordt veel ingezoomd op details in dat schilderij. Een aanrader.
Rondom een rampvlucht – Een zeer uitgebreid artikel over alle verhalen waarin of Daedalus of Icarus opduiken in Griekse en Latijnse teksten.
Over Daedalus ná zijn ontsnapping is er niet heel veel te vinden. Wel dit artikel: Daedalus in Sicily. In het Engels.
Abe laat zijn licht schijnen op het Labyrinth. Klik HIER.
En tenslotte YouTube. Veel te veel om hier te vermelden. Ga zelf maar eens zoeken met trefwoorden als Daedalus en/of Icarus. Heel veel (teken)filmpjes, tekeningen. Ik heb er een paar bekeken. Laat ik er eentje uitkiezen. Dit filmpje komt uit de televisieserie: The Storyteller. Derek Jacobi speelt de rol van Daedalus.
Een aantal collega-bloggers plaatsen op zaterdag heel vaak een link naar een YouTube-filmpje. Afhankelijk van mijn stemming (of moment) klik ik zo’n liedje meteen aan. Soms ook niet. Soms pas een paar dagen later. Ook ons aller Pannenkoek is begonnen met een mooie liedjes-serie. Persoonlijke verhalen en herinneringen die gekoppeld zijn aan een liedje.
Ik was iets aan het opzoeken deze week in verband met een tekst die ik aan het schrijven ben en daarbij stuitte ik op onderstaand YouTube-filmpje.
Een Ennio Morricone trilogie – spaghetti-western-muziek
Heerlijk. Puur jeugdsentiment. Ik zag al deze films in de (George) Heylen-cinema’s in Antwerpen. Meestal in ‘de Metro’ in de Anneessensstraat. De muziek is ondertussen legendarisch. In bovenstaand filmpje (bijna 22 minuten) zie je geen filmbeelden maar het Nationaal Symphonisch Orkest van Denemarken. Dirigent(e) van dienst: Sarah Hicks. Het fijne van dit filmpje zijn de close ups van de muzikanten. Vooral van de bijzondere instrumenten / instrumentalisten om de juiste Morricone-sound te produceren. Met een extra dikke pluim voor de vrouw die het ‘fluiten’ voor haar rekening neemt. Heel bijzonder. Ik zou na twee seconden al beginnen lachen en weg is dan de juiste setting van de lippen. Probeer het maar eens: fluiten en glimlachen tegelijkertijd.