Ook in de Mozambikaanse wintermaanden – dat is het nu, eind juli – is het overdag heerlijk toeven in de tuin, op een terrasje of op de Marginal. Een soort promenade langs de zee. Het is vandaag 30c. Hier en daar staan wat auto’s geparkeerd. Het is een gewone werkdag maar er zijn genoeg mensen die snel even de schaduw / zon opzoeken. Veel expats zijn op vakantie naar Europa. Ik begrijp dat Nederland een officieel tropische dag beleeft. Fijn als je de tijd hebt om bij een meertje, in de duinen of op het strand te zitten puffen. De reacties op Facebook kun je opdelen in ‘liefhebbers’ en ‘verzuchters’. Dat laatste woord bestaat niet denk ik maar je begrijpt vast wat ik bedoel.
Ik ben op zoek naar twee cartridges voor mijn printer. Bij de eerste drie winkels vind ik ze niet. Dan maar naar de andere kant van de stad. Ik heb mijn boek bij. Geen zwembroek en geen handdoek. Ik dacht vanochtend geen moment dat ik op het strand terecht zou komen. Ik heb honger en weet een leuke baraka onder de bomen met uitzicht op de zee en Xefina. Ik bestel een biertje en een half kippetje. Ik weet dat het een half uurtje duurt voordat ze mijn bordje brengen. Kip wordt hier pas gegrild op houtskool nadat je hebt besteld. Geen nood, ik ben hier op voorbereid. Mijn boek. Een spannend politie-onderzoek in Schotland. Ik ben bladzijde 287, nog tachtig pagina’s te gaan. Behalve lezen, een 2M drinken is er ook genoeg te zien. Recht vooruit het strand en ver weg de zee. Het is eb. Rechts van me struiken en bosjes. Links van me een stuk van de promenade. En …
… uitzicht op de parkeerplaats. Ik kan mijn auto zien staan. Euh … ik zou mijn auto kunnen zien staan als ik niet … slik. Ik duik terug in mijn boek. Na een minuut realiseer ik dat ik wel een bladzijde heb gelezen maar totaal niet weet wat ik heb gelezen. Blik naar links. Terug naar mijn boek. Nog een keertje naar links. Ook twee mannen op het terras – zo te zien een zakenlunch – kijken opvallend in … hoe zal ik het noemen … in mijn ‘kijkrichting’. Ik kijk nog een keertje naar mijn auto. Niet dus. Ze is nog steeds in de weer met twee strandbedden. In de zon, in de schaduw. Een vriendin komt aanlopen met een koelbox. Ze overwegen om die bedden het strand op te zeulen. Toch maar niet. En je gelooft het misschien niet … ik denk aan mijn blog. Ik grabbel mijn telefoontje uit mijn broekzak. Yes, ik heb een onderwerp. Zal ik? Kan dat wel? Ik doe het. Klik. Klik. Klik. Ik kijk weg, naar mijn foto’s. Goed, maar niet scherp. Ik maak er nog een en ik zie de twee mannen gniffelen en duimen opsteken. Ze vragen nog net niet of ik de foto’s wil ‘appen’. Doe ik dit echt? Ja, ik heb het bewijs op mijn telefoontje. Rooie konen … ’t is warm …
En dan wordt mijn half kippetje gebracht. En associëren gaat snel bij me. Ook dit keer. Op weg naar mijn geboortedorp rijden we altijd door Borsbeek en passeren we ‘Berco‘, de plaatselijke kippenboer met bijbehorende winkel vol kip-varianten. Zijn reclameslogan – op een groot uithangbord – is al meer dan twintig jaar “Borsten en Billen”. Ik draai me om, met mijn rug naar mijn auto. ‘Bon appetit’ – zeg ik tegen mezelf. Ja … zo gaat dat in mijn hoofd. Ik heb vast last van de zon. Jullie ook wel eens last van?