Het woord wee van de titel is waarschijnlijk verkeerd gekozen. Niks geen pijn. Hooguit een licht verdriet dat de week op de Wahrberg alweer voorbij is. Ik ben weer thuis in Leeuwarden. Het was heerlijk. Net als de vorige dagen vertel ik het verhaal met enkele foto’s. Een plogje.
Zal ik er ook nog wat bij schrijven? Ik wacht jullie antwoord niet af. Op de eerste twee foto’s zie je het dagelijkse verzamelpunt op de Wahrberg. Elke ochtend om negen uur staan er twee thermoskannen koffie klaar, een thermoskan thee en een fles warme melk. Iedereen is welkom om aan te schuiven. Op de Wahrberg wonen min of meer drie familie’s en hun kinderen en kleinkinderen. De bewoners zijn al toe aan de vijfde of zesde generatie. Ik ken alle vaste bewoners en ben goed bevriend met Markus en Inge. En dan ben je vanzelfsprekend ook bevriend met broer, schoonzus, zoon, schoondochter, neven en nichten en hun aanhang. Een te lange lijst om hier te vermelden. De meeste bewoners en hun gasten drinken een kop koffie of een kopje thee tussen negen en tien en delen dan wel en wee. Alweer wee. Ook vrienden uit het dorp schuiven geregeld aan.
Foto drie is de binnenkeuken en een paarden-verzamelplaats. De Wahrberg is ook een thuis van ongeveer vijftig bejaarde paarden. De paarden krijgen onderdak, lopen vrij rond op heel veel weilanden. Ze krijgen voer en water maar de verzorging doen de paardeneigenaars zelf. Sommigen zag ik dagelijks, anderen komen wat minder vaak.
De vogeltjes op foto 4 komen uit Mozambique (of Zuid-Afrika). Markus en Inge waren al driemaal op bezoek bij ons. Ook op onze veranda in Djonasse hangen soortgelijke vogeltjes. Ook in Leeuwarden. Erg fijn. Op enkele kilometers van de Wahrberg is een mooie leer-tuin. Een wat? Een tuin met bloemen, kruiden en planten. Bij elk gewas staat een bordje met uitleg. Ik weet dat dit het aards paradijs kan zijn voor Isabel (die geen visum kon krijgen voor Schengen).
Door de overstromingen van de afgelopen weken is het leidingwater deels vervuild. De gemeente roept op om tijdelijk water altijd te koken of flessenwater te drinken. In de buurt is gelukkig een natuurlijke bron met zuiver drinkwater. Eenmaal per week worden hier (in het nabijgelegen bos) flesjes en bidons gevuld.
Alle bewoners van de Wahrberg tuinieren biologisch voor eigen gebruik. Super. Op foto negen zie je een zwemvijver, een beeld van Hanneke (Roelofsen) en ‘de blauwe hut’. Mijn tiny-house verblijfsplek van één week. Een superplek.
In de avond verandert de tuin (of de woonkamer) van Markus en Inge in een bioscoop. Als er geen film wordt gekeken dan wordt er altijd wel ergens op de berg een vuurtje gestookt. En bij een vuurtje horen verhalen, liedjes en lekkere hapjes.
Een heerlijke plek.
Ik eindig met één andere soort foto …
Overal (in het kleine stukje van Duitsland waar ik was) zag ik sigarettenautomaten. Deze foto heb ik in Aurach gemaakt. (*) Een dorp van ongeveer 3000 inwoners. In telde wel vier automaten in het dorp. Waarom bestaat deze 24/7 verkoop van sigaretten? Ik vind het heel raar. Ook winkels (met vergunning) en benzinestations mogen sigaretten verkopen. Ik vind dit straataanbod absurd. Niemand van mijn Duitse vrienden vind dit raar. Ze hadden er nog nooit over nagedacht. Nu moet ik toegeven dat ook in Mozambique er heel veel straat-‘automaten‘ voor sigaretten bestaan. Ik zet automaat bewust tussen aanhalingstekens want ik bedoel natuurlijk jongens die langs de kant van de weg sloffen sigaretten verkopen.
(*) Jean Jacques leerde me ooit het volgende: “Maak de eerste dagen dat je op een NIEUWE plek bent meteen foto’s van alles dat je opvalt. Want na een paar dagen ben je er aan gewend en valt het niet meer op.” Vandaar deze sigarettenautomaat.
Voor de tweede dag op rij een uitstap in de buurt. Zonder dat ik er erg in heb rijden we een deel van de Romantische Straße. Vandaag via Feuchtwangen naar Dinkelsbühl. Alweer een middeleeuws stadje met een geschiedenis waarin de Zweden een belangrijke plaats innamen. Kijk je mee naar een korte fotoimpressie?
Is het je opgevallen dat zowel in Rothenburg als in Dinkelsbühl er geen reclame te zien is in het straatbeeld. Geen Heineken, Coca Cola, Nike of Adidas. Erg fijn. Naar jaarlijkse gewoonte worden er kaarsjes aangestoken voor onze geliefden die er niet meer fysiek bij zijn. Dit keer in de Munster St-Georg.
Bij vakantie horen ook toeristische uitstapjes. Markus en Inge nemen ons (Hanneke, Barbra, Peter en mij) mee naar een stadje in de buurt. Rothenburg ob der Tauber. Een middeleeuws stadje in Beieren. In Franken zeggen zij zelf. Ik beperk me vandaag tot wat foto’s. Zoals je op stadsplattegrond kunt zien is het stadje volledig ommuurd. We maakten een mooie wandeling, deels op deze stadswal, deels door de pittoreske stad. En mocht je meer willen weten over dit stadje dan klik je vast op de links die ik heb toegevoegd.
Het bleef spannend. Anders gezegd: “Ga ik wel of niet naar Duitsland?” Het antwoord op die vraag werd JA. Ik ben corona-vrij. Er zijn een hele tijd geleden twee vaccins in mijn arm (lichaam) gejast. Ik blijf voorzichtig. In Duitsland ben je verplicht om een nauw sluitend mondkapje te dragen in winkels, musea enzovoort. Prima.
Wij gaan naar de Wahrberg. Naar Markus en Inge. Zij wonen op een berg en hebben een hele grote tuin. Het is mooi weer. Vorige week stond het (beneden, buiten het dorp) deels onder water. Ik ben in landkreis Ansbach (Bayern). Ik blijf ruim een week. Na twee weken familiebezoeken – en nog wat andere zaken – voelt deze trip meer als vakantie. Ik lees, we ouwehoeren, ik wandel en we kletsen veel over vroeger. Ook over onze geliefden die er niet meer zijn. Een bezoek met meer emotionele momenten dan gebruikelijk gedurende het werkzame leven. Dat geeft niets, ook daar is ruimte voor in de vakantie. Niet enkel tijdens de gesprekken en de ontmoetingen. Maar ook via liedjes en muziekjes, veelal uit de 70 en 80’er jaren, schiet ik vol.
Natuurlijk zal bijna iedereen denken dat dit een logje wordt over wielrennen. Nee, dat wordt het niet of toch nauwelijks. Tadej Pogačar heeft voor de tweede keer de Tour gewonnen. Knap. En natuurlijk zoeken alle wielerliefhebbers naar superlatieven om de drie ritoverwinningen van Wout van Aert te bejubelen. Een bergrit, een tijdrit en een massasprint. Heel knap.
De titel verwijst echter naar mijn eigen ronde. Nadat ik mezelf uit quarantaine heb ontslagen in Leeuwarden begon ik aan mijn rondje Nederland. Leeuwarden – Heemstede – Ossendrecht – Bergen op Zoom – Goes – Heemstede – Leeuwarden.
Mogelijk heb je door mijn reacties her en der ontdekt dat ik (weer) in Nederland ben. Mogelijk ben je verbaasd dat ik de verjaardag van mijn nu veertig jarige Isabel niet in levende lijve in Mozambique heb meegevierd. Dat komt zo … na wel vijf verschillende scenario’s te hebben uitgewerkt, besloot ze om een vrouwendag (party) te organiseren. Geen kinderen. Geen mannen. Dus had ik mezelf moeten terugtrekken in mijn werkkamer en door de ramen gluren naar al dat Afrikaanse moois. Niet dus. Ik overlegde met haar dat ik twee weken na mijn tweede prik (Covishield) zou afreizen naar Europa.
Zo gezegd, zo gedaan, maar natuurlijk met allerlei obstakels. Eerst werd mijn heenreis (vliegticket) twee dagen uitgesteld. Dus ook de ingeplande en noodzakelijke pcr-test. Op maandagochtend de test. Op dinsdagochtend de uitslag – gelukkig negatief – en ’s middags naar het vliegveld. Heel veel gedoe met documenten en apps die je verplicht moet invullen. Enfin, ik ga er niet te veel woorden aan spenderen. Ik vloog via Addis Abeba (Ethiopië), Rome (Italië) naar Schiphol (Nederland). Ik kwam volgens planning aan in Nederland. En wat denk je? Nul komma nul controle op Schiphol. Geen enkele vraag over quarantaine. Moet ik dat ingevulde formulier dan nergens inleveren? Blijkbaar niet. Het is dus een zaak van eigen verantwoordelijkheid. Dat is trouwens een prima uitgangspunt.
Hanneke haalt me op en we rijden samen naar Leeuwarden. Fijn om na een lange tijd weer thuis te zijn. Mijn Nederlandse thuis wel te verstaan. Maar wat nu met quarantaine? Officieel mag ik het aan mijn laars lappen – een zogenaamde vrijstelling of uitzondering – want ik bezoek na lange tijd mijn (klein)kinderen. Ik besluit om het eerst vijf dagen rustig aan te doen. Niet naar musea, bioscoop of restaurants. Wel elke dag een 10.000 stappen wandeling.
Leeuwarden, Nieuwestad
Bij het volkstuintje van Hanneke
Dokkumer Ee
Mini-bieb in Snakkerburen
Bij de Oldehove (Leeuwarden)
Ik geniet met volle teugen van het mooie weer en de stad. Ik ga nergens naar binnen en houd afstand van de vele toeristen en winkelende Liwwadders. Thuis kook ik, lees ik, slaap wat langer dan gebruikelijk en volg het verjaardagsfeest van Isabel. Vanop afstand. Geen anderhalve meter maar ruim achtduizend kilometer. Nog één of twee dagen geduld en dan ontsla ik mezelf uit quarantaine voor ‘noodzakelijk familiebezoek’.
Ik heb nog niets vermeld dat mogelijk bij de titel van dit stukje past. Het is een hele waslijst variërend van niemand-met-een-mondkapje tot winkelstraten vol terrassen en feestende jongeren. Summer of love. Iedereen weet dat ook in Nederland de pandemie nog geen verleden tijd is maar ik zie nauwelijks een verschil met de tijd hiervoor. Dat is in Matola en Maputo wel heel anders. Ik kom er nog op terug (denk ik). Met andere woorden: Wordt vervolgd.
Juni is altijd de maand van het spannende boek. Dat was nu ook zo maar het traditionele CNPB-boekencadeautje is uitgesteld naar het najaar. De gewone boekenweek is door de pandemie doorgeschoven naar juni 2021. Ik heb in juni vier thrillers gelezen en twee romans.
Commissario Brunetti krijgt bezoek van een jonge ambtenaar die onderzoekt of hij de juiste bouwvergunningen heeft voor zijn appartement. Brunetti probeert het op een typisch Venetiaanse manier op te lossen: hij kijkt wie in zijn kennissenkring bij de overheid werkt en dit probleem kan laten verdwijnen. Maar wanneer de ambtenaar hem met bevende stem belt en vervolgens een dodelijke val van een steiger maakt, weet Brunetti dat het probleem groter is dan alleen zijn bouwvergunningen?
Ik heb ook dit vierde boek van Donna Leon graag gelezen. Het is trouwens het negende boek in de ‘Brunetto-Reeks’. Venetië blijft natuurlijk een prachtig decor. Via haar hoofdpersonage lees je ook veel maatschappij-kritiek. De schrijfster heeft heel wat jaren in Venetië gewoond.
Adjudant-officier Milo April is in koelen bloede doodgeschoten bij het Waterfront van Kaapstad. Op klaarlichte dag, een executie. En misschien is een hoger lid van de Zuid-Afrikaanse politie daar verantwoordelijk voor. En mogelijk houdt het verband met de geheimzinnige brieven die de geschorste luitenants Bennie Griessel en Vaughn Cupido hebben gekregen. Met bedekte verwijzingen naar corruptie binnen de regering. Maar tot hun frustratie moeten Bennie en Vaughn hun kostbare tijd besteden aan de vermissing van een student, die na een weekendje feesten spoorloos verdwenen is.
Ik heb al vaker geschreven dat Michael Connelly mijn nummer één is in het thriller-genre. Deon Meyer is ongetwijfeld mijn nummer twee. Ook dit boek heb ik weer met heel veel plezier gelezen. ‘Verslonden’ is eigenlijk een beter werkwoord. Wat natuurlijk meespeelt in mijn beoordeling zijn de locaties waar zijn boeken zich afspelen. Meestal op de West-Kaap. Ik herken dus veel. Ook de vlotte dialogen, sappig taaltje. Beetje slang, beetje Engels, beetje Afrikaans of Xhosa. En ook dit Bennie Griessel verhaal zit goed in elkaar.
In de barre winter van 1537 is Engeland verdeeld: de aanhangers van Henry VIII, die de Anglicaanse Kerk heeft ingesteld, staan tegenover de katholieken die trouw blijven aan de paus. In naam van de koning bindt Cromwell, de meedogenloze architect van de reformatie, de strijd aan met het oude geloof. Wanneer een van zijn gezanten in het klooster van Scarnsea om het leven wordt gebracht, wordt de briljante advocaat Matthew Shardlake op pad gestuurd om de moord te onderzoeken. Shardlake en zijn jonge klerk Mark ontdekken al snel dat de moord niet op zichzelf staat en dat geen enkel middel wordt geschuwd om de misdaden binnen de kloostermuren te houden.
Toos attendeerde mij op dit boek, deze schrijver. Ik had nog nooit van hem gehoord, laat staan iets van hem gelezen. Dit is zijn eersteling. Het werd eerder ook uitgegeven onder de titel ‘De onthechting’. Een historische thriller. Onwillekeurig kreeg ik associaties met ‘De naam van de roos’ (Umberto Ecco). Ook dit boek speelt zich hoofdzakelijk af binnen de kloostermuren. Een boeiende periode. Hendrik VIII en Cromwell. Heel af en toe zou het tempo wat hoger mogen liggen. Ik had ook een Agatha Christie gevoel. Je kent algauw de belangrijkste personages cq verdachten. Al lezend bouw je zelf ook een theorie op. Een historische ‘Who done it’. Ik ben benieuwd naar zijn andere boeken.
Toen Hanna Duncker negentien jaar oud was, werd haar vader veroordeeld voor moord. De schaamte en verwarring zorgden ervoor dat ze van het eiland Öland wegvluchtte en ergens anders een nieuw leven opbouwde. Pas zestien jaar later, na het overlijden van haar vader, keert ze terug naar haar geboortedorp, om aan het werk te gaan als rechercheur bij de politie van Kalmar, aan de andere kant van de zeestraat. Op haar eerste dag wordt ze samen met haar partner Erik Lindgren naar een plaats delict op Öland gestuurd waar het lichaam van een vijftienjarige jongen is aangetroffen. De jongen blijkt de zoon van haar jeugdvriendin te zijn. De zaak trekt de aandacht van veel bewoners, die Hanna’s terugkeer niet allemaal waarderen, getuige de dreigende, anonieme telefoontjes die ze krijgt. Wat is er precies aan de hand op het eiland?
Een ontdekking. Goed en alweer afkomstig uit Scandinavië (Zweden). Een prima verhaal met veel ‘zeer’. Als lezer voel je het ongemak van veel van de personages. Dat is misschien tegelijkertijd een beetje een zwakte. Je kijkt in de ziel van zowel politiemensen, slachtoffers en (mogelijke) daders. Vroeger noemden wij dat een boek vanuit het ‘God-de-Vader-perspectief’. Een alles wetende god / schrijver. Het boek eindigt met een lang nawoord. De schrijfster verwoordt (verantwoordt) waarom ze voor dit verhaal heeft gekozen. Ik vind dat bijzonder, ik herinner me geen ander nawoord zoals dit.
’s Winters zijn de zondagen het snelst voorbij. Als de dominee om vier uur de middagdienst afsluit met de zegen voor weer een hele week, vliegen ze alle zeven naar het fietsenhok. Om de poten te breken, zegt de vader. Daar komen nog eens ongelukken van. Dat zegt hij altijd: Daar komen nog eens ongelukken van. Net als: Als je brokken maakt, ik betaal niks hoor. Hoeveel kracht hebben woorden? Hoe onschuldig zijn de fantasieën van een meisje van twaalf? De jonge Katelijne groeit in de jaren tachtig en negentig op in een strenggelovig boerengezin in Zeeland. Als enig meisje tussen zes broers wordt ze nauwelijks bij het boerenwerk betrokken. Hierdoor gaan ook de gesprekken aan tafel grotendeels aan haar voorbij. Terwijl haar verlangen om mee te doen onverminderd groot blijft, gaan haar gedachten hun eigen gang. Daarbij laat ze zich meeslepen door verhalen. Familieverhalen, dorpsroddels, Bijbelverhalen, bekeringsgeschiedenissen. Ook sprookjes, al mag ze die eigenlijk niet lezen, omdat het leugens zijn die haar maar afhouden van de Waarheid. Ze merkt dat haar eigen woorden grote gevolgen hebben voor haar familie.
Dit boek stond al heel wat jaren op mijn e-reader. Ik koos altijd voor iets anders. Ondertussen is deze roman succesvol verfilmd. Ik heb de film niet gezien. Wat weerhield me om zolang te wachten? Waarschijnlijk de wetenschap dat het verhaal zich afspeelt in een streng-gereformeerde gemeenschap (gezin). Maar niet in de vijftig- of zestiger jaren maar in de jaren tachtig en negentig (van de vorige eeuw). Tamelijk recent kun je dus zeggen. Kan ik zeggen als bijna 65-jarige. Een fijn boek, vol liefde en tegelijkertijd een hunkering om uit te breken uit de besloten (bekrompen) Zeeuwse gemeenschap. Ik heb het zeer graag gelezen. En ook nu is het natuurlijk fijn dat ik het decor (Walcheren) tamelijk goed ken. Dat kan ik van streng-gereformeerde buurtschappen niet zeggen.
Wanneer Kayleigh in de financiële problemen raakt, solliciteert ze naar een baan als ‘content moderator’ voor een online platform waarvan ze de naam niet mag noemen. Haar taak: beoordelen welke aanstootgevende filmpjes, foto’s en tirades moeten worden verwijderd. Het werk is zwaar. Kayleigh en haar collega’s zien gruwelijke dingen voorbijkomen, en de richtlijnen van het platform zijn vaak onnavolgbaar. Toch voelt Kayleigh zich op haar plek, binnen het moderatorenteam vindt ze broederschap. En als Kayleigh verliefd wordt op haar collega Sigrid lacht de toekomst hen toe. Of lijkt dat maar zo? Wat wij zagen is een verhaal over wie of wat ons wereldbeeld bepaalt.
Het boekenweekgeschenk 2021. In tegenstelling met de andere roman die ik onlangs las, speelt zich ‘Wat wij zagen’ af in het nu, achter de schermen van ‘social media’. De hoofdpersonages (moderators) kijken naar een eindeloze hoeveelheid tweets, foto’s en filmpjes en moeten beoordelen of ze toelaatbaar zijn. Geweld, oproep tot geweld of discriminatie, porno, enzovoort moeten verwijderd worden. Ze moeten strakke targets halen en ze mogen niets door hun digitale vingers laten glippen. Dag- en nachtdiensten. Hoe hou je dan nog een privé-leven erop na? Een goed boek(je) maar ik ga nog niet onmiddellijk op zoek naar haar andere boeken. Zoals ik eerder ook al eens vermeldde.