Tags

, , , , , , , , , , , ,

Kleindochter Duin (5 jaar) komt thuis van school en ze heeft een dringende vraag: “Wat zijn mijn zijnamen?” Tja, wat zijn haar zijnamen? Sterker nog: ‘Wat zijn zijnamen?” Ze komt zelf met het gedeeltelijke antwoord: “Ik heb een VOORnaam (Duin) en ik heb een ACHTERnaam (Schyvens) maar ik ken mijn ZIJnamen niet.” Is het niet heerlijk? Iedereen met kinderen en kleinkinderen kent dit fenomeen. Kinderen verzinnen de meest prachtige woorden en zinnen. Ik herinner me dat Colette N (een vriendin / kennis) heel veel van dit soort taal vermeldde op haar Facebookpagina. Nu zie ik ze zelden, vast omdat haar kinderen nu tieners zijn en ze daarom minder pareltjes aanleveren aan hun moeder.

Ik herinner me woorden als ‘bovendak’(imperiaal) en ‘puntje’ (trekhaak) die onze zoon – daarna wij ook – gebruikte. Volgens mij heet zoiets: familietaal. ‘De zaag’ voor het broodmes. Ook het welterusten zeggen had zo zijn vaste zinnetjes. “Welterusten” – “Welterusten” (soms met als variant: “Bleke busten” – “Lekkel lapen” – “Altijd zeggen.” En daarna mocht er absoluut niets meer gezegd worden.

Dat was dan vandaag een uurtje minder slapen. De klok een uur vooruit. Dat betekent dat de tijd met Mozambique nu gelijk loopt tot eind oktober. En dat het langer licht is en dat vind ik nog steeds het mooie van de zomertijd (en het veranderen van de klokken).

Op TwiXer zie ik de (Vlaamse) vraag (of is het een poll?) of de paaseieren door de PAASHAAS of door DE KLOKKEN (van Rome) worden gebracht. Bij ons waren het vroeger natuurlijk de klokken. Katholiek, weet je wel. Laat ik vooral de vredesboodschap die altijd gekoppeld is aan het paasfeest hier van harte onderschrijven … VREDE OP AARDE voor alle mensen van goede wil.