Nog even achterom kijken naar 2022? Nee, niet nodig. Of sta je op de uitkijk? Nog even lieverd en ik ben d’r weer. Dikke kus.
Het eerste stukje
01 zondag jan 2023
Posted Zielenroerselen
in01 zondag jan 2023
Posted Zielenroerselen
in16 zondag okt 2022
Posted Afrika, Tuinieren, Zielenroerselen
inTags
Alcohol, Barraca, Buren, Burenhulp, Djonasse, Gras, Haar, Kroegje, Kruidentuin, Matola, Moestuin, Mozambique, Startkapitaal, Tuin, Win Win, Zwembad
Anuscka vroeg me enkele dagen geleden waar ik de tijd vandaan haal om (veel) te lezen. Ik antwoordde haar: “Onze buurvrouw onderhoudt de tuin.” Zij en haar man Jacob weten als geen ander dat tuinieren een tijdrovende bezigheid is. Daar heb ik noch tijd, noch voldoende interesse voor. Ik ben dus nauwelijks een kwartiertje per dag bezig met de tuin. Vooral water geven. En dat niet eens elke dag. Leve de dagen dat het (even) regent. Isabel heeft wel groene vingers en ze is in het weekend altijd een tijdje bezig in onze groene oase. Vooral met de bloemen en planten. De moestuin, de kruidentuin en nog wat soortgelijke aandachtspunten vallen sinds enkele maanden onder de verantwoordelijkheid van onze buurvrouw Dona Isabel. Een alleenstaande moeder die leeft van kleine klusjes in de buurt en de verkoop van brood en af en toe wat tomaten, kool en wat seizoensfruit. Met andere woorden … ze verdient nauwelijks droog brood, laat staan haar dagelijks brood.
Vandaar dat wij haar een mini-baantje hebben aangeboden. Onze tuin onderhouden voor een klein, vast bedrag per maand. Ik noem dat: ‘burenhulp’. In dit geval helpen we elkaar. Onze (moes)tuin krijgt de juiste, deskundige aandacht en zij heeft een paar centen meer te makken. Win win noem je dat in modern jargon.
Wij hebben best heel wat gras en dat is dan weer een klus voor een andere buurman. Eduardo. Hij werkt bij een lokaal partycentrum als tuinman. Hij is daar ook inwonend. Als wij hem bellen komt hij met de grasmaaier (van de zaak) langs en een halve dag later is ons gras van groen-maar-te-hoog verandert in geel-en-erg-kort. Natuurlijk betalen we hem. Dus opnieuw win win. Burenhulp nummer twee.
En dan is er onze andere buurvrouw. Katia. Zij is sinds afgelopen juli weduwe. Verdrietig. Ja. En ook een beetje nee. Zij had een alcoholistische man met zeer, zeer losse handjes. We kunnen niet op één hand tellen hoe vaak ze ’s nachts om hulp riep. En hoe vaak Isabel met haar naar het politiebureau ging om alweer aangifte te doen. A never ending story. Nou ja, zijn verhaal is uit. Waarschijnlijk een hartstilstand in combinatie met alcohol en zwaar werk als bouwvakker. Hij was een goed vakman. Hij kreeg – als hij nuchter was – af en toe een klusje bij ons als er iets hersteld moest worden. Zonder drank was hij prima te doen maar zwaar verslaafd … dus al bij al … grrr.
Katia is een zeer gewaardeerd haar-specialiste. Ze doet het haar – zeer deskundig – van heel veel buurvrouwen. Ook dat van Isabel. En je weet vast wel hoe belangrijk haar is voor een Afrikaanse vrouw. Katia’s binnenplaats zit altijd vol met ‘klanten’. Toch is het moeilijk voor haar om de eindjes aan elkaar te knopen met twee schoolgaande kinderen. Het kleine beetje geld dat haar man haar soms gaf is er niet meer. Zij heeft nu het plan om de leegstaande barraca (naast haar huis, tegen onze buitenmuur) te heropenen. Een barraca is meestal een opengewerkte container die dienst doet als mini-supermarkt annex kroegje, drankwinkel. In ons geval is het een stenen gebouwtje met water en elektriciteit. En met twee grote, werkende koelkasten. Het is eigendom van een buurman die meestal in Maputo verblijft. Katia (of iemand anders) kan deze plek (kaal) huren voor een redelijk bedrag. Zo’n 25 euro per maand. Katia heeft ons een lening gevraagd. Niet om de huur te kunnen betalen maar om drank in te slaan voor de barraca. Ze kan de verkoop combineren met haar vlecht-en haarwerk. Maar ze heeft een startkapitaaltje nodig. Ik heb er een paar nachten over geslapen en natuurlijk veel overlegd met Isabel. We doen het. We nemen het kleine financiële risico. We lenen haar ongeveer 175 euro. Zij zegt dat ze dat voor eind januari zal terugbetalen. Dat zou fijn zijn, natuurlijk. Een lening is een lening. Maar eerlijk gezegd heb ik ook mijn grote twijfels of dat haar zal lukken. We houden wel een oogje in het zeil. Een ‘kroegje om het hoekje’ is ook een fijn idee. Het warme seizoen is weer aangebroken, de lange zomervakantie komt eraan. Heel wat mensen krijgen in december hun dertiende maand. Dus ja … dit kan een goed moment zijn om de barraca nieuw leven in te blazen. Burenhulp nummer drie.
Onze huishoudelijke hulp (Dona Marta) en de vader en zoon die ons zwembad onderhouden hebben een baantje bij ons. Vaste dagen (momenten) per week, met officiële vakantiedagen enzovoort. Maar dat is geen burenhulp. Zij hebben een vast maandsalaris. Dat voelt anders.
Wordt vast nog wel eens vervolgd.
21 maandag mei 2018
Behalve cultuur snuiven, uit eten gaan, relaxen, lezen en nog wat van dat soort typische vakantie-dingen stond ook ‘shoppen’ met stip op het to-do-lijstje. Op dat van Isabel dan toch. Want ze had nog maar nauwelijks aan een paar vriendinnen en collega’s verteld dat we naar Thailand op vakantie gingen of de verlanglijstjes stroomden binnen. Ik moest dus al gauw op de figuurlijke rem staan. Prima – ik weet het – shoppen hoort erbij maar laten we het ook beperken. We spreken af dat er pas de laatste dagen daadwerkelijk wordt gewinkeld. Anders zeulen we de hele tijd veel te veel mee … Daar heeft Isabel zich redelijk aangehouden. Ga je mee … winkelen in Bangkok?
Al op de eerste volle dag was het al raak. Honderden winkeltjes. Nee, duizenden kleine winkeltjes zien we tijdens onze wandeling vanaf de Ratchawongse Pier. We lopen zo ‘Little India’ binnen met veel kleurrijke winkeltjes. Phahurat Market. Een grote variatie in stoffen. Stapels fluweel en zijde. Goud- en brokaatstoffen. Tweed, sarongs, sjaals. Juwelen-kitch-winkeltjes. En overal de geur van eten, wierook, kerrie, mango, mottenballen.
Het is over de koppen lopen, zeker in de kleine zijstraatjes. Af en toe duik je een winkel in omdat er weer een steekkarretje met winkelwaar voorbij komt en je dus plaats moet maken. Af en toe is er ‘airco’ in kleine steegjes. Zo lijkt het toch. Een apart gevoel. Isabel is op zoek naar ‘haar‘, pruiken of haar-inzet-stukken – weet ik veel hoe dat allemaal heet ?!?. Geen nep maar echt haar. Het staat op haar bestellijst. Voorlopig houdt ze zich bezig met ‘oorbellen’. Want dat neemt zogenaamd geen plaats in en weegt nauwelijks iets. Ja, het is goed.
En dan lopen we toch overduidelijk Chinatown in. Sampheng Market. Het winkelaanbod wordt iets gevarieerder. Veel kruiden en medicijnwinkeltjes, speelgoed, potten en pannen en natuurlijk nog steeds veel kleding, sieraden en stoffen.
De eerste spullen zijn gekocht. Ik bewaak de portemonnee en Isabel ruikt ‘business’. We spreken af dat zij mag inkopen – beperkt – en het daarna in Mozambique verkoopt aan de liefhebber. Zus, vriendinnen, collega’s. Ik krijg de aankoopbedragen terug en zij krijgt de winst. Ik ben benieuwd. (*)
We eten een hapje en springen weer op de hop-on-hop-off boot en stappen uit bij de Yodpiman Pier. We lopen door een winkelcentrum en staan even later op een gigantische bloemenmarkt. Pakklong Tallad. Een kleurrijk spektakel waarin geel overheerst. Mooi, een aanrader.
Overal zitten mannen en vrouwen bloemen te rijgen. De hele stad (en land) hangt vol met gele bloemenslingers. Alle kleine Boedha en Hindoe uitingen – van groot tot klein – zijn versierd met bloemen.
En ik moet ook op de foto. Ik zie er de meerwaarde niet van in maar Isabel dringt aan. “Waarom?” “Jij bent toch de man van de flower-parade (nvdr: Corso). Lezen jouw vrienden in Zundert je blog niet?” Ik knik. “Nou dan.”
De zoektocht naar ‘haar’ verloopt moeizaam. Nul, zero, nada. Niet één winkeltje gezien met ‘haar’. Iets onbegrijpelijks voor een Afrikaanse vrouw. Er wordt druk gewhatsapped met een tante met Bangkok-ervaring.
Een nieuwe dag. Na historische en religieuze bezienswaardigheden nemen we een tuk tuk naar de volgende markt.
Pratunam Market. We spreken af dat het bij kleinigheden blijft en dat we op het eind van de vakantie hier terugkomen.
Als ‘geldschieter’ ben ik ook degene die onderhandeld. “Leer mij afdingen”. Haha. Jarenlange Afrika-ervaring. Het systeem is al snel duidelijk. Er gaat nauwelijks iets van de prijs af als je maar één truitje, bloesje of broek koopt. Je kunt een mooie korting bedingen vanaf drie stuks.
En uiteraard lopen wij ook chique winkelcentra in. Zoals ‘River City‘. Het prijsverschil is gigantisch. En waarschijnlijk is merkkleding hier binnen wel echt en daarbuiten nep.
Twee weken later zijn we terug in Bangkok. Isabel verheugt zich op de grote Chatuchak Weekend Markt. Enkel open op zaterdag en zondag. Ze noemen het de ‘moeder aller markten’.
De schatting is dat er ongeveer 15.000 winkeltjes zijn. We verheugen ons op koopjes maar we hebben al gauw in de gaten dat Pratunam Market goedkoper is. We dwalen door de straatjes. Ik koop eetstokjes. Iets voor de kleinkinderen. Isabel scoort vijf witte bloesjes. En het rugzakje raakt aardig vol. Nieuwe slippers en onderbroeken. Ik koop een ijslolly en we vinden een tafeltje en twee krukjes.
Veel massage-salons, bonsai-boompjes, levende dieren, vissen, opium-pijpen, zeep in allerlei vormen, potten en pannen, kleding, tassen, koffers … veel te veel om allemaal op te noemen. De sfeer is een mix van de zaterdag-markt en de ‘Vogelmarkt’ in Antwerpen maar dan heel veel groter. Eerlijk gezegd viel het ons wat tegen.
En nog steeds geen ‘haar’. Het wordt dan ook van de shopping-list geschrapt. Haar is een hot item voor Afrikaanse vrouwen. Niet voor de Thaise vrouw. Zoveel is wel duidelijk.
Een nieuwe dag. Een nieuwe markt. Hier koop je vooral alles in veelvoud. Bobay Market. We beginnen ons thuis te voelen in het openbaar vervoer. De boten, taxi’s, de tuk tuks, de metro en de BTS skytrain.
Sokken, beha’s, onderbroeken, pyjama’s, t-shirts, leggings, spijkerbroeken … noem het maar op, koop je hier in het groot. Zes, tien of twaalf stuks. En bij vijfentwintig krijg je nog een extra korting. En zie je rechts van Isabel – hangend aan een rekje – die plastic zakjes? Nep-konten. Ik had het nog nooit gezien. Ja, in carnaval-winkels maar nog nooit in een dames-speciaal zaak. Hier koop je een flinke derrière met vijf tegelijk.
We gaan voor de tweede keer naar Pratunam. En we lopen ook duidelijk door het Arabisch / Islamtische deel. De extra koffer begint zich al aardig te vullen. Ik blijf de boekhouding verzorgen.
En dan is het zomaar de laatste dag. Er moeten ook nog wat cadeautjes gekocht worden voor het Afrikaanse thuisfront. Een groot winkelcentrum in de buurt van ons hotel moet uitkomst bieden.
Terminal 21. Ik heb mijn boek meegenomen. Ik installeer me bij een barretje en spreek af dat Isabel me oppikt rond drie uur. De schat is maar tien minuutjes te laat. Tijd om onze koffers te pakken. O ja … we hebben welgeteld twee winkeltjes gezien met ‘haar’. Veel te duur begrijp ik … Dat wordt over niet al te lange tijd een weekendje Zuid Afrika … denk ik.
(*) Ruim een week na thuiskomst is 70% van de spullen verkocht. Maar nog niemand heeft tot nog toe betaald … “Eind van de maand” is de afspraak …
In de serie THAILAND